communicatie les 4

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Maslow heeft veel nagedacht over:
A
cognitie
B
ecologie
C
emoties
D
motivatie

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de piramide van Maslow?
A
behoeftehiërarchie
B
Model van Abraham
C
een piramide in Egypte
D
Begeleidingsmethode

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel procent van ons gedrag is zichtbaar? (topje van de ijsberg)
A
10
B
20
C
45
D
65

Slide 7 - Quizvraag

Wat zit 'boven water' bij de ijsberg van het beoordelen?
A
Eigenschappen en persoonlijkheid
B
Kennis, vaardigheden en gedrag
C
Normen en waarden
D
Zelfbeeld

Slide 8 - Quizvraag

Waar zit het grootste gedeelte van een ijsberg?
A
Boven water
B
Onder water
C
Net zoveel boven als onder water

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat is ambivalentie?
A
Je bent afwezig
B
Je wil iets, maar tegelijkertijd ook niet
C
Je bent extrinsiek gemotiveerd
D
Je bent intrinsiek gemotiveerd

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Waar denk je aan bij ORBS?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Wat is geen open vraag?
A
Is dit een gesloten vraag?
B
Welke gesloten vragen ken je?
C
welke soorten vragen kun je stellen?
D
Waarom stel je een open vraag?

Slide 28 - Quizvraag

Een open vraag is:
A
Waarbij je de ander ruimte geeft om meer te vertellen
B
Waarin jouw mening verpakt zit en je stuurt het gesprek een bepaalde kant op
C
Waarop je alleen ja of nee kan antwoorden
D
waarvan het antwoord al vast staat

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Verandertaal=
A
Alles wat uit de mond komt van een client, waarin hij verteld hoe hij iets ziet, wil, wat de noodzaak is etc.
B
Beredeneerd gissen naar wat iemand bedoelt, en dit als een soort samenvatting op een stellende manier terug geven.

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Wat is het doel van motiverende gespreksvoering?
A
Motiveren
B
Gedragsverandering
C
Informatie geven
D
Ontwikkeling

Slide 34 - Quizvraag

Wanneer gebruik je motiverende gespreksvoering?
A
Als iemand zijn leven positief wilt veranderen
B
Als je iemand bewust zijn gedrag wilt laten veranderen
C
Als iemand beter wilt leren communiceren
D
Als iemand emotioneel is

Slide 35 - Quizvraag

Motiverende gespreksvoering richt zich met name op:
A
Extrinsieke motivatie
B
Autonome motivatie
C
Intrinsieke motivatie
D
Doelgerichtheid

Slide 36 - Quizvraag

Wat doe je bij motiverende gespreksvoering?

A
Complimenten geven
B
Altijd advies geven
C
Open vragen stellen
D
Reflectief luisteren

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide