Tag Questions

TAG QUESTIONS
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

TAG QUESTIONS

Slide 1 - Tekstslide

You don't like this, do you?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Question TAG = 
aangeplakt stukje om er een vraag van te maken

You know the way, DON'T YOU?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de tag?
'You don't like it, do you?'

Slide 5 - Woordweb

wat valt je op
aan deze
zinnen?

Slide 6 - Tekstslide

+ en -
Een bevestigende zin (waar in staat dat iets zo is) heet in het Engels 'a positive sentence.
Pos
Een bevestigende zin (waarin staat dat iets zo is) noemen we 'a positive sentence' . 
POSITIEF kun je aangeven met +

Een ontkennende zin (waarin staat dat iets NIET zo is)
noemen we 'a negative sentence'
NEGATIEF kun je aan geven met -

Een TAG QUESTION is net als een batterij (+ en - )

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Which pronoun?

Repeat the pronoun that is used in the statement. 

If a name is used, choose the correct pronoun.


We are happy, aren't we?

Jim isn't at school, is he?

The girls love swimming, don't they?

I am an English teacher, aren't I?


Slide 9 - Tekstslide

Which verb 2?

If the statement does not contain a form of 'to be' or 'can',
you have to use a form of 'to do'. Choose the form that fits the statement:

Joan plays tennis, doesn't she?
Wim cooked dinner last night, didn't he?

We go to school by bus, don't we?

Slide 10 - Tekstslide

Er moet altijd een + en een - in een TAG QUESTION zin zitten. Wat klopt er bij onderstaande zin?

You are smart, aren't you?
A
voor de komma is + en na de komma is -
B
voor en na de komma is allebei +
C
voor en na de komma is allebei -
D
voor de komma is - en na de komma is +

Slide 11 - Quizvraag

Maak de zin af met een question tag:

He is in trouble, .......

A
is he?
B
isn't he?

Slide 12 - Quizvraag

Maak de zin af met een question tag:

You don't know it, .......
A
do you?
B
don't you?

Slide 13 - Quizvraag

Maak de zin af met een question tag

Baby Yoda wants to help, .....
A
is he?
B
does he?
C
isn't he?
D
doesn't he?

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Kun je nu TAG QUESTIONS maken/toepassen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll