In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Verhaal schrijven
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Inhoud:
Leerdoelen
Terugblik
Uitleg
Opdracht
Evaluatie
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
Aan het eind van deze les begrijp je hoe de opbouw van een verhaal in elkaar zit.
Aan het eind van deze les heb je een verhaal bedacht voor jouw film en hiervoor een script geschreven.
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat heeft vorige week de meeste indruk op je gemaakt?
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Video
In deze film 'zoveel te zien' legt Sosha uit wat er komt kijken voordat je de film op televisie of in de bioscoop kunt bekijken. Verhaal, acteren, beeldkader, perspectief, genre wordt door Sosha uit gelegd.
Wat gebeurt er in het begin?
In het begin maak je kennis met de hoofdrolspeler. Die heeft een wens.
Wat gebeurt er in het midden?
De hoofdpersoon heeft tegenslagen of een probleem! Zijn wens wordt
door de omstandigheden of door andere personen tegengewerkt.
Wat is een happy end?
Dat is het derde deel van het verhaal. De hoofdpersoon overwint zijn tegenslagen of problemen en dat is een happy end.
De opbouw van het verhaal
Slide 6 - Tekstslide
Een verhaal bestaat uit drie onderdelen.
Begin – Over wie gaat het en waar speelt het zich af? In het begin worden de hoofdpersonen voorgesteld, met vaak elk hun doel (droom of wens). Vaak is er een goede hoofdpersoon (de ‘protagonist’), en een slechte hoofdpersoon (de ‘antagonist’). Ook wordt duidelijk waar het verhaal zich afspeelt (locatie en tijdsperiode, bijv. in het bos, de middeleeuwen, etc.) en wat de sfeer van de film is (spannend, grappig, etc.).
Midden – Wat gebeurt er en waarom? In het midden wordt de goede hoofdpersoon vaak tegengewerkt door de slechterik. Soms moet de goede hoofdpersoon wat oplossen of onderzoeken, om zijn/haar droom of wens uit te kunnen laten komen. In het midden is het vaak nog onduidelijk of het zal lukken. Dit maakt het verhaal spannend.
Eind – Hoe loopt het af? In het eind wordt duidelijk of de hoofdpersonen hun dromen of wensen hebben vervuld. Dat bepaalt of het verhaal goed of slecht afloopt.
In een film gaat het verhaal bijna altijd om tegenstellingen. De hoofdpersoon heeft een wens, wordt door omstandigheden of mensen (obstakels) tegen gehouden. En uiteindelijk overwint de hoofdpersoon de obstakels.
Het begin van een verhaal.
Een verhaal bestaat uit 3 delen. Het begin, het midden, en het eind. In het begin van de film van Mees Kees bijvoorbeeld leer je Meester Kees en zijn klas kennen. Zij hebben samen een wens!
Slide 7 - Tekstslide
1. Begin – Over wie gaat het en waar speelt het zich af?
In het begin worden de hoofdpersonen voorgesteld, met vaak elk hun doel (droom of wens). Vaak is er een goede hoofdpersoon (de ‘protagonist’), en een slechte hoofdpersoon (de ‘antagonist’). Ook wordt duidelijk waar het verhaal zich afspeelt (locatie en tijdsperiode, bijv. in het bos, de middeleeuwen, etc.) en wat de sfeer van de film is (spannend, grappig, etc.).
Het midden van een verhaal
In het midden van het verhaal gebeurt iets. In de film van Mees Kees moet Mees Kees voor zijn moeder zorgen en kan dus niet mee doen.
Slide 8 - Tekstslide
2. Midden – Wat gebeurt er en waarom?
In het midden wordt de goede hoofdpersoon vaak tegengewerkt door de slechterik. Soms moet de goede hoofdpersoon wat oplossen of onderzoeken, om zijn/haar droom of wens uit te kunnen laten komen. In het midden is het vaak nog onduidelijk of het zal lukken. Dit maakt het verhaal spannend.
Het einde van het verhaal
Aan het einde van het verhaal wordt het probleem op gelost en komt het toch goed, dat noem je een happy end!
Slide 9 - Tekstslide
3. Eind – Hoe loopt het af?
In het eind wordt duidelijk of de hoofdpersonen hun dromen of wensen hebben vervuld. Dat bepaalt of het verhaal goed of slecht afloopt.
In een film gaat het verhaal bijna altijd om tegenstellingen. De hoofdpersoon heeft een wens, wordt door omstandigheden of mensen (obstakels) tegen gehouden. En uiteindelijk overwint de hoofdpersoon de obstakels.
Verdeling rollen
Aantal rollen: Probeer zoveel mogelijk rollen te bedenken, zodat iedereeen die mee wil spelen dat ook kan. Leerlingen die niet mee willen spelen kunnen achter de schermen een rol vervullen.
Haalbaarheid
Let op de haalbaarheid van de film die jullie willen maken! De toegankelijkheid van de locatie, ruimtes en props die je nodig hebt. Een locatie op school - voor handen, tegenover locatie op de kermis - hier moet je heel veel voor regelen.
Het verhaal bedenken
Slide 10 - Tekstslide
Bedenk jullie verhaal
Vandaag gaan jullie een verhaal bedenken.
vb:
Het verhaal kan zich af spelen in jullie school. Het verhaal gaat dan hoogstwaarschijnlijk over een klas, namelijk jullie klas. Welke wens of welk probleem komen jullie tegen? En hoe loopt het af? Schrijf In het kort deze punten op!
Dus:
Samen met de klas bedenk je een verhaal.
Begin: Over wie gaat het verhaal? Waar en wanneer speelt het zich af?Welke wens of welk probleem komen jullie tegen?
In het midden laat je zien wat er allemaal tegen zit. Wat gebeurt er en waarom?
En hoe eindigt verhaal? Welke oplossing is er voor het probleem gevonden of hoe is de wens ingelost?
Als je samen met de klas de grote lijnen van het verhaal hebt bedacht is het goed om de leerlingen het verhaal zelf op te laten schrijven. Hierdoor leren de leerlingen het verhaal kennen en komen er wellicht nog meer bruikbare of leuke ideeën naar boven.
Het verhaal op 1A 4 noem je Synopsis. Dat is een samenvatting van de inhoud van een film.
Ter inspiratie kun je ook de basisverhalen uit de bijlage gebruiken.
timer
15:00
Slide 11 - Tekstslide
Gebruik de timer tijdens het bedenken van het verhaal. Is het gelukt om binnen de tijd het verhaal te bedenken?
Wie durft?
Wie wil zijn verhaal voorlezen in de klas? Ga hierbij staan, dan kan iedereen je goed horen.
Slide 12 - Tekstslide
Een aantal leerlingen kunnen het verhaal wat ze geschreven hebben hardop voorlezen. Zo kun je klassikaal het verhaal delen, elkaar aanvullen, uitdiepen en verfijnen
Deel het uiteindelijke (gekozen) verhaal met alle leerlingen.
Het verhaal is klaar!
Wat gaat er dan gebeuren?
Slide 13 - Tekstslide
Na aanleiding van het verhaal wordt er een scenario geschreven. In een scenario wordt de hele film in een tekst uitgeschreven.
In een scenario staat:
A. Het tijdstip (overdag of avond)
B. De plek. (binnen/buiten)
C. De persoon en wat die persoon doet en wat die persoon zegt
Over de hele wereld worden scenario's op dezelfde wijze gemaakt. In de volgende slide zie je een voorbeeld van een script.
We gebruiken de woorden script en scenario door elkaar. Een scenario of script kan gezien worden als een blauwdruk van een film, televisieserie of game. Het beschrijft alles wat er te 'zien' en te 'horen' is in de film tot in het kleinste detail. Technische details en camera-instructies staan er zelden in: deze horen in een draaiboek.
Voorbeeld script/ scenario
Dit is een voorbeeld van een script. Een script wordt door iedereen en over heel de wereld op deze manier geschreven. Zelfs hetzelfde lettertype "courier 12" wordt door iedereen gebruikt. De zwarte tekst toont hoe een script er uit ziet en in het paars wordt aangegeven hoe het wordt geschreven.
Slide 14 - Tekstslide
Dit is een voorbeeld van een script. Een script wordt door iedereen en over heel de wereld op deze manier geschreven.
Zelfs hetzelfde lettertype courier 12 wordt door iedereen gebruikt.
De zwarte tekst toont hoe een script er uit ziet en in het paars wordt aangegeven hoe het wordt geschreven.
Meer weten:
https://nl.wikihow.com/Een-filmscript-schrijven
www.
Script
Schrijf een script voor jouw film.
Beschrijf de scenes en wat er te zien en te horen is.
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
timer
15:00
Slide 16 - Tekstslide
Gebruik de timer tijdens het bedenken van het verhaal. Is het gelukt om binnen de tijd het verhaal te bedenken?
Schrijf op...
Schrijf voor jezelf een tip en een top op voor de volgende keer. Waar moet je aan denken? Wat ging er al goed?