Hoofdstuk 5 paragraaf 5.3

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we allemaal doen?
  • Herhalen
  • Huiswerk bespreken (7 t/m 10)
  • Lesdoelen voor vandaag
  • Instructie paragraaf 5.3
  • Aan het werk met 5.3
  • Hebben we onze lesdoelen gehaald?
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 1
Hoe heet het bedrag dat een werknemer van 21 jaar en ouder minstens moet verdienen met een voltijdbaan?


Het minimumloon.

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 2
Bereken het weekloon: Kim verdient € 1.850 per maand.



(€ 1.850 x 12) : 52 = € 426,92

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 3
Jasper heeft € 2.250,- aan brutoloon ontvangen. Van zijn brutoloon gaat er 30% naar de loonbelasting en sociale premies. Bereken het nettoloon (met berekening).
Als  30% belasting en sociale premies is dan krijgt hij dus 70%.
€ 2.250 : 100 x 70 = € 1.575

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 4
De loonbelasting en sociale premies worden 6% verlaagd. Bereken Jaspers nieuwe nettoloon na de verlaging van de premies (met berekening).
Jasper krijgt nu dus 76% dus € 2.250 : 100 x 76 = € 1.710

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 5
Hoe heet iemand die zijn eigen inkomen verdient met zijn eigen onderneming?



Een zelfstandig ondernemer, een zelfstandige.

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 10, 11, 12 en 13
10 De winst die aan aandeelhouders wordt uitgekeerd, heet dividend. 

11 Iedereen kan bij een BV aandelen kopen.

12 Een NV heeft aandeelhouders als eigenaren. 

13 Als een NV of BV failliet gaat, dan zijn de eigenaren het geld van hun aandeel kwijt.
Waar
Niet waar, het is besloten.
Waar
Waar

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 14
Vul de woorden in die op de puntjes moeten staan: 

In een          staan de arbeidsvoorwaarden die gelden voor iedereen in een 
bedrijfstak
collectieve arbeidsovereenkomst (cao)

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 15
Geef een voorbeeld van een reden voor ontslag op staande voet.


diefstal, geweld, onder invloed van alcohol/drugs enz.

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 16
Het minimumjeugdloon geldt tot welke leeftijd?




Let op! Tot 21. Dit was altijd 23 maar dit is veranderd. Als je 21 bent krijg je dus het minimumloon.

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 17
Leg uit wat je kan zien op een organigram.


In een organigram kun je duidelijk zien hoe de taken en verantwoordelijkheden in een bedrijf zijn verdeeld.

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoelen van vandaag:
  • je leert hoe de arbeidsmarkt eruitziet
  • je leert wanneer je bij de beroepsbevolking hoort

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Wat bedoelen we met de arbeidsmarkt?

Slide 16 - Tekstslide

Wat bedoelen we met werkgelegenheid?

Slide 17 - Tekstslide

Van wie komt de vraag naar arbeid?

Slide 18 - Tekstslide

Wat bedoelen we met de beroepsbevolking?

Slide 19 - Tekstslide

Als het aanbod van arbeid groter is dan de vraag naar arbeid dan is er?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Aan het werk met de opgaven.
Het huiswerk voor volgende week  vrijdag  is tot en met 36.
Ga hier de komende 20 minuten mee aan het werk.
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Hebben we onze lesdoelen gehaald?

  • Hoe ziet de arbeidsmarkt eruit?
  • Wanneer hoor je bij de beroepsbevolking?

Slide 23 - Tekstslide

Geniet straks van het mooie, lange weekend!

Slide 24 - Tekstslide