massamedia H3

TERUGBLIK
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
maatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

TERUGBLIK

Slide 1 - Tekstslide

PUBLIEKE OMROEPEN
npo 1,2,3
BNN/VARA
AVRO/TROS
KRO/NCRV
EO
VPRO
WIE BETAALT BEPAALD
MEDIAWET
CULTUUR
EDUCATIE
INFORMATIE
AMUSEMENT
RECLAME BEPERKT

Slide 2 - Tekstslide

COMMERCIËLE OMROEPEN

VERONICA
RTL
SBS

DOEL:
WINST MAKEN
DOOR
RECLAME-INKOMSTEN
DUS VEEL AMUSEMENT

Slide 3 - Tekstslide

POPULAIRE KRANTEN
GROTE KOPPEN
MISDAAD
BN
VEEL FOTO'S
AD
ED
TELEGRAAF
KWALITEITSKRANTEN
VEEL TEKST
ACHTERGRONDINFORMATIE
MINDER FOTO'S
HOOGOPGELEIDEN
ANDER TAALGEBRUIK

Slide 4 - Tekstslide

Inkomsten
Programmering
Reclame
Publieke omroepen
Commerciële zenders
alleen uit reclame
van de overheid
aan regels gebonden
vrij
wel
niet tijdens programma's

Slide 5 - Sleepvraag

Het hoofddoel bij commerciële zenders is
A
winst maken
B
informeren

Slide 6 - Quizvraag

NPO staat voor

Slide 7 - Open vraag

waarom zijn de kijkcijfers zo belangrijk voor commerciële zenders

Slide 8 - Open vraag

Een kenmerk van Massamedia is dat het ..... is
A
eenzijdig
B
meerzijdig

Slide 9 - Quizvraag

Een kenmerk van Massamedia is dat het ..... is
A
Openbaar
B
niet openbaar

Slide 10 - Quizvraag

Een kenmerk van Massamedia is dat het ..... is
A
direct
B
indirect

Slide 11 - Quizvraag

als er iets is gaat in het communicatieproces noemen we dat....

Slide 12 - Open vraag

Je wilt iets lezen over "Kimye" de kans dat je hierover iets vindt is het grootst in een:
A
Kwaliteitskrant
B
Populaire krant
C
Regionaal dagblad
D
Huis-aan-huis blad

Slide 13 - Quizvraag

Je wilt iets lezen over de verkiezingen in de Groot Brittannië de kans dat je hierover iets vindt is het grootst in een:
A
Kwaliteitskrant
B
Populaire krant
C
Regionaal dagblad
D
Huis-aan-huisblad

Slide 14 - Quizvraag

Wat verschijnt elke dag?
A
Tijdschrift
B
Kranten

Slide 15 - Quizvraag

4 voorbeelden van massamedia zijn:
A
brief-dagblad-reclamefolder-internet.
B
dagblad-cd-radio-schilderij.
C
cd-brief-tijdschrift-verkeersbord.
D
reclamefolder-smartphone-verkeersbord-internet.

Slide 16 - Quizvraag

De Telegraaf is een:
A
Populaire krant
B
Kwaliteitskrant
C
Tijdschrift
D
Magazine

Slide 17 - Quizvraag

Wat is behalve de oplage van een tijdschrift nog meer een verschil met een krant?
A
Een tijdschrift behandelt vaak één thema
B
Een tijdschrift bereikt meer mensen
C
Een tijdschrift heeft meer invloed
D
Een krant behandelt vaak maar één thema

Slide 18 - Quizvraag

wat is geen massamedium?
A
een tijdschrift voor kleine kinderen
B
tv Noord Holland
C
De Telegraaf
D
een brief

Slide 19 - Quizvraag

Door internet lezen mensen kranten en tijdschriften ……
Wat is weggelaten?

A
vaker online
B
niet meer
C
on demand
D
vaker op papier

Slide 20 - Quizvraag

De doelgroep van het tijdschrift hiernaast is: mannen. Voor welke producten zou in dit tijdschrift reclame gemaakt kunnen worden? (meerdere antwoorden goed)
A
Stofzuigers
B
Stedentrip
C
Nike schoenen
D
Apple watch

Slide 21 - Quizvraag

7. ………… en ………. zijn voorbeelden van massamedia.
Welke woorden zijn weggelaten?
A
Een appje; een verkeersbord.
B
Een dagboek; een tijdschrift.
C
Een krant; een verjaardagskaart.
D
Een flyer; een website.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een nadeel van een Filterbubbel?
A
Je kunt nooit zoeken waar je echt naar op zoek bent
B
Er zitten geen nadelen aan een filterbubbel
C
Je blijft alleen informatie zien die bij je past
D
Je bent al je privacy kwijt

Slide 23 - Quizvraag

Waarom vind je soms andere dingen dan je zoekt?
A
dat komt door de filterbubbel en door het verdienmodel van Google
B
dat komt door spelfouten en doordat je verkeerde zoektermen gebruikt
C
dat komt omdat het algoritme van Google nog niet geavanceerd genoeg is

Slide 24 - Quizvraag

De functies van de media
Wat weet je al?

Slide 25 - Tekstslide

Welke algemene functie van de media past het best bij het klokhuis?
A
Amusement
B
Informatief
C
Educatief
D
Socialiserend

Slide 26 - Quizvraag

Media kunnen een socialiserende functie hebben omdat:
A
ze voor de gezelligeheid worden bekeken
B
ze normen en waarden overdragen
C
omdat ze je mening vormen
D
je op die manier informatie krijgt

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van media met een informerende functie?
A
Het journaal
B
Een talkshow
C
Een reclameblok
D
Een soapserie

Slide 28 - Quizvraag

Welke algemene functie van de media past het best bij temptation island?
A
Amusement
B
Informatief
C
Educatief
D
Socialiserend

Slide 29 - Quizvraag

Wat is geen functie van media?
A
informatie
B
educatie
C
meningsvorming
D
discussies oplaaien

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

'Infotainment'
Een combinatie van de informatieve- en amusementsfunctie. Steeds vaker wordt informatie op een leuke en speelse wijze overgebracht.

Slide 37 - Tekstslide

Dat Trump in de Westerse media vaak afgebeeld wordt als een idioot, is geen onderdeel van de opiniërende functie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Welk woord wordt omschreven?
'Een humoristische tekening over een actuele gebeurtenis.'
A
infotainment
B
katern
C
cartoon
D
column

Slide 39 - Quizvraag


........................... is het bewust of onbewust keuzes maken bij het waarnemen.
Wat moet op de puntjes worden ingevuld?

A
Communicatie
B
Infotainment
C
Journalistiek
D
Selectieve perceptie

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Controle- of waakhondfunctie betekent dat....
A
de overheid de media controleert
B
de media de overheid controleert

Slide 46 - Quizvraag

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

meningsvorming

De media laten een probleem
van verschillende kanten zien
en laten verschillende mensen
aan het woord.
pluriformiteit van de media

veel verschillende
media:
vanuit verschillende opvattingen uit de
samenleving.

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Sleep de functies naar het juiste voorbeeld.
Jongerenwerkers zetten een campagne op tegen het dragen van steekwapens door jongeren. 
Het programma 'Zondag met Lubach'
Een artikel waarin er kritiek wordt gegeven op het coronabeleid van Mark Rutte
Informatieve functie
Socialiserende functie
Opiniërende functie
Agendafunctie
Amusementsfunctie
Controle- of waakhondfunctie

Slide 51 - Sleepvraag