dinsdag 30 mei

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

maandag 5 juni

1. Nieuwe woorden Nieuwsbegrip oefenen met lesson Up
2. luisterteksten en spreken via Lesson Up
3. Nieuwsbegrip lezen en vragen maken
4. Taal Compleet
5. Toetsen bespreken

Sociale media kan een fijne plek zijn, maar je kunt er ook verslaafd aan raken. Het is lastig om dat niet te worden. De meldingen vliegen je om de oren. Hierdoor kun je je een beetje slecht voelen. Hoe ga je er goed mee om?

papegaaien

je alleen voelen....

1. eenling
2. eenzaam
3. enig
4. eenvoud

Waar heb je last van? = Wat zijn jouw .................?

1. vraag
2. keelpijn
3. klachten
4. medicijn

Onze buren zijn ......

1. rustigen
2. rustige
3. rustig
4. rusten

Wat betekent:
het gedrag

1. hoe je doet
2. wat je wilt
3. hoe je eet
4. wat je ziet

De kinderen hebben ... keurig gedragen.

1. mij
2. jij
3. ons
4. zich

Zij ........de bal

Hoe is het weer?

1. Goed, het regent
2. Goed, het waait
3. Niet goed, geen wind
4. Niet goed, het regent en het waait

Waarom moet de man gaan staan?

1. Bing wil ergens anders zitten
2. Bing wil op de knop drukken
3. Bing wil praten met de chauffeur
4. Bing wil uitstappen

Wat gaat er niet goed?

leren.kleurrijker.nl

8.3

Sorry, mag ik iets vragen?

Waar is de uitgang?

Kunt u dat herhalen?

Dus eerst naar links en 

daarna naar rechts 

U moet eerst naar links, u moet daarna rechts en daar is de uitgang!

Ja dat klopt

het voltooid deelwoord (onregelmatig)

Wij .............. gisteren naar Amsterdam....... (zijn).

Ik .............. in het weekend naar het strand ............. (fietsen).

Hij ............. nog nooit een leeuw ................. (zien).

Ik ............. met mijn vriendin koffie ............... in de stad. (drinken).

Hij ......... in de vakantie thuis ..................... (blijven).

De trappen van vergelijking

Mijn moeder is 73 jaar, en mijn vader is 72 jaar.
Mijn moeder is ............... ........ mijn vader.

1. het oudste
2. ouder
3. het oudst
4. ouder dan

Zilver is duur, maar goud is het ...................

1. duurst
2. duurste
3. duurder
4. duurdere

Ik houd veel van Nederlandse films, maar ik houd het ................... van Amerikaanse films.

1. meeste
2. meer
3. meest
4. meer dan

Ik drink ................. koffie ......... thee bij het ontbijt.

1. liever.....dan
2. liever ....als
3. het liefst ....dan
4. het ....liefst

De vrouw is 1.58 meter en de man is 1.90 meter. De man is .....................

1. langer
2. langst
3. het langst
4. langer dan

Maak de zin af......

Ahmed snijdt sla en tomaten want..............................

Vanavond gaan we naar een Syrisch restaurant. Daar......

Ik heb een druk weekend. Eerst...................... Daarna....................

In de zomer wil ik graag op vakantie, maar.....................