H4 unité 2 prononciation

18/11  PO PO PO et prononciation
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

18/11  PO PO PO et prononciation

Slide 1 - Tekstslide

    Praktische Opdracht Havo 4
   Spreekvaardigheid Unité 1 en 2
   Deadline : week 47
   Inleveren : CLASSROOM of WhatsApp
   Werkvorm: VIDEO in duo’s
De PO Frans in HAVO 4 bestaat uit verschillende onderdelen:
1. Unité 1 : exercice 31
2. Unité 1 : menu au choix 3: message vidéo : présentation et vacances
3. Unité 2 : exercice 25 (lire à haute voix)
4. Unité 2 : exercice 31
5. Unité 2 : exercice 32
Menu au choix  3 Consigne
• Stel jezelf voor (naam, leeftijd, klas...);
• Vertel wat je tijdens de vakantie gedaan hebt;
• Wat vond je leuk? Wat vond je niet leuk?;
• Vertel wat je hobby is;
• Bereid hierover een korte presentatie van ongeveer twee minuten voor;
• Neem de videoboodschap op
• Gebruik de woordenlijst van unité 1 (vooral van Parler en Écrire);
• Gebruik de zinnen van Parler;
• Zoek eventueel woorden op in een woordenboek.



Slide 2 - Tekstslide

1. En général, on ne prononce pas le -e à la fin d'un mot
Ex: l'école...

2. On ne prononce pas le -s du pluriel
Ex: tables, enfants...

3. En général, on ne prononce pas les consonnes à la fin d'un mot
Ex: grand, méchant, beaucoup, deux, nez, blanc...

Attention ! 
Tout le monde                                   Un grand bol
Toute une série                                 Une grande femme







Slide 3 - Tekstslide

Koppel de Franse klanken met de Nederlandse klanken
OU
bonjour
OI
trois
AU
jaune
AI
maison
EU/OEU
jeu/oeuf
UI
suis
OE
WA
OO
È
EU
U van duf
WIE

Slide 4 - Sleepvraag

  • ou --> bonjour --> oe
  • oi --> trois --> wa
  • au --> jaune --> oo
  • ai --> maison --> è
  • oeu/eu --> oeuf/jeu --> eu
  • ui --> suis --> wie

Slide 5 - Tekstslide

2. Le G et le C

Slide 6 - Tekstslide

Le G
 G doux = [j]
e, i, y

G dur =[g]
a, o, u

Slide 7 - Tekstslide

Le C
C doux = [s]
e, i, y

C dur = [k]
a, o, u

Slide 8 - Tekstslide

Hoe spreken we "CAMBRIOLAGE" uit?
A
c doux [s] + g doux [j]
B
c dur [k] + g doux [j]
C
c doux [s] + g dur [g]
D
c dur [k] = g dur [g]

Slide 9 - Quizvraag

Hoe spreken we "garçon" uit?
A
g doux [j] + c doux [s]
B
g dur [g] + c doux [s]
C
g doux [j] + c dur [k]
D
g dur [g] = c dur [k]

Slide 10 - Quizvraag

Et oui le ç se prononce de la même façon 
qu'un c doux [s]
ç = c doux = [s]

Slide 11 - Tekstslide

3. Les verbes

Slide 12 - Tekstslide

Koppel de werkwoorden met dezelfde uitspraak
Zelfde uitspraak
Il a regardé
Tu regardes
Je regarde
Elles regardent
Nous regardons

Slide 13 - Sleepvraag

Et oui le -e, -es, -ent
 se prononcent tous de la même façon !
je regarde, tu regardes, ils regardent

Slide 14 - Tekstslide

Koppel de werkwoorden met dezelfde uitspraak
Zelfde uitspraak
Il a regardé
Tu regardes
regarder
Nous regardons
Vous regardez

Slide 15 - Sleepvraag

Et oui le -er, , -ez
 se prononcent tous de la même façon !
regarder, il a regardé, vous regardez

Slide 16 - Tekstslide

Koppel de werkwoorden met dezelfde uitspraak
Zelfde uitspraak
Nous aimions
J'aimais
On aimait
Ils aimaient
Vous aimiez

Slide 17 - Sleepvraag

4. Autres règles
  • t + ion --> s
Ex: information, exception...
Sauf: question 

  • qu --> k
Ex: que, question...
Sauf : quiz (kw)

  • ch --> sh
Ex: chien, chat...

Slide 18 - Tekstslide

5. Les liaisons : l'accord
  • voyelle / s / voyelle --> z
Ex: des amis
Sauf: dans un château

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

et maintenant ......
zelfstandig werken aan de weektaak:  6 tm 9
let op : lees actief : potlood/pen vast, highlighten (mettre en évidence) 

Slide 22 - Tekstslide