2.3 Wereld: De stad verandert

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Bangkok heeft bijna 15 miljoen inwoners. De tweede grootste stad in Thailand heeft bijna 300.000 inwoners. Wat voor stad is Bangkok?

Slide 2 - Open vraag

Hoe hoger de verstedelijkingsgraad, hoe ... de verstedelijkingstempo.
A
Hoger
B
Lager
C
Kan je niks over zeggen

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Steden in verandering
Steden veranderen continue, zoals New York hiernaast.

Er zit verschil in hoe een stad in een arm land zich ontwikkelt en hoe een stad in een rijk land zich ontwikkelt. 

Daar gaat deze paragraaf over.

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
Je weet hoe een westerse en een niet-westerse stad is opgebouwd.

Je begrijpt dat verstedelijking steeds vaker plaatsvindt in de randzone van de stad.
Je kunt met een kaart of model de opbouw van een Amerikaanse stad beschrijven.
Je beheerst de stof van dit onderdeel.


Slide 6 - Tekstslide

Westerse stad

Slide 7 - Woordweb

Niet-westerse stad

Slide 8 - Woordweb

Westerse stad
Suburbs: wijken rondom de stad waar mensen met hoge inkomens wonen. 

Oudere woonwijken: Wonen mensen met lagere inkomens. 

CBD (central business District) 
Historische binnenstad. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Niet-westerse stad
Steden zijn heel snel opgebouwd --> hoge verstedelijkingstempo.

Minder structuur



Slide 11 - Tekstslide

Vernieuwing van oude woonwijken = Gentrificatie

Slide 12 - Tekstslide

Westerse stad      Niet-westerse stad
Welke kenmerken horen waarbij?
verspreid liggende industrieter-reinen
Historische binnenstad (vooral in Europa)
Krottenwijken
Woonwijken voor de rijken
Central Business District
Oude woonwijken met veel immigranten
Weinig structuur door explosieve groei.
Suburbs rond de stad (hoge inkomens

Slide 13 - Sleepvraag

Maak de opdrachten 
Maak de opdrachten van paragraaf 2.3 
Eerste 5 minuten in stilte, daarna in tweetallen overleggen. 
Vraag? Stek ze vooral! 

Slide 14 - Tekstslide