In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Formatieve Toets
Economie - DMI
Break even analyse
Slide 1 - Tekstslide
waar staan de letters voor?
Slide 2 - Tekstslide
De constante kosten zijn €105.000. De verkoopprijs van een artikel is €15. De variabele kosten per stuk zijn €3. Bereken de break even afzet
A
8700
B
584
C
8750
D
650
Slide 3 - Quizvraag
Dane heeft een eigen zaakje: Van Russelcake. Hij verkoopt witte chocokoekjes. Zijn totale constante kosten zijn € 100.000. De variabele kosten per koekje zijn € 0,80 en de verkoopprijs is € 1,20. Wat is zijn break-even afzet? (antwoord met puntjes)
Slide 4 - Open vraag
Kosten van een bedrijf zijn €360.000, 60% daarvan is constant. Verkoopprijs is €23 en de variabele productiekosten zijn €8. De verwachte productie is 30.000 stuks. Hoe hoog is de break even afzet?
A
€14.400
B
€331.200
C
€18.000
D
14.400
Slide 5 - Quizvraag
2 varianten
1 Break even afzet (BEA)
Het Break Even Punt in stuks AFZET
2 Break even omzet (BEO)
Het Break Even Punt in geld OMZET
Slide 6 - Tekstslide
Hoe maken we van de Break-even afzet de Break-even omzet?
A
break-evenafzet x variabele kosten
B
break-even omzet x verkoopprijs
C
break -even afzet x verkoopprijs
D
brea-even afzet x vaste kosten
Slide 7 - Quizvraag
Break-even omzet
Als je de break-even afzet weet kun je heel gemakkelijk
de break-even omzet berekenen:
= break-even afzet x verkoopprijs per stuk
Slide 8 - Tekstslide
Kosten van een bedrijf zijn €360.000, 60% daarvan is constant. Verkoopprijs is €23 en de variabele productiekosten zijn €8. De verwachte productie is 30.000 stuks. Hoe hoog is de break even omzet?
A
€14.400
B
331.200
C
€331.200
D
18.445
Slide 9 - Quizvraag
Een bedrijf heeft als omzetfunctie TO = 25Q. De totale kostenfunctie is TK = 4Q + 4200.
Hoe hoog zijn de variabele kosten per product?
A
4
B
25
C
100
Slide 10 - Quizvraag
Een bedrijf heeft als omzetfunctie TO = 25Q. De totale kostenfunctie is TK = 4Q + 4200.
Bereken de break-even omzet.
A
€100
B
€200
C
€10.000
D
€20.000
Slide 11 - Quizvraag
Uitleg
Slide 12 - Tekstslide
De break-even afzet is 10.000. De constante kosten zijn €30.000. De verkoopprijs is €6,-. Hoeveel is de inkoopprijs?