Patisserie les 2

Patisserie les 2
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
VTHMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Patisserie les 2

Slide 1 - Tekstslide

Soezen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Waarmee heeft het te maken dat de eieren 1 voor 1 worden toegevoegd?
A
de bindkracht van de bloem
B
de bindkracht van het ei
C
de bindkracht van de boter
D
de bindkracht van het water

Slide 4 - Quizvraag

Op hoeveel graden moet de oven staan?
A
150/160
B
210/220
C
200/210
D
180/190

Slide 5 - Quizvraag

Aan welk ingrediënt heeft de soes zijn goud/gele kleur te danken?
A
room
B
melk
C
boter
D
bloem

Slide 6 - Quizvraag

Wat wordt hieronder beschreven?
Een grote soes met een diameter van ± 12 cm. De soes wordt gevuld met slagroom en geglazuurd met gesmolten chocolade


A
Berliner bol
B
Tompouche
C
Bossche bol
D
Eclairs

Slide 7 - Quizvraag

Noem minimaal 4 producten
waar soezenbeslag voor
wordt gebruikt

Slide 8 - Woordweb

Wat is een croquembouche?
schrijf de beschrijving hieronder op.

Slide 9 - Open vraag

Waarmee worden de soesjes van een croquembouche gevuld?
A
Gele room
B
Jam
C
Kwark
D
Chocolade

Slide 10 - Quizvraag

Zoek op internet op wat een Gâteau Sacher taart is en beschrijf hem hieronder

Slide 11 - Open vraag

Amandelspijs

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video


Bladerdeeg

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Waarom is de snel korst sneller klaar?
A
minder toeren
B
meer toeren
C
minder kneden
D
meer kneden

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

welke crème wordt er veel als vulling in bon bons gebruikt?
A
Crème brulee
B
Crème caramel
C
Crème fraische
D
Boter crème

Slide 21 - Quizvraag

Uit welke 2 ingrediënten bestaat praline?

Slide 22 - Open vraag

Er zijn 2 technieken om bonbons te maken, welke zijn dit?
A
Mouleren
B
Tempreren
C
Canneleren
D
Glaceren

Slide 23 - Quizvraag

Na welke van de zojuist benoemde technieken worden de bon bons gevuld?

Slide 24 - Open vraag

Aan het einde van de bewerking van de truffel wordt hij omgewenteld in
A
Hagelslag
B
Cocos
C
Cacao
D
Vlokken

Slide 25 - Quizvraag

Eiwitschuim
Franse meringue: 
Is de bekendste methode waarbij kristalsuiker in het eiwit wordt geklopt. Het eiwit wordt hierna nog afgebakken in de oven.
Italiaanse meringue:  
Deze kookschuim wordt gemaakt door een kokende suikersiroop in het eiwit te kloppen. De meringue is direct te gebruiken zonder te bakken.

Slide 26 - Tekstslide

Eiwitschuim
Zwitserse meringue: 
Wordt au bain-marie warm geklopt, waarna kristalsuiker wordt toegevoegd. Daarna wordt het verder geklopt totdat het is afgekoeld.
Veganistische meringue: 
Wordt gemaakt met aquafaba en een kleine dosis kristalsuiker en citroensap.

Slide 27 - Tekstslide

Naar welk Zwitserse plaatsje is het Zwitserse eiwitschuim vernoemt?
A
Basel
B
Meiringen
C
Luzern
D
walliser

Slide 28 - Quizvraag

Voor welk eind kenmerk wordt er suiker toegevoegd aan de eiwit
A
zoet
B
knapperig
C
zout
D
Mals

Slide 29 - Quizvraag

Waarmee maak je de bekken vet vrij?
A
vet vrij papier
B
keukenrol
C
sinaasappel
D
citroen

Slide 30 - Quizvraag

Deeg soorten

Slide 31 - Tekstslide

Welke zoete deegsoorten kennen we?
A
kruimeldeeg, trekdeeg en wrijfdeeg
B
Roerdeeg, trekdeeg en wrijfdeeg
C
Roerdeeg, wrijfdeeg en brooddeeg
D
Kruimeldeeg, wrijfdeeg en roerdeeg

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Wat zijn de ingrediënten van een 1, 2, 3 deeg?
A
Patentbloem 100 gram Boter 200 ram Suiker 300 gram
B
Boter 100 gram kristalsuiker 200 gram Patentbloem 300 gram
C
Basterdsuiker 100 gram Boter 200 gram Patentbloem 300 gram
D
Patentbloem 100 gram ei 200 gram kristalsuiker 300 gram

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Video

Huiswerk
Maak hoofdstuk 7
Boek 2

Slide 37 - Tekstslide