Paragraaf 5.1 deel 3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Huiswerk

TB Lezen: blz. 88 + 89

WB Maken: blz. 119/120 --> opdracht 3 t/m 5

Vraag 3

a Bijvoorbeeld: Britten exporteerden toen steeds meer.

b Bijvoorbeeld: Britten produceerden toen steeds meer doordat ze machines eerst aandreven door watermolens en later door stoommachines.

Vraag 4b

Groot-Brittannië, Duitsland, Italië, Frankrijk

5b Bijvoorbeeld: In beide landen was groeiende industrie, in Nederland later dan in België.

Vraag 4a

Vraag 5a

Welk samenlevingstype ontstaat in de tijd van burgers en stoommachines?

1. Landbouwsamenleving
2. Landbouw-stedelijke samenleving
3. Industriele samenleving

Maken huiswerk voor woensdag 10 maart

Lezen TB paragraaf 5.1 (vanaf blz. 88)

Maken WB paragraaf 5.1  (blz. 120/121) Opdracht 6 en 7