Je kent de regel van hardy- en weinberg en kunt deze toepassen in verschillende situaties
=
Erfelijkheidsleer voor populaties
eerst even herhalen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Populatiegenetica
Je kent de regel van hardy- en weinberg en kunt deze toepassen in verschillende situaties
=
Erfelijkheidsleer voor populaties
eerst even herhalen
Slide 1 - Tekstslide
Texelaars zijn schapen die meestal een witte vacht hebben. Er bestaan ook blauwe Texelaars. Hun vacht is bruingrijs en de ondervacht is blauwachtig van kleur. Het gen voor wit haar is dominant. Een heterozygoot mannetje paart met een heterozygoot vrouwtje. Hoe groot is de kans dat een nakomeling uit deze kruising een blauwe Texelaar is? (antwoord mag ook met een foto gegeven worden)
Slide 2 - Open vraag
Kansen
bij kruising tussen koppels is de kans op ieder allel altijd 1/2
(op bord)
bij populaties is dat anders
Slide 3 - Tekstslide
genen poel
alle genen van 1 populatie
Genotypefrequentie:
fractie BB/ Bb/ bb op totaal
Allelfrequentie
fractie B / b op totaal
Slide 4 - Tekstslide
Bepaal de genotype- en allelfrequenties in de afgebeelde populatie. Tel vervolgens de genotypefrequenties bij elkaar op. Doe dat ook voor de allelfrequenties. Had je die uitkomsten verwacht?
Slide 5 - Open vraag
conclusie
Som van alle genotypefrequenties = 1
werken we later verder uit
Som van alle allelfrequenties = 1
Frequentie allel B noemen we p
Frequentie allel b noemen we q
p+q=1 (BINAS 93 D3)
Slide 6 - Tekstslide
uitwerken
allelfrequentie gaan nu in kruisingsschema (op het bord)
wat is de kans op de verschillende genotypes in de volgende generatie?
Slide 7 - Tekstslide
Conclusie
genotypefrequenties: p2 + 2pq + q2 = 1
= freq. BB + freq Bb + freq bb = 1
allelfrequenties: p+q=1
=freq B + freq b =1
tip: zet altijd de genotypen/allelen onder de algemene formules
Slide 8 - Tekstslide
samen uitwerken
1) algemene regels noteren
2) toewijzen allelen aan p/q
3) noteren wat je weet
4) doorrekenen
tip: begin altijd met homozygoot recessief
Slide 9 - Tekstslide
klaar? begin vast met toetsvragen bij 26.6
timer
5:00
Slide 10 - Tekstslide
frequenties constant
recessief
genotype
allelfreq
P
q2
q
F1
q2
q
F2
q2
q
F3
q2
q
F4
q2
q
...etc
Slide 11 - Tekstslide
In theorie zijn allelfrequenties in populaties altijd constant. Kun jij situaties bedenken waarin dat niet zo is?