nn5 4tl hfd 2 Woordenschat Onbekende woorden: betekenis afleiden uit het woord (1)

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Woordenschat
Doel: 
Je kunt de betekenis van een onbekend woord vinden door een woorddeel te herkennen. 


Slide 2 - Tekstslide

Uitleg
Je maakt vandaag de opdrachten die in je boek staan.
De opdrachten zijn in de LessonUp geplaatst, dus je hebt je boek NIET nodig!
Deze opdrachten komen terug op het SE over Woordenschat, Spelling en Taalverzorging hfd 1 en hfd 2. 
Maak de opdrachten dus zorgvuldig.

Slide 3 - Tekstslide


Stel je voor:
Je weet niet wat het woord COMPROMISLOOS betekent.
Wat weet je ZONDER HET WOORD OP TE ZOEKEN in ieder geval wel als het om dit woord gaat.


Slide 4 - Open vraag

Stel je voor:
Je komt tijdens het lezen van een tekst een woord tegen dat je NIET kent. Wat kun je allemaal doen om achter de juiste betekenis van het woord te komen.
Welke drie manieren heb je op de vorige slide gezien. Nummer ze!

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Als je het voorvoegsel ANTI- bij een woord ziet staan?
Wat betekent dat dan?

Slide 7 - Open vraag

Als je het voorvoegsel PRO- bij een woord ziet staan?
Wat betekent dat dan?
Je mag gebruik maken van internet, als je dat wilt.

Slide 8 - Open vraag

Als je het voorvoegsel TELE- bij een woord ziet staan?
Wat betekent dat dan?
Je mag gebruik maken van internet, als je dat wilt.

Slide 9 - Open vraag

Als je het voorvoegsel INTER- bij een woord ziet staan?
Wat betekent dat dan?
Je mag gebruik maken van internet, als je dat wilt.

Slide 10 - Open vraag

Als je het achtervoegsel ACHTIG- bij een woord ziet staan?
Wat geeft dat dan aan?
Je mag gebruik maken van internet, als je dat wilt.

Slide 11 - Open vraag

Lees de tekst
De vragen staan op de volgende slide

Slide 12 - Tekstslide

Noteer een synoniem van het woord CRUCIAAL (alinea 1).

Slide 13 - Open vraag

Noteer de betekenis van ON- in onacceptabel (alinea 1).

Slide 14 - Open vraag

Welke omschrijving van ONACCEPTABEL staat in de tekst? Noteer de omschrijving exact -> citeren

Slide 15 - Open vraag

1) Noteer het voorvoegsel dat voor GEDRAG (alinea 1) staat.
2)Wat betekent dit voorvoegsel?

Slide 16 - Open vraag

Wat betekent 'KLIMAAT' in leef- en leerklimaat (alinea 2) in de tekst?
Kies uit:
A
omstandigheden waarin iemand zich bevindt
B
sfeer in iets
C
toestand van de atmosfeer in een bepaald gebied

Slide 17 - Quizvraag

Lees de tekst
De tekst staat in je boek op bl. 63. 
Ja of Nee tekst behorend bij woordenschat

Slide 18 - Tekstslide

Noteer een synoniem voor POOGT (alinea 1)

Slide 19 - Open vraag

Welk woord maakt duidelijk dat het Donorregister middelen gebruikt om meer donoren te werven? (alinea 1)

Slide 20 - Open vraag

Noteer de tegenstelling van ONOMSTREDEN (alinea 1)

Slide 21 - Open vraag

Noteer de betekenis van ONOMSTREDEN (alinea 1)

Slide 22 - Open vraag

In de tekst wordt duidelijk gemaakt wat
ZICH REGISTREREN betekent.
Noteer de betekenis.

Slide 23 - Open vraag

WERVEN (alinea 1) betekent PROBEREN OVER TE HALEN.
Wat is de betekenis van WERVINGSSPOTJE (alinea 5)?

Slide 24 - Open vraag

grote actie voor een bepaald doel
met betrekking tot
in de smaak vallen bij
door middel van
langdurig
heeft kwaad gemaakt
snel naderende
dringend
waarover men het niet eens is
Niet in staat tot het nemen van een redelijke beslissing
gevoelige/lastige
Sleep de woorden naar het juiste blokje
middels
nijpend
chronisch
wilsonbekwamen
ten aanzien van
heikele
aanspreken
in het verkeerde keelgat geschoten
omstreden
aanstormende
campagne

Slide 25 - Sleepvraag

Welk woord past in de zin?
Verander zo nodig de vorm.

Mark ... ons ... sneller aan de opdracht voor wiskunde te werken.
A
aansporen
B
opleveren
C
gidsen
D
vestigen

Slide 26 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Verander zo nodig de vorm.

Mijn moeder ... mijn aandacht op een advertentie in de krant over nieuwe games.
A
beseffen
B
opleveren
C
schenden
D
vestigen

Slide 27 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Verander zo nodig de vorm.

Het is ... onmogelijk om niet nat te worden als het zo hard regent
A
zorgvuldig
B
luttel
C
schier
D
missie

Slide 28 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Verander zo nodig de vorm.

Lisa is heel ... bij het in elkaar zetten van haar jas die ze zelf maakt.
A
zorgvuldig
B
schenden
C
item
D
schier

Slide 29 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Verander zo nodig de vorm.

Als je naar Leiden wilt reizen met het openbaar vervoer zijn er ... mogelijkheden
A
gidsen
B
luttel
C
talloze
D
schier

Slide 30 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Verander zo nodig de vorm.

...van de mensenrechten wordt nog altijd niet getolereerd.
A
opleveren
B
schenden
C
beseffen
D
aansporen

Slide 31 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Verander zo nodig de vorm.

Eerlijke handel is de ... van de Wereldwinkel
A
schier
B
item
C
missie
D
vestigen

Slide 32 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Verander zo nodig de vorm.

Voor een ... bedrag is het mogelijk de speelgoedactie van de basisschool te sponsoren
A
schier
B
talloze
C
missie
D
luttel

Slide 33 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Verander zo nodig de vorm.

Deelnemers aan de Grachtenloop ... goed dat ze tien kilometer moeten hardlopen.
A
gidsen
B
aansporen
C
beseffen
D
vestigen

Slide 34 - Quizvraag


Vul het juiste voor- of achtervoegsel in en maak het woord compleet.
Voorbeeld:
De leraar had moeite om mijn handschrift te ...(cijfer) -> ontcijferen


Jongeren die zich tijdens de werkweek ...(dragen) , kunnen rekenen op een flinke straf.

Slide 35 - Open vraag


Vul het juiste voor- of achtervoegsel in en maak het woord compleet.
Voorbeeld:
De leraar had moeite om mijn handschrift te ...(cijfer) -> ontcijferen


Hussein ... (schatten) zijn populariteit. Zijn vrienden hielpen hem niet toen hij problemen had met zijn mentor.

Slide 36 - Open vraag


Vul het juiste voor- of achtervoegsel in en maak het woord compleet.
Voorbeeld:
De leraar had moeite om mijn handschrift te ...(cijfer) -> ontcijferen


Mijn vriend zal het ver schoppen als gitarist. Nu gaat het nog niet zo goed en worden zijn kwaliteiten ... (waarderen)

Slide 37 - Open vraag


Vul het juiste voor- of achtervoegsel in en maak het woord compleet.
Voorbeeld:
De leraar had moeite om mijn handschrift te ...(cijfer) -> ontcijferen


Gelukkig heb ik van mij ouders een ... (hoog) van mijn zakgeld gekregen.

Slide 38 - Open vraag


Vul het juiste voor- of achtervoegsel in en maak het woord compleet.
Voorbeeld:
De leraar had moeite om mijn handschrift te ...(cijfer) -> ontcijferen


Liesbeth zegt dat ze eerlijk is, maar ik ... (trouw) haar.

Slide 39 - Open vraag

met veel hoop
wat werkelijk is
voor een prijs die betaald kan worden
elke week
mogelijk te delen
zonder inspiratie
zuinig zijn
Sleep de woorden naar het juiste blokje
hoop
werkelijk
betaal
weke
behulp
inspiratie
spaar
loos
baar
zaam
lijks
heid
vol
zaam

Slide 40 - Sleepvraag

Maken in je schrift: bl. 64 opdr. 6 en 7. 

Slide 41 - Sleepvraag