Bijvoeglijk naamwoord

Wat weet je nog over het bijvoeglijk naamwoord?
1 / 15
volgende
Slide 1: Woordweb
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog over het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 1 - Woordweb

Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands

Slide 2 - Sleepvraag

mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
-
-e
meervoud
-s
-es
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
petit
petite
meervoud
petits
petites
Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Tekstslide

Soms is het bijvoeglijk naamwoord een beetje onregelmatig



italien - italienne (canadien/ancien)
dangereux- dangereuse (amoureux/furieux/etc)
sportif- sportive (actif)

Slide 4 - Tekstslide

Soms is het bijvoeglijk naamwoord helemaal regelmatig



Beau - belle - beaux - belles
nouveau-nouvelle-nouveaux- nouvelles
vieux-vieille-vieux- vieilles

Slide 5 - Tekstslide

sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vak
mannelijk
vrouwelijk
sportif
sportive
bon
bonne
vieux
vieille
beau
belle

Slide 6 - Sleepvraag

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord
In het Nederlands staat het bijvoeglijk naamwoord er altijd voor
de Franse Youtuber
De grote hond
de lange jongen
In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord er meestal achter en soms ervoor

Slide 7 - Tekstslide

Voor
Bon
grand
petit
premier
dernier
joli
jeune
vieux
nouveau
mauvais
long 
beau
Achter
alle andere die je kan bedenken
bijv: noir - actif- gris - intéressant - incroyable - fatastique - nul - jaune - etc

Slide 8 - Tekstslide

komt het bijvoeglijk naamwoord voor of achter het zelfstandig naamwoord?
VOOR
ACHTER
blanc
adorable
belle
nouveau
active
grands
bonnes

Slide 9 - Sleepvraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm en op de juiste plek. Schrijf de hele zin over!

J'ai un ___________ père _____________ [sportif]

Slide 10 - Open vraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm en op de juiste plek. Schrijf de hele zin over!

Elles sont des_________ filles ________. [sportif]

Slide 11 - Open vraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm en op de juiste plek. Schrijf de hele zin over!

Elles sont des __________ filles ________. [sérieux]

Slide 12 - Open vraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm en op de juiste plek. Schrijf de hele zin over!

J'ai une _______ cousine _________ [beau]

Slide 13 - Open vraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm en op de juiste plek. Schrijf de hele zin over!

C'est une ________matière _____________ . [facile]

Slide 14 - Open vraag

Ga verder met de beschrijving van je familielid

• Beschrijf hoe hij/zij eruit ziet in minimaal 3 zinnen. Gebruik hiervoor minimaal 2 keer het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm en de juiste plek.
Zeg bijvoorbeeld iets over zijn kleding:
Il porte un t-shirt noir.
Elle porte des chaussures sportives.

Slide 15 - Tekstslide