LOB les 6, YNV2A

LOB les 6, YNV2A
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LOB les 6, YNV2A

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
Deel 1:
Presentaties gezondheidshypes

Deel 2: 
Mindset 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mindset 

Growth en Fixed Mindset
Butterfly Circus
G-schema

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mindset 
- Onderzoek je het verschil is tussen een fixed en growth mindset.

- Onderzoek je welke mindset jij hebt. 

- Weet je het effect van een growth mindset.

- Oefen je met het ombuigen van je mindset aan de hand van het G schema

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
We gaan zo een video bekijken. Schrijf kort op wat je ziet; wat zijn 3 kenmerken van een growth mindset? En wat zijn 3 kenmerken van een fixed mindset?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

vervolgens terugkomen op opdracht en bevragen in welke mindset zij zich herkennen
Mensen met een fixed mindset:

Zij geloven dat al onze vaardigheden vast staan. --> 'Zij kan dat van nature en mij gaat dat nooit lukken'. 

Zij vermijden fouten en uitdagingen uit angst voor falen. 

Geven snel op bij tegenslag. 

Zijn bezorgd over hun eigen kunnen.

Zij willen graag slim overkomen. 

Stellen prestatiedoelen

Pakt feedback persoonlijk op

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensen met een growth mindset:

Zijn er van overtuigd dat je vaardigheden kunt ontwikkelen en hier zelf invloed op hebt.
 
Zij denken in mogelijkheden en geloven dat je kunt blijven groeien, ook als iets nu nog niet lukt.

Snappen dat feedback iets is waar ze van kunnen leren en dat het niet persoonlijk is.
  
Zijn gaan problemen aan, en zien het als een leerproces.

Hebben vaak meer plezier



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

-

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

The butterfly Circus

- Wat is de belangrijkste boodschap uit deze film?

- Wat bedoelde de circusdirecteur met de uitspraak: 'The greater the struggle, the more glorious the triumph'?

- Welk moment uit de film heeft indruk op je gemaakt?

- Heb je iets geleerd of gehoord wat je ook in jouw leven kan toepassen? Wat dan?

Slide 12 - Tekstslide

klassikaal 
Selffulfilling Prophecy
Waarom is het zo belangrijk om positief naar jezelf te kijken?
Hoe jij denkt dat anderen je zien ; Zo gaan anderen jou ook zien!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


1. Gedachtes (rode cirkel): creëren dus de gevoelens. 
Voorbeeld van een gedachte: ik kan dit niet

2. Gevoelens (oranje cirkel): die ervaar je omdat je bepaalde dingen denkt (bewust of onbewust!). Wat je denkt bepaalt hoe je je voelt. 
Voorbeeld van bijbehorend gevoel: machteloosheid

3. Gedrag (groene cirkel): je maakt een keuze in je gedrag naar aanleiding van dat wat je voelt. Hiermee voed je je gedachten, en zo ontstaat er de cirkel.
Voorbeeld van het gedrag wat ontstaat: niks doen, terugtrekken.

Gevoelens komen dus niet zomaar op, ze worden gevormd door je gedachten. 
Verander je je gedachtes, dan verander je je gevoel. En dat is heel goed nieuws! 
Want hier heb je invloed op en zo krijg je grip op je hoe je voelt. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

G schema laat je stilstaan bij je gedachten --> en dus ook MM. 
Negatieve gedachte
Gebeurtenis: Tim moet een presentatie houden.
Gedachte (negatief ): Het zal wel niet lukken en de klas lacht me vast uit.
Gevoel: Tim is zenuwachtig en krijgt buikpijn.
Gedrag: Tim komt niet uit zijn woorden en vergeet wat hij wilde vertellen.
De volgende keer heeft hij nog meer spanning voor een presentatie

Positieve gedachte
Gebeurtenis: Tim moet een presentatie houden.
Gedachte (positief ): Iedereen is zenuwachtig voor een spreekbeurt maar ik heb het goed voorbereid
en het enige wat ik kan doen is mijn best.
Gevoel: Tim is positief gespannen.
Gedrag: Tim houdt een goede spreekbeurt. Voortaan heeft hij het vertrouwen dat hij goed is in
het houden van spreekbeurten.



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Vul de eerste kolom voor jezelf in , denk hierbij aan iets wat jij meemaakte

Slide 18 - Tekstslide

samen invullen en samen oefenen met ombuigen van gedachten met helpende positieve gedachten


Stappenplan

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Vul de nu de 2de kolom voor jezelf in, hoe had  je het anders kunnen doen? 

Slide 20 - Tekstslide

samen invullen en samen oefenen met ombuigen van gedachten met helpende positieve gedachten
Over volgende week:






Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies