*Werkwoordspelling paragraaf 14, vwo 2

Paragraaf 12
Homofone werkwoorden
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 12
Homofone werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Vul de juiste werkwoordsvorm in:
De dierenarts (verdoven) de hond.

Slide 2 - Open vraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:
De dierenarts heeft de hond (verdoven).

Slide 3 - Open vraag

Leg het verschil uit tussen de werkwoorden van verdoven:

De dierenarts verdooft de hond.
De dierenarts heeft de hond verdoofd.

Slide 4 - Open vraag

Homofone werkwoorden
  • Gebeurt / gebeurd
  • verroeste / verroestte

  • Het gebeurt gelukkig best vaak! (pvtt)
  • Het is vorige week gebeurd. (vd)

  • De verroeste sleutel past niet in het slot. (bn)
  • De fiets verroestte door de regen. (pvvt)

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn homofone werkwoorden?
Homofone werkwoorden zijn werkwoorden die hetzelfde klinken maar verschillend gespeld worden.

vind en vindt
vermoord en vermoordt
bevrijdde en bevrijde
verdient en verdiend
etc. etc.

Slide 6 - Tekstslide

Een d of dt?

Komt alleen voor bij werkwoorden die in de pvtt enkelvoud in de infinitief een d   hebben. : vermoorden, antwoorden, bereiden, raden, schudden, houden, worden,

Ik bereid
vandaag het eten, maar morgen bereidt Freek het eten.
Ik raad bijna elk antwoord goed, Jan raadt elk antwoord fout.
Mijn moeder schudt elke dag mijn vieze kleren uit, maar ik schud zealtijd op zaterdag uit.


Slide 7 - Tekstslide

Een d of t
Komt alleen voor bij de pvtt en het voltooid deelwoord.
pvtt                                                    vd 
Hij verdient.                                   Hij heeft verdiend.
Zij bedient de gasten.              Zij heeft de gasten bediend.
Het kind verhuist morgen.     De kinderen zijn gisteren verhuisd.

Slide 8 - Tekstslide

Welke werkswoorsvorm?
De lampjes zouden elke avond branden, maar gisteren brandden ze niet.

Slide 9 - Tekstslide

Laden / Laadden de verhuizers de piano in de vrachtwachten?
A
beide vormen kunnen: pvtt en pvvt
B
Alleen laden is goed.
C
Alleen laadden is goed.
D
Beide vormen zijn fout.

Slide 10 - Quizvraag

Jos vergrootte de foto, zodat hij de vergrote foto cadeau kon geven.
Welke werkwoordvormen?
A
vergrootte = voltooid deelwoord vergrote = bijvoeglijk naamwoord (van vd)
B
vergrootte = pvvt vergrote = pvtt
C
vergrootte = pvvt vergrote = pvvt
D
vergrootte = pvvt vergrote = bijvoeglijk naamwoord (van vd)

Slide 11 - Quizvraag

de (n) of dde(n)  /  te(n of tte(n)
De wegwerkers verbreedden gisteren de dijk bij Bemmel en verbreden vandaag de dijk bij Lent.

Wij verlichten met Kerst altijd onze kerstboom en vorige jaar verlichtten we ook onze struiken.

Slide 12 - Tekstslide

De stratenmaker verbreedde de stoep en die verbrede stoep ziet er goed uit.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is duidelijk geworden? Wat moet je altijd eerst heel goed weten voordat je kunt gaan spellen?

Slide 14 - Open vraag

Opdracht 
Nieuw Nederlands online
Cursus 7, paragraaf 14
Maak opdracht 1, 2, 3, 4, 7B, 8B, 6C

Slide 15 - Tekstslide