Ga nu verder met het uitwerken van de leerdoelen van 2.1:
- Ik kan beschrijven hoe bot en kraakbeen zijn opgebouwd en de onderdelen benoemen (zie bron 5, 6 en 7). Ik kan ook de functie van kraakbeen noemen en in een skelet aanwijzen waar kraakbeen te vinden is (zie bijvoorbeeld bron 8).
- uitleggen wat verbening is en wat dit te maken heeft met waarom kinderen gemakkelijk bewegen en waarom oudere mensen sneller hun botten breken.
- uitleggen hoe je wervelkolom schokken op vangt (zie blz. 77)
- De bouw van wervels beschrijven en de onderdelen benoemen (zie blz 78)
Alle vetgedrukte woorden omschrijven van 2.1 (zie blz 206 t/m 208 voor omschrijvingen)