21-11-2024

21-11-2024
eenentwintig november tweeduizendvierentwintig
donderdag
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 240 min

Onderdelen in deze les

21-11-2024
eenentwintig november tweeduizendvierentwintig
donderdag

Slide 1 - Tekstslide

rooster
inloop
1e
Nederlands - Spreken en Luisteren:
Open Avond Aventus morgenavond
Buddy to buddy
filmpje Nieuwsbegrip
2e
Rekenen - potlood en gum mee
3e
Nederlands - Lezen: Nieuwsbegrip 
4e
Nederlands - Lezen: Nieuwsbegrip + voorbereiden presentaties
5e
Nederlands - Spreken & Luisteren - presentaties
6e
Nederlands - woordkennis, afronden + opruimen.
corvee: Andreii & Nazalin (reserve: Gulistan)

Slide 2 - Tekstslide

opstart
- pak je schrift, een goede pen en een laptop
- log in bij LessonUp
- kies voor Join a Class
- kies klas F

Slide 3 - Tekstslide

doelen van de nieuwe week
3
Ik kan vertellen over mijzelf, mijn familie en mijn vrienden
3
Ik kan een beschrijving geven van een persoon, een ding en een dier
3
Ik kan het nieuws over politiek SPORT begrijpen
3
Ik ken en kan rekenen in het Nederlands
3
Ik kan spellen in het Nederlands
3
Ik ken en kan de 25 meest gebruikte werkwoorden in het Nederlands in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd
3
Ik kan eenvoudige zinnen maken over wat ik op een dag doe.
3
Ik kan het onderwerp van een tekst voorspellen
3
Ik ken en kan de stappen om een tekst te lezen
3
Ik kan de betekenis van een woord uitzoeken

Slide 4 - Tekstslide

Spreken
doel:
- Ik kan vertellen over mijzelf, mijn familie en mijn vrienden
-Ik kan een beschrijving geven van een persoon, een ding en een dier
-Ik ken en kan de 25 meest gebruikte werkwoorden in het Nederlands in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd
- Ik kan eenvoudige zinnen maken over wat ik op een dag doe.

Slide 5 - Tekstslide

opdracht
Je krijgt een situatie. In deze situatie moet je een gesprek voeren met Rosan.
Let erop dat je hoofdzinnen en bijzinnen gebruikt. Let op de woordvolgorde

Slide 6 - Tekstslide

situatie 1: 
Je komt je zusje ophalen op school, maar je mag haar niet meenemen.

Slide 7 - Tekstslide

situatie 2:
Je komt bij de huisarts omdat je ziek bent. Je wil dat zij je doorstuurt naar het ziekenhuis

Slide 8 - Tekstslide

situatie 3:
Je wordt door de politie aangehouden, omdat je op een fatbike rijdt. 

Slide 9 - Tekstslide

opdracht
En nu gaan jullie het samen doen!
Dezelfde situaties, maar dan met je buur.

Slide 10 - Tekstslide

situatie 1: 
Je komt je zusje ophalen op school, maar je mag haar niet meenemen.
timer
2:00

Slide 11 - Tekstslide

situatie 2:
Je komt bij de huisarts omdat je ziek bent. Je wil dat zij je doorstuurt naar het ziekenhuis
timer
2:00

Slide 12 - Tekstslide

situatie 3:
Je wordt door de politie aangehouden, omdat je op een fatbike rijdt. 
timer
2:00

Slide 13 - Tekstslide

Kijken & Luisteren
filmpje van Nieuwsbegrip

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Lezen
doel:
Ik kan het onderwerp van een tekst voorspellen
Ik ken en kan de stappen om een tekst te lezen
Ik kan de betekenis van een woord uitzoeken

Slide 18 - Tekstslide

opdracht Nieuwsbegrip
Rosan
Karen
de rest
Gulistan
Katia
Oleksandr

Slide 19 - Tekstslide

Lezen
samenvattend lezen
hoofdpunten uit de tekst

Slide 20 - Tekstslide

samen
we lezen de tekst in stappen
- voorspellen
- lezen in delen
- sleutelvragen

Slide 21 - Tekstslide

opdracht
maak vraag 8 van opdracht 1
timer
2:00

Slide 22 - Tekstslide

Rubik's kubus

Slide 23 - Woordweb

presentatie

Slide 24 - Tekstslide

opdracht
Je maakt per groepje een beoordeling.
De punten van de klas zijn de helft van het cijfer

Slide 25 - Tekstslide

reflectie
- heb je aan de doelen van deze week gewerkt?
- ben je beter geworden?

Slide 26 - Tekstslide

doelen van de nieuwe week
3
Ik kan vertellen over mijzelf, mijn familie en mijn vrienden
3
Ik kan een beschrijving geven van een persoon, een ding en een dier
3
Ik kan het nieuws over politiek SPORT begrijpen
3
Ik ken en kan rekenen in het Nederlands
3
Ik kan spellen in het Nederlands
3
Ik ken en kan de 25 meest gebruikte werkwoorden in het Nederlands in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd
3
Ik kan eenvoudige zinnen maken over wat ik op een dag doe.
3
Ik kan het onderwerp van een tekst voorspellen
3
Ik ken en kan de stappen om een tekst te lezen
3
Ik kan de betekenis van een woord uitzoeken

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

opruimen
corvee:
Andreii & Gulistan

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide