EHBO - welzijn en zorg deel B/C/D klas 4

Werken aan veiligheid en EHBO
deel B, C en D
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Werken aan veiligheid en EHBO
deel B, C en D

Slide 1 - Tekstslide

reanimeren

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Wat betekend 30:2
A
30 x beademen 2x borst compressie
B
30x borstcompressie 2x beademen
C
tijdsduur van de reanimatie
D
verhouding bloed en zuurstof

Slide 4 - Quizvraag

Wat doet een AED?
A
hartslag meten
B
beoordelen of het nodig is een schok te geven
C
schok geven
D
hartslag meten, beoordelen en schok geven

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Hier komt het zuurstof rijke bloed het hart binnen.
A
rechter boezem
B
rechter kamer
C
linker boezem
D
linker kamer

Slide 7 - Quizvraag

Hoe vaak slaat het hart van een gezond volwassen persoon in rust?
A
30-40 per minuut
B
40 - 60 per minuut
C
60 - 70 per minuut
D
80 - 100 per minuut

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Hoe kun je een dreigende flauwte bij iemand herkennen?
A
gapen, vlekken zien, zweten, wordt bleek
B
druk, heen en weer lopen, zweten
C
gapen, zweten, veel plassen, dorst
D
gapen, rode wangen en zweten

Slide 10 - Quizvraag

Waarom leg je iemand in een stabiele zijligging?
A
om te voorkomen dat de tong voor de luchtpijp zakt
B
om te voorkomen dat iemands hart stopt
C
dan stopt het hart minder snel met pompen
D
om te zorgen dat iemand warm blijft

Slide 11 - Quizvraag

Sleep alles wat te maken heeft met verstikken, naar de foto.
onrustig
niet hoesten
benauwd
buiten bewustzijn raken
kan praten
hoesten
angstig
bij bewustzijn blijven

Slide 12 - Sleepvraag

welke zintuigen ken je?

Slide 13 - Woordweb


Wat moet je doen?
Noem 3 dingen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Welke delen van het lichaam beschermd ons oog?
A
ooglid en oogkas
B
ooglid en wimpers
C
wimpers en oogkas
D
schedel en hoornvlies

Slide 16 - Quizvraag

Waarom is spoelen bij oogletsel zo belangrijk?
A
is prettig voor het slachtoffer omdat het verfrissend is
B
het vuil moet er snel uit zodat het minder schade kan aanrichten
C
dan gaat het bloed weg en kan de arts beter de wond bekijken
D
dan sluit het hoornvlies zich weer

Slide 17 - Quizvraag

Waar staat de afkorting BHV voor?
A
BedrijfsHulpVaardig
B
BuitenHulpVerlening
C
BedrijfsHulpVerlening
D
BuitenHulpVaardig

Slide 18 - Quizvraag

welke gevaren zie je?

Slide 19 - Sleepvraag

gevaren in huis

Slide 20 - Tekstslide

brandmelder
nooduitgang
verzamel
punt
brand
blusser

Slide 21 - Sleepvraag

einde deel 1
volgende week verder met deel 2.
nu oefenen met kneuzing, vingerverband, wonddrukverband.

Slide 22 - Tekstslide

verband

Slide 23 - Woordweb

Dit verband gebruik je om kleine verwondingen af te dekken.
A
dekverband
B
snelverband
C
wonddrukverband

Slide 24 - Quizvraag

Dit verband gebruik je om snel een ernstig bloedende wond te verbinden.
A
dekverband
B
snelverband
C
wonddrukverband

Slide 25 - Quizvraag

Voordat je dit aanlegt moet je de wond schoonmaken met water of iets anders.
A
dekverband
B
drukverband
C
wonddrukverband

Slide 26 - Quizvraag

Dit verband leg je aan over een ander verband en zorgt voor druk op de wond.
A
dekverband
B
snelverband
C
wonddrukverband
D
mitella

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video

Slide 29 - Tekstslide

Wat is een shock?
A
Er gaat elektrische stroom door het lichaam van het slachtoffer
B
Er is sprake van een te lage bloeddruk waardoor er onvoldoende bloed en zuurstof is.
C
Het slachtoffer is bewusteloos door te weinig zuurstof
D
Er is sprake van een te hoge bloeddruk waardoor het hart het niet meer aankan

Slide 30 - Quizvraag

herhalen deel A
5 regels EHBO
soorten wonden
brandwonden

Slide 31 - Tekstslide

Noem de 5 regels van EHBO

Slide 32 - Open vraag

welke wond zie je op de foto?
A
snijwond
B
schaafwond

Slide 33 - Quizvraag

Open wonden
Gesloten wonden
Huid of slijmvlies beschadigd
Schaafwonden
Snijwonden
Scheurwonden
Huid of slijmvlies is heel
kneuzingen
Chirurgische wond
Inwendige scheur van een orgaan

Slide 34 - Sleepvraag

Hoeveel graads brandwond is dit?
A
eerste
B
tweede
C
derde

Slide 35 - Quizvraag

Eerste hulp bij brandwond, wat doe je als eerst?
A
de wond afdekken zodat er geen bacterie in de wond komen
B
Het slachtoffer in de stabiele zijligging leggen
C
Water zoeken om te koelen
D
De huisarts bellen

Slide 36 - Quizvraag

Een 1ste graads brandwond doet geen pijn en is zwart van kleur.

A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Vragen?

Slide 38 - Tekstslide