V2 P3 W1 - Lesson 2 Present perfect

Periode 3
9 weeks.

Herhalingsweek: 
Past simple
Present perfect 
-Present perfect vs Past simple
Quantifier 
Future tense

Next week: 
We will start with Chapter 5 (book B)
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Periode 3
9 weeks.

Herhalingsweek: 
Past simple
Present perfect 
-Present perfect vs Past simple
Quantifier 
Future tense

Next week: 
We will start with Chapter 5 (book B)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What do you remember about our last lesson?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. R I You know when to use the present perfect. 
  2. T1 You can and make a sentence with the prensent perfect. 
  3. R You know the difference between the present perfect and the past simple. 


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Index 
What do you know?
Practice the present perfect
Present simple vs Present perfect

Slide 4 - Tekstslide

Als het kan kunnen leerlingen ook hun eigen dier kiezen. 
Worksheet one for each group.
What do you remember about the present perfect?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

PRESENT PERFECT
Gebruik Present Perfect:
1. iets is in het verleden begonnen en is nu nog aan de gang.
2. iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu nog het resultaat.
Voorbeelden:
1. I have lived in New York for seven years now.
    Ik woon al zeven jaar in New York. --> in het verleden begonnen en nog steeds bezig.

2. I have painted the door.
     Ik heb de deur geschilderd. --> in het verleden gedaan en je merkt nu nog resultaat.
TIP! Denk aan FYNE JAS --> For, Yet, Never, Ever, Just, Already, Since

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PRESENT PERFECT
have/ has + voltooid deelwoord
Has -> he/ she/ it
Have -> I, we, you, they
Voltooid deelwoord  -> verb+ed or irregular verb last row (speak - spoke - spoken)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak zelf een goedlopende zin met de Present Perfect.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vorm je de Present Perfect?
A
stam + ED
B
met het derde rijtje van de irregular verbs
C
stam + S bij he / she / it
D
met has / have + voltooid deelwoord

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden zijn signaalwoorden voor de Present Perfect?
A
never / ever / for / since
B
was / were / been
C
however / although / always
D
when / how / always

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
My cat finally caught the mouse.
B
His cat hasn't caught a mouse since last year.
C
My dog never catches anything.
D
Did you get caught?

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
I love to cycle to school.
B
We often go to church.
C
They haven't seen him yet.
D
I didn't hear him come in.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

https://play.kahoot.it/v2/?quizId=1f92ba8d-e142-426b-bad7-320339980d6b
Verschil present perfect en past simple
  • Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen.
  • Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het verleden.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil present perfect en past simple


Signaal woorden:

Present perfect: FYNE JAS --> For, Yet, Never, Ever, Just, Already, Since
Past simple: LADY --> Last, About/ After, Day, Yesterday

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


My cat died last week.
A
past perfect
B
past simple
C
present simple
D
present perfect

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I built a helicopter
A
Present simple
B
Present continuous
C
Past simple
D
Present perfect

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I like myself.
A
Present simple
B
Present continuous
C
Past simple
D
Present perfect

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Somebody painted a picture on the wall.
A
Present simple
B
Present continuous
C
Past simple
D
Present perfect

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lucy lives in London.
A
Present simple
B
Present continuous
C
Past simple
D
Present perfect

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rebecca has gone to bed
A
Present simple
B
Present continuous
C
Past simple
D
Present perfect

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

bij welke tijd hoort het signaalwoord:
since
A
present simple
B
past simple
C
present continuous
D
present perfect

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present perfect:
I ...... (read)
A
I read
B
I have read

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We sang that song yesterday.
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak present perfect:
I ..... eaten an apple.
A
have
B
has

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We worked 5 hours yesterday.
A
past simple
B
present perfect

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak present perfect:
Peter ......... told a joke.
A
have
B
has

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Happened in the past, but still important.
A
past simple
B
present perfect
C
past perfect
D
past continuous

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

have / has + voltooid deelwoord is:
A
past perfect
B
present continuous
C
present perfect
D
past continuous

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

This quiz has ended.
A
past simple
B
present perfect
C
past perfect
D
past continuous

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Link:
https://www.gimkit.com/view/6149e164c2d9c10023fa1016