Ouderen: Hoe woon jij?

Ouderen: Hoe woon jij?

Project Ouderen 

Zorg en Welzijn 2025 

Leerdoelen 

• De leerling weet wat een activiteitenbegeleider is en kan een activiteit verzinnen. 
• De leerling weet wat zorgrobotica is en hoe dit invloed heeft op het welzijn. 
• De leerling maakt kennis met verschillende woonvormen binnen zorginstellingen. 
• De leerling kent de volgende begrippen: intramuraal, extramuraal, woonzorgcentrum, zorghotel, welzijn, activiteitenbegeleider en zorgrobotica.  

Begrippen bespreken

Activiteiten voor ouderen /activiteitenbegeleiding 

Hoe stem je de juiste activiteiten af op de cliënten? 

Welzijn en zorgrobotica

Wat heeft invloed op het welzijn? 

Woonvormen

Welke verschillende woonvormen zijn er? 

Intra en extramuraal 

Wat is het verschil en hoe zie je dit terug? 

Woonzorgcentrum en zorghotel

Wat is het verschil en wie kan hier heen? 

Eenzaamheid

Voor ouderen betekent eenzaamheid vaak een gebrek aan sociale contacten en een gevoel van isolement, wat hun welzijn en gezondheid kan beïnvloeden. Uiterlijke verzorging, zoals een bezoek aan de kapper of een manicure, kan hierbij helpen door sociale interactie te stimuleren en het zelfbeeld te verbeteren, wat een positief effect heeft op hun mentale gezondheid.

Vergrijzing

De vergrijzing zorgt voor een toename van het aantal ouderen, wat de zorgsector onder druk zet. Er is meer vraag naar zorgpersoneel en gespecialiseerde ouderenzorg, terwijl er tegelijkertijd tekorten ontstaan in personeel en financiële middelen. Dit vraagt om innovatieve oplossingen, zoals zorgtechnologie en efficiëntere zorgverlening.

Beroepen in de ouderenzorg

Fysiotherapeut: Helpt ouderen met bewegingsoefeningen en revalidatie om mobiliteit en zelfstandigheid te behouden.

Ergotherapeut: Adviseert en traint ouderen in dagelijkse activiteiten en past hulpmiddelen of de leefomgeving aan om zelfstandigheid te bevorderen.

Diëtist: Stelt voedingsadviezen op om ondervoeding, slikproblemen en andere gezondheidsproblemen bij ouderen te voorkomen of te behandelen.

Activiteitenbegeleider 

Wat is een activiteit?

Voor wie kan je een activiteit organiseren?

Welzijn en zorgrobotica 

Hoe kan een zorgrobot zorgen voor een beter welzijn bij cliënten? 

Woonvormen

• Wonen in een zorgcentrum/ grote zorgorganisaties
• Woonvoorzieningen voor groepen
• Kindergezinsvervangende tehuizen
• Wooninitiatieven
• Ondersteund wonen/ begeleid wonen\
• Begeleid zelfstandig wonen
• Zelfstandig wonen. 

Woonvormen

Bespreek in je duo  welke ondersteuning de cliënten kunnen krijgen.

Wat is het verschil tussen intramurale en extramurale zorg?

Waar denk je aan bij het woord: woonzorgcentrum?

Wat is een zorghotel?

Praktijkopdrachten

• Client begeleiden met een rollator en rolstoel 
• Helpen met aan en uitkleden van een jas 
• Was sorteren 

Leerdoelen behaald? 

• De leerling weet wat een activiteitenbegeleider is en kan een activiteit verzinnen.
  
• De leerling weet wat zorgrobotica is en hoe dit invloed heeft op het welzijn.
  
• De leerling maakt kennis met verschillende woonvormen binnen zorginstellingen.
  
• De leerling kent de volgende begrippen: intramuraal, extramuraal, woonzorgcentrum, zorghotel, welzijn, activiteitenbegeleider en zorgrobotica.