Knippen theorie les 1 & les 2
1 / 12
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
“Je kunt HET BESTE een borstel met een rechte spiegel gebruiken om het haar te ontwarren.”
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Een knipkam bestaat uit een grof en een fijn gedeelte. Het grove gedeelte gebruik je om...
A
Het haar af te delen
B
De passés door te kammen
Slide 3 - Quizvraag
Welke schaar zie je op deze afbeelding
A
Kappersschaar
B
Effileerschaar
C
Coupeschaar
D
Channelschaar
Slide 4 - Quizvraag
“Bij een coupe met een drukke textuur zit er VEEL lengteverschil in het haar.”
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Welke basisvorm knip je bij gelijke lengtes?
A
Vierkante vorm
B
Driehoekige vorm
C
Rechthoekige vorm
D
Ronde vorm
Slide 6 - Quizvraag
“De basislijn knip je daar waar je het KORTSTE punt in de coupe wilt hebben.”
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Welk onderdeel van de schaar is omcirkeld?
A
Halve maantje
B
Ogen
C
Pinksteun
Slide 8 - Quizvraag
Welke scheiding moet je als TWEEDE trekken bij het maken van een viervaksafdeling?
A
Van het midden van het hoofd tot de kruin
B
Vanhet midden van het hoofd tot in de nek
C
Van het hoogste punt naar beide oren
D
Van oor tot oor over het achterhoofd heen
Slide 9 - Quizvraag
“Een scheiding mag je dwars door de kruin trekken.”
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Welke afdeling zie je op de afbeelding?
A
Viervaksafdeling
B
Sterafdeling
C
Vijfbanenafdeling
D
Zesbanenafdeling
