Wat: Maak opdrachten 1 en 2 uit je werkblad over onregelmatige werkwoorden.
Hoe: Individueel en in stilte
Hulp: Haal blz. 254 uit je boek erbij als je het even niet meer weet!
Tijd: 7 minuten
Klaar: Maak drie zinnen waarin je gebruik maakt van drie onregelmatige werkwoorden. De zinnen staan dan in de verleden tijd.