In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Der, die oder das (D)
Slide 1 - Tekstslide
Der, die das
Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Meervoud
Umgebung
Lehrerin
Montag
Sommer
Kuh
Mädchen
Kinder
Übungen
Slide 2 - Tekstslide
Modale werkwoorden (E)
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
De stamklinker
Bij een modaal werkwoord in het Duits:
enkelvoud (ich, du, er/sie/es) verandert de stamklinker
ich + er/sie/es krijgen geen uitgang
meervoud is regelmatig
Slide 5 - Tekstslide
Wat helpt je bij het leren?
Bij 3 van deze werkwoorden is de klinker in het enkelvoud zoals in het Nederlandse enkelvoud: - dürfen (= mogen, ik mag) -> ich darf - können (= kunnen, ik kan) - > ich kann - wollen (= willen, ik wil) -> ich will
Slide 6 - Tekstslide
klinkerverandering
Bij 3 van deze werkwoorden is de klinker in het enkelvoud zoals in het Nederlandse enkelvoud: - dürfen = a - wollen = i - können = a - müssen= u - möge = a - wissen = eiß
möchten geen klinkerverandering
Slide 7 - Tekstslide
Wat helpt bij het leren?
Onthoud de eerste letters van het rijtje werkwoorden
En maak hiermee een voor jou makkelijk te onthouden zin, bijvoorbeeld: de klas moet maar weg wezen En link deze letters in je hoofd met de Modalverben ...
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Het persoonlijke voornaamwoord (F)
Slide 10 - Tekstslide
Grammatik (F)
Een zelfstandig voornaamwoord vervangen dor een persoonlijk voornaamwoord: