H4.2 Krachten tekenen

Hst 4 Krachten
4.2 Krachten tekenen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hst 4 Krachten
4.2 Krachten tekenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze les: 
  • Leerdoelen
  • Belangrijke woorden 
  • Leesstof
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan de drie onderdelen van een krachtpijl benoemen.
  • Ik kan de eenheid van kracht noemen.
  • Ik kan uitleggen wat een krachtenschaal is.
  • Ik kan de grootte van een kracht berekenen met de krachtenschaal.
  • Ik kan een kracht tekenen door gebruik te maken van de krachtenschaal.

Slide 3 - Tekstslide

Blauwe woorden
  • Aangrijpingspunt 
  • Newton
  • F (Hoofdletter F)
  • Krachtenschaal

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg-onderdelen
De komende dia's geven in stukjes de uitleg over het tekenen van krachten. Het gaat over de volgende delen:
  • De eenheid van kracht
  • Een pijl voor een kracht
  • Krachtenschaal
  • Voorbeelden

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg Eenheid van kracht - 1
Bij een kleine, lichte auto duwt de man niet hard. Bij een zware auto moet hij harder duwen. Zijn kracht is dan groter. Hoe groot een kracht is, geef je aan in newton. Newton is de eenheid van kracht. 

1 newton kort je af als 1 N.

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg Eenheid van kracht - 2

In de natuurkunde schrijf je een kracht als F. Dit is het symbool voor kracht. De F komt van force (het Engelse woord voor kracht).

Je zegt bijvoorbeeld: de kracht is 700 newton.
Je schrijft: F = 700 N.

Slide 7 - Tekstslide

Aan het werk
Ga -online- met NOVA vragen maken.
4.2 maken vragen 1 t/m 7


Vraag jouw werkblad bij de docent.

Slide 8 - Tekstslide

Ik heb van 4.2 de vragen 1 t/m 7 gemaakt.
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Uitleg Een pijl voor een kracht - 1
In een tekening kun je laten zien waar een kracht werkt. In het figuur zie je een rode pijl. Die pijl stelt de kracht voor van de man die duwt. 
Het begin van de pijl is de plaats waarop de kracht werkt. Die plaats noem je het aangrijpingspunt van de kracht.

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg Een pijl voor een kracht - 2
De pijl laat de richting van de kracht zien. De pijl wijst naar de voorkant van de auto, dus de man duwt de auto vooruit. 
De lengte van de pijl laat de grootte van de kracht zien. Een korte pijl betekent een kleine kracht. Een lange pijl betekent een grote kracht.

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg Een pijl voor een kracht - 3
Met een krachtpijl kun je dus het volgende aangeven:
• de plaats waarop de kracht werkt;
• de richting van de kracht;
• de grootte van de kracht.

Slide 12 - Tekstslide

Uitleg Krachtenschaal - 1
Een kracht teken je met een pijl. 
Bij de pijl schrijf je een F. Daarmee laat je zien dat de pijl een kracht voorstelt. 
De grootte van de kracht kun je zien aan de lengte van de pijl.

 

Twee kinderen zijn aan het touwtrekken. Je maakt een tekening. Met de lengte van de pijl laat je zien dat de ene kracht groter is dan de andere kracht .

Slide 13 - Tekstslide

Uitleg Krachtenschaal - 2
Een klasgenoot ziet jouw tekening. Hij wil weten met hoeveel kracht de kinderen trekken. Hij moet dan weten wat jij bedoelt met de lengte van je pijl. In dit geval bedoel je met 1 cm van de pijl 50 N.

Je zegt: "1 cm komt overeen met 50 N."
Dit noem je de krachtenschaal. De krachtenschaal is de afspraak over de kracht en de lengte van de pijl.

Slide 14 - Tekstslide

Uitleg Krachtenschaal - 3
Je kunt de krachtenschaal korter schrijven.
Je zegt: 1 cm komt overeen met 50 newton.
Je schrijft: 1 cm ≙ 50 N.

Dus   ≙   betekent: komt overeen met.

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg Krachtenschaal - 4
Berekening
De pijl bij de jongen is 2,0 cm.

De krachtenschaal is: 1 cm ≙ 50 N.

Je kunt berekenen met welke kracht de jongen trekt. 
Daarvoor gebruik je een verhoudingstabel.
Plaats de gegevens in de verhoudingstabel.
In de tweede kolom vul je de krachtenschaal in.
In de derde kolom vul je de lengte van de pijl in.

Reken dan uit hoeveel newton een pijl van 2 cm is.

Met een krachtenschaal van 1 cm ≙ 50 N stelt een pijl van 2,0 cm een kracht voor van 100 N.



Slide 16 - Tekstslide

Krachtenschaal 
Rekenvoorbeeld - 1 
Je hebt een pijl getekend van 4,5 cm. Als krachtenschaal gebruik je: 1 cm ≙ 20 N.
Bereken hoe groot de kracht is die je hebt getekend.
gegevens: lengte van de pijl = 4,5 cm en 
krachtenschaal 1 cm ≙ 20 N

Gevraagd:  kracht = ?
Uitwerking: Zie plaatjes hiernaast

Plaats de gegevens in de verhoudingstabel. In de tweede kolom vul je de krachtenschaal in. 
In de derde kolom vul je de lengte van de pijl in.

De kracht die je hebt getekend is 90 N.



Slide 17 - Tekstslide

Kracht tekenen
Rekenvoorbeeld - 2
Je moet een kracht tekenen van 350 N. De krachtenschaal is: 1 cm ≙ 100 N. Je kunt berekenen hoe lang de pijl moet zijn. Daarvoor gebruik je een verhoudingstabel.

Plaats de gegevens in de verhoudingstabel. In de tweede kolom vul je de krachtenschaal in. In de vierde kolom vul je de kracht in die je wilt tekenen.

Reken eerst uit hoeveel cm een kracht van 1 N is. Reken dan uit hoeveel cm een kracht van 350 N is.



Met een krachtenschaal van 1 cm ≙ 100 N teken je de kracht van 350 N als een pijl van 3,5 cm.

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk 
Maken: 4.2 vragen 8 t/m 18

Als je klaar bent, meld je dit bij je docent.

Slide 19 - Tekstslide

Onthouden
  • Een kracht kun je tekenen als een pijl.
  • Een kracht heeft een: 
    * aangrijpingspunt;
    * richting;
    * grootte.
  • Het symbool voor kracht is F.
  • De eenheid van kracht is newton.
  • 1 newton kort je af als: 1 N.
  • De krachtenschaal is de afspraak over de kracht en de lengte van de pijl.
  • Voorbeeld van een krachtenschaal: 1 cm 100 N. Je zegt: 1 cm komt overeen met 100 newton.
  • Een pijl van 1 cm stelt dan een kracht van 100 N voor.
  • Als je de lengte van de pijl kent en de krachtenschaal, dan kun je de grootte van de kracht berekenen met een
  • verhoudingstabel.
  • Als je de grootte van de kracht kent en de krachtenschaal, dan kun je de lengte van de pijl berekenen met een verhoudingstabel.

Slide 20 - Tekstslide

Hulp
  • Lees de lesstof (nog eens) door 
    In je boek of online NOVA
  • Vraag een klasgenoot
  • mail SJA
    (sja@scholenaanzee.nl) 

Slide 21 - Tekstslide