VanderWaals

Moleculaire stoffen
                                            Hoofdstuk  4
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Moleculaire stoffen
                                            Hoofdstuk  4

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
* Weten wat vanderwaals krachten zijn en welke binding zij vormen
* Weten wanneer de vanderwaals krachten verbreken
* Weten waar de grootte van de vanderwaalskrachten vanaf hangen

Slide 2 - Tekstslide

Welke stof is een moleculaire stof?
A
Mg
B
PbNO3
C
NaCl
D
C4H10

Slide 3 - Quizvraag

Wat voor soort rooster is hiernaast afgebeeld?
A
ion rooster
B
metaalrooster
C
molecuulrooster

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de covalente van koolstof (C)?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quizvraag

Kookpunt
De kookpunten van moleculaire stoffen verschillen nogal van elkaar. 
Suiker = vast
Olijfolie = vloeibaar
Koolstofdioxide  = gas

Hoe komt dit?

Slide 6 - Tekstslide

Vanderwaalsbinding
  • Aantrekkingskracht tussen moleculaire stoffen (dus niet aanwezig bij metalen of zouten!)
  • Aanwezig door kleine ladingsverschillen in de moleculen (elektronen staan niet op vaste plaats, bewegen door schillen heen).
  • Relatief zwakke binding. 
  • Hoe groter de massa van het molecuul, des te sterker de vanderwaalsbinding.



Slide 7 - Tekstslide

Fase-overgang

  • Bij een fase-overgang blijven de moleculen hetzelfde (atoombinding blijft intact).
  • De afstand tussen deeltjes veranderd -> Vanderwaalsbinding (molecuulbinding).
  • Hoe dichter op elkaar, hoe sterker  de V/d waalsbinding.

Slide 8 - Tekstslide

Tekst

t

t
Rijpen
Sublimeren
Condenseren
Verdampen
Smelten
Stollen

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Link

Van der Waals kracht
In de vaste fase en de vloeibare fase zitten de moleculen in een stof dicht op elkaar doordat ze elkaar aantrekken. 
Deze aantrekkingskracht heet de vanderwaalskracht. 
Door de vanderwaalskracht ontstaat een binding die de vanderwaalsbinding heet. 
Als je de temperatuur van een stof verhoogt, gaan de moleculen sneller bewegen. Als een stof verdampt, wordt de vanderwaalsbinding verbroken en komen de moleculen los van elkaar.

Slide 11 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de Vanderwaalsbinding als suiker wordt opgelost in thee.
A
verbreekt
B
wordt zwakker
C
wordt sterker
D
niets

Slide 12 - Quizvraag

Het smeltpunt en het kookpunt van een stof zijn eigenschappen op macroniveau. 
De hoogte van het smelt- en kookpunt hangt samen met de sterkte van de vanderwaalsbinding op het microniveau. 
Hoe sterker de vanderwaalsbindingen tussen moleculen in een stof, hoe hoger het kookpunt van die stof. Bij sommige stoffen, zoals methaan, zijn de vanderwaalsbindingen zo zwak dat het kookpunt lager ligt dan kamertemperatuur.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe groter het molecuul > Van der Waals kracht

Slide 14 - Tekstslide

Oplossen van moleculaire stoffen

Slide 15 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de vanderwaals binding als je het oplost in water?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Opdrachten
Kijk opdrachten: 6, 8, 10 na!

Slide 18 - Tekstslide