Wat kun je verwachten op toets?
a. opdracht woorden Frans/ Nederlands, vertaal de franse woorden
b. opdracht woorden Ned/ Frans, vertaal de nederlandse woorden
c. Vertaal de franse werkwoorden (être, avoir, faire) bijv. il est..
je fais, nous avons
d. Vertaal naar Frans, vervoeg het werkwoord: hij doet, jullie hebben, ik ben
e. Bezittelijk voornaamwoord: mon ami, jullie amis, hun enfant
f. kloktijden: il est neuf heures et quart
g. Zet de franse woorden in de juiste zin
h. tekst lezen