SL=LL - 3

Les 3
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Leren-lerenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Terugblik
  • Leestest
  • Mindmappen
  • Aan de slag
  • Toetsplanner
  • Wat heb je geleerd?

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Woordweb

5. Tijd
- In welke tijd speelt het verhaal zich af? Verleden, toekomst, nu? Waar blijkt dit uit?
6. De hoofdpersonen:
- Vertel alles dat je weet over de belangrijkste personen die voorkomen in het boek.
7. De overige personen:
- Vertel alles dat je weet over de overige personen die voorkomen in het boek.
8. De thematiek:
- Wat is het thema van het boek?
- Waar blijkt dat uit? Waarom is dat?
9. De verhaalopbouw:
- Uit hoeveel hoofdstukken bestaat het boek?





Slide 4 - Tekstslide


1 plaatje
vervangt soms
1000 woorden
MINDMAP
een kaart maken van je brein.
blz 59-69

Slide 5 - Tekstslide

 WAAROM EEN STUDIE MINDMAP
WAAROM EEN STUDIE MINDMAP?
Je onthoud beter wat jij zelf tekent en opschrijft.
Een plaatje of symbool koppelt jouw brein aan informatie.
Samenvatten èn leren in éën keer!

Slide 6 - Tekstslide

Belangrijk bij mindmappen
één woord per tak.
Ieder tak een andere kleur. 
Helpt jouw hersenen met ordenen/onthouden.
Tekeningetjes
1

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!


pak het leerboek dat je mee moest nemen.
zoek het hoofdstuk waar je nu in bezig bent. 

Slide 8 - Tekstslide

En.. de volgende materialen..

groot wit papier A3 formaat
gekleurde stiften 
de mindmap mal 
doosje met gekleurde kaartjes

Slide 9 - Tekstslide

En aan het werk!

Samen aan de slag met behulp van de docent.
Of aan het werk met het stappenplan op papier. 

Slide 10 - Tekstslide

wat moet erop
2. Titelverklaring
Waarom heet het boek zo?
- Schrijf de titel op van het boek en geef aan waarom het boek zo heet.
3. De auteur:
- Vertel iets over de schrijver in eigen woorden (niet geknipt en geplakt van internet)
- Welke boeken heeft hij/zij nog meer geschreven?
4. Het genre:
- Wat voor soort boek is het? Bijvoorbeeld:
 Oorlogsroman
 Liefdesroman
 Avonturenroman
- Waarom is het dit genre?




Slide 11 - Tekstslide

verhaalperspectief
10. Verhaalperspectief
Bij het vertellen kunnen schrijvers verschillende standpunten innemen. Benoem dit standpunt en noteer citaten uit het boek waaruit dit blijkt.
De schrijver vertelt vanuit:
- Alwetende verteller: de schrijver beschrijft vanuit alle verhaalpersonen wat ze voelen en denken.
- Hij/zij perspectief: de schrijver kruipt in de huid van een persoon.
- Ik-perspectief: Als lezer heb je de indruk dat de hoofdpersoon rechtstreeks tegen je vertelt wat je denkt, doet, zegt, voelt.
- meervoudig perspectief: Vertelvorm waarin het perspectief ligt bij meer dan één personage dat als verteller optreedt, zodat we nu eens de gebeurtenissen volgen vanuit het gezichtspunt van de één, dan weer vanuit dat van de ander.


Slide 12 - Tekstslide

Hoe lang ben je gemiddeld bezig met je huiswerk of het leren voor een toets, kan je dat al inschatten of heb je het echt geklokt?

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een leerblok????
Wat is zo belangrijk eraan mbt plannen?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

blz 39-40

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Waarom kun je beter 6 x 10 minuten leren dan 1 x 60 minuten?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Waarom zou het goed zijn je te laten overhoren???????????

Slide 22 - Open vraag

Wat heb je geleerd?
Huiswerk voor les 4
Werkboek blz 2

Slide 23 - Tekstslide