Talent 2.7 en 5.7 - enkelvoudige/samengestelde zinnen + beknopte bijzin

Hoofdstuk 1.7 / 5.7
Enkelvoudige en samengestelde zinnen.
Nevenschikking en onderschikking.
Beknopte bijzin



1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1.7 / 5.7
Enkelvoudige en samengestelde zinnen.
Nevenschikking en onderschikking.
Beknopte bijzin



Slide 1 - Tekstslide

Enkelvoudige  en samengestelde zinnen

herhaling

Slide 2 - Tekstslide

Enkelvoudige en samengestelde zinnen

  • Een enkelvoudige zin is een zin met één persoonsvorm en één onderwerp.
    De jongen
    scoorde een 9 voor zijn toets.

  • Een samengestelde zin is een samenstelling van twee of meerdere zinnen en heeft twee of meer persoonsvormen
    De jongen scoorde een 9 voor zijn toets, maar was toch ontevreden.



Slide 3 - Tekstslide

Wat is een enkelvoudige zin?
En wat een samengestelde?

Slide 4 - Woordweb

Samengestelde zin!
Hoe gaat het dan met zinsdelen?

Ik vond de roman 'Het leven is vurrukkulluk' mooi, omdat het boek zo veel humor bevat. 

Kun je deze zin ontleden?





Slide 5 - Tekstslide

Hoofdzin en bijzin
herhaling

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdzin
  • Onderwerp en pv staan naast elkaar:
    Hij koopt vanmiddag dat boek voor mij en ik zorg voor het eten. 
  • Er kunnen geen woorden tussen het onderwerp en de pv
    Hij *niet* koopt vanmiddag een boek.

Bevat de belangrijkste informatie uit de samengestelde zin:
Als het niet regent, koopt hij vanmiddag een boek voor mij. 

Slide 7 - Tekstslide

Bijzinnen
  • Tussen ow en pv kunnen andere zinsdelen staan:
    Als hij vanmiddag dat boek voor mij koopt, zorg ik voor het eten. 
  • Pv vaak achteraan in de zin; de info is minder belangrijk.
  • Bijzin is 'niet af'.
    Als het niet regent, (zin is niet af, je weet dat er nog info volgt => dus het is een bijzin)

Slide 8 - Tekstslide

Samengestelde zin!

Ik vond de roman 'Het leven is vurrukkulluk' mooi, omdat het boek zo veel humor bevat. 

Wat is hier dan de hoofdzin en wat is de bijzin?
Waarom?







Slide 9 - Tekstslide

Samengestelde zin
Let op: er is altijd minimaal één hoofdzin
  • Twee hoofdzinnen (nevenschikkend)

  • Een hoofd- en een bijzin (onderschikkend)

  • Een hoofd- en twee bijzinnen (onderschikkend)

  • Bevat vaak komma (bv. tussen twee pv's)



Slide 10 - Tekstslide

Voegwoorden bij hoofdzinnen: maar, en, dus, of, want (nevenschikkende voegwoorden)

    • Ze vliegen vandaag naar Malaga, maar het is daar nu koud. 
    • Hij koopt straks dat boek voor mij en ik zorg voor het eten. 
    • Ik denk, dus ik besta.
    • Hij eet vanavond pasta of hij eet vanavond pizza.
    • Ik kom te laat op school, want de bus komt niet opdagen.
     
         MEDOW! MEDOW! MEDOW! MEDOW! MEDOW! MEDOW!

    Slide 11 - Tekstslide

    Voegwoorden die bijzinnen inleiden: wanneer, hoewel, omdat, zodat, toen, als,...
    (onderschikkende voegwoorden)

    Als het niet regent, ...
    Hoewel het laat is, ...
    Omdat je het boek zo leuk vindt,...

    en alle andere voegwoorden die niet in MEDOW staan!





    Slide 12 - Tekstslide

    Bijzondere bijzinnen

    De beknopte bijzin

    nieuwe lesstof

    Slide 13 - Tekstslide

    Beknopte bijzin 5.7
    Dit is een  bijzin zonder:

    1. Onderwerp
    2. Persoonsvorm

    Na even gewacht te hebben, rende ik weg.

    In de eerste zin is 'ik' het verzwegen onderwerp.

    Slide 14 - Tekstslide

    Beknopte bijzin
    LET OP: Het onderwerp van de beknopte bijzin
    moet hetzelfde zijn als de hoofdzin! 

    Aangekomen op het vakantieadres, meldde mijn vader zich aan de balie.

    Deze zin klopt, want het (verzwegen) onderwerp van de beknopte bijzin is 'mijn vader' en dat is hetzelfde onderwerp als de hoofdzin. 


    Slide 15 - Tekstslide

    Beknopte bijzin met...
    1. Met (om) te + infinitief
    Ze probeert stiekem weg te sluipen.

    2. Tegenwoordig deelwoord
    Schreeuwend kwamen de leerlingen binnen.

    3. Voltooid deelwoord
    Uitgeput na een lang wandeling, plofte ik op de bank.

    Slide 16 - Tekstslide

    Herhaal voor jezelf:
    Wat is een beknopte bijzin? Welke drie vormen van het werkwoord kun je erin vinden?

    Slide 17 - Open vraag

    Vind de beknopte bijzin met het voltooid deelwoord.
    A
    Na te zijn beroofd deden de toeristen aangifte.
    B
    De dag waarop hij was verdwenen, belden zijn ouders de politie.
    C
    Gearriveerd op Schiphol, zocht zij een hotel.

    Slide 18 - Quizvraag

    Vind de beknopte bijzin met het onvoltooid deelwoord.
    A
    Dromend over zijn toekomst viel hij in slaap.
    B
    Na te hebben gegeten ruimde zij de tafel af.
    C
    Al meerdere keren gewaarschuwd, reed hij toch weer te hard.

    Slide 19 - Quizvraag

    Vind de beknopte bijzin met ‘te + infinitief’

    A
    De stemming goed aanvoelend, sloot Elsbeth de vergadering.
    B
    Na te zijn opgenomen in het hospitaal, ontving zij kaartjes.
    C
    De portemonnee, gevonden op straat, bleek leeg te zijn.

    Slide 20 - Quizvraag

    Bijzondere bijzinnen

    De foutief beknopte bijzin

    nieuwe lesstof

    Slide 21 - Tekstslide

    Bekijk de volgende beknopte bijzin. Waarom is deze fout? "Na een uur in de oven te hebben gestaan, smulden de gasten van de taart."

    Slide 22 - Open vraag

    Foutieve beknopte bijzin
    Je kunt met een beknopte bijzin gemakkelijk een fout maken,
    wanneer je het verzwegen onderwerp uit het oog verliest.

    Na het probleem te hebben besproken, kwam de tram aanrijden. 

    Uit de hoofdzin blijkt dat de tram het ow is. Dat moet ook het verzwegen onderwerp in de beknopte bijzin zijn. En dat is in de eerste zin niet het geval: een tram bespreekt geen problemen. Die zin is dus grammaticaal fout!

    Slide 23 - Tekstslide

    Wat is de hoofdzin?
    Een kwartier te laat gearriveerd, was de voorstelling natuurlijk al begonnen.

    Slide 24 - Open vraag

    Wat is het onderwerp van de hoofdzin?
    Een kwartier te laat gearriveerd, was de voorstelling natuurlijk al begonnen.

    Slide 25 - Open vraag

    Wat is het denkbeeldig onderwerp van de beknopte bijzin?
    Een kwartier te laat gearriveerd, was de voorstelling natuurlijk al begonnen.

    Slide 26 - Open vraag

    Hoe verbeter je een foutieve beknopte bijzin?
    1. Verander de beknopte bijzin in een gewone bijzin met een persoonsvorm en een onderwerp.

    2. Verander de hoofdzin en vul daar het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin in.

    Slide 27 - Tekstslide

    Is deze zin juist?
    Een kwartier te laat gearriveerd, was de voorstelling natuurlijk al begonnen.
    A
    Ja
    B
    Nee

    Slide 28 - Quizvraag

    Liggend op zijn badmat las Achmad zijn dagblad.
    A
    goede beknopte bijzin
    B
    foutieve beknopte bijzin

    Slide 29 - Quizvraag

    Bij school aangekomen, bleken zijn boeken nog thuis te liggen.
    A
    Beknopte bijzin
    B
    Foutieve beknopte bijzin

    Slide 30 - Quizvraag

    Dromend van zijn vriendin liep hij tegen een lantaarnpaal.
    A
    beknopte bijzin
    B
    Foutieve beknopte bijzin

    Slide 31 - Quizvraag

    Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.
    A
    foutieve beknopte bijzin
    B
    beknopte bijzin

    Slide 32 - Quizvraag

    Op onze vakantiebestemming aangekomen, vielen de mussen van het dak.
    A
    Beknopte bijzin
    B
    Foutieve beknopte bijzin

    Slide 33 - Quizvraag

    Welke beknopte bijzin is correct?
    A
    Lekker in onze stoelen liggend, dronken we de koude frisdrank.
    B
    In roomboter gebraden eet hij het vlees met smaak op.
    C
    Lopend naar de overkant reed de auto hem bijna aan.
    D
    Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.

    Slide 34 - Quizvraag

    Welke beknopte bijzin is correct?
    A
    Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.
    B
    Net op tijd in het stadion aangekomen, liepen de supporters snel naar hun plaatsen.
    C
    Na koffie te hebben gedronken in Hamburg, reed de bus richting Denemarken.
    D
    Na fraude te hebben geconstateerd, werd de boekhouder direct ontslagen.

    Slide 35 - Quizvraag

    In welke zin is de beknopte bijzin correct?
    A
    Na de computer opnieuw opgestart te hebben, kon ik gelukkig verder met mijn verslag.
    B
    Na de computer opnieuw opgestart te hebben, werkte alles gelukkig weer.

    Slide 36 - Quizvraag

    Foutieve beknopte bijzin
    of een goede beknopte bijzin?

    Na gegeten te hebben, fietsten we weer verder.
    A
    Foutief
    B
    Goed

    Slide 37 - Quizvraag

    Foutieve beknopte bijzin
    of een goede beknopte bijzin?

    Eindelijk thuisgekomen, ging hij meteen naar bed.
    A
    Foutief
    B
    Goed

    Slide 38 - Quizvraag

    Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?
    Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.


    A
    Foutief
    B
    Goed

    Slide 39 - Quizvraag

    Beknopte bijzin of foutief beknopte bijzin?

    Zittend in het warme zonnetje, dronken Ronald en Michel een colaatje.
    A
    Beknopte bijzin
    B
    Foutief beknopte bijzin

    Slide 40 - Quizvraag

    Welke van de volgende is een foutieve beknopte bijzin?
    A
    In roomboter gebraden eet hij het vlees met smaak op.
    B
    Terwijl wij wachtten op de bus, kwam het met bakken uit de hemel.
    C
    Huppelend van plezier, kwam het kind de klas binnen
    D
    Lekker op het strand liggend, keken we naar de zee.

    Slide 41 - Quizvraag

    Ik weet nu wat een foutieve beknopte bijzin is
    JA!
    Een beetje
    Nee, ik moet nog meer oefenen

    Slide 42 - Poll

    Welke vragen heb je nog na deze les? Waar wil je nog extra uitleg over?

    Slide 43 - Open vraag