Les 32 Geschiedenis klas 2 H4.1 Oorlog in Europa deel 1 en deel 2

In het Verdrag van Versailles werd Duitsland als hoofdschuldige aangewezen voor de Eerste Wereldoorlog. Noem 3 dingen die in het verdrag stonden.
1 / 25
volgende
Slide 1: Open vraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

In het Verdrag van Versailles werd Duitsland als hoofdschuldige aangewezen voor de Eerste Wereldoorlog. Noem 3 dingen die in het verdrag stonden.

Slide 1 - Open vraag

4.1. 1 Oorlog in Europa
1939-1945 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hitler schendt Verdrag van Versailles


- Voert dienstplicht in
- Troepen in Rijnland
- Bondgenootschap Mussolini 
- Herbewapening

Slide 4 - Tekstslide


Der Anschluß
maart 1938




Hitler wil alle Duitsers in één Groot Duits Rijk (Heim ins Reich).  zich aansluiten (anschluss) 
Ook Oostenrijk sluit zich aan bij het Rijk.

Slide 5 - Tekstslide

Op weg naar oorlog
  • 1938: Hitler eist Sudetenland op (deel van Tsjecho-Slowakije)

  •  Conferentie van München 1939 (diplomatie)





Slide 6 - Tekstslide

1939 Molotov-Von Ribbentrop pact

 Stalin en Hitler beloven elkaar niet aan te vallen. Waarom?

- Hitler: Tweefrontenoorlog voorkomen
- Stalin: Tijd rekken om leger aan te sterken


Slide 7 - Tekstslide


Duitsland valt Polen aan
1 september 1939




"Vanaf 5:45 uur wordt teruggeschoten!"

Hitler geeft aan dat hij wel móet reageren op een Poolse aanval op een 
Duits radiostation. De Duitsers hebben deze aanval in scène gezet.

Slide 8 - Tekstslide


Blitzkrieg in West-Europa
april-juli 1940




  • Blitzkrieg = snelle manier van oorlogsvoeren
  • Nederland, België en Frankrijk worden aangevallen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Maginot linie
Blitzkrieg

Slide 11 - Tekstslide


Nederland capituleert
15 mei 1940




  • 5 dagen lang vecht het Nederlandse leger hard terug, maar na het bombardement op Rotterdam op 14 mei kunnen ze niets anders doen dan zich over te geven (capituleren) aan de Duitsers.

Slide 12 - Tekstslide

1940 Frankrijk, Nederland, Luxemburg en België capituleren

Slide 13 - Tekstslide


Battle of Britain
juli - oktober 1940




  • De Duitse aanval op Groot-Brittannië. Mede dankzij de uitvinding van de radar weet Groot-Brittannië zich te weren tegen Duitsland.

  • Het betekent niet dat de Britten van Duitse bombardementen af zijn...

Slide 14 - Tekstslide


Operatie Barbarossa
juni - december 1941






  • Ondanks het niet-aanvalsverdrag van 1939, valt Duitsland de Sovjet-Unie aan:
  • Hitler heeft de 'Lebensraum' en de grondstoffen nodig voor zijn volk.

Slide 15 - Tekstslide


Slag bij Stalingrad
augustus 1942 - februari 1943




  • Door de ijzige kou en slechte bevoorrading wordt het Duitse leger verslagen. 
  • Hitler moet opgeven: Stalingrad blijkt niet te veroveren.
  • Het wordt een keerpunt in de oorlog: de Sovjet-Unie begint met het terugdringen van het Duitse leger.

Slide 16 - Tekstslide


D-Day
6 juni 1944




  • Met de landing in Normandië kwam er eindelijk een front in het Westen, iets waar Stalin lang om had verzocht.
  • De D in D-Day staat voor Decision (beslissing)

Slide 17 - Tekstslide


Slag om Arnhem
september 1944




  • De Geallieerden willen doorstoten tot het noordelijk deel van Nederland, om daar vandaan Duitsland binnen te vallen, maar ze vergissen zich in kracht van de Duitsers. 
  • Operatie Market Garden is mislukt bij Arnhem ('Brug te ver').

Slide 18 - Tekstslide


Hitler wordt verslagen
april 1945



  • In april valt het Rode Leger van Stalin Berlijn aan. 
  • Het is de genadeklap voor Hitler: hij pleegt zelfmoord.

Slide 19 - Tekstslide


Capitulatie van Duitsland
8 mei 1945






Slide 20 - Tekstslide

Doen: Opdrachten maken 4.1
Tijd: 10 minuten

Voor volgende week dit filmpje kijken: 
https://schooltv.nl/video/histoclips-de-tweede-wereldoorlog/#q=Tweede%20Wereldoorlog

Slide 21 - Tekstslide

Waarom mocht Hitler Tsjecho-Slowakije binnenvallen van Engeland?
A
omdat ze hoopten dat hij dan zou ophouden
B
ze wisten het niet
C
ze vonden dat het bij Duitsland hoorde
D
ze waren goede vrienden

Slide 22 - Quizvraag

Met de inval in welk land begon de Tweede Wereldoorlog?
A
Nederland
B
Polen
C
België
D
Rusland

Slide 23 - Quizvraag

Wanneer begon de Tweede Wereldoorlog in Nederland
A
1938
B
1940
C
1939
D
1941

Slide 24 - Quizvraag

Met welk land sloot Hitler voor de Tweede Wereldoorlog een bondgenootschap?
A
Turkije
B
Oostenrijk
C
Italië
D
Sudetenland

Slide 25 - Quizvraag