h1 Nederland en indonesie d3a

h1 Nederland en indonesie 
Hoogkamp.N
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

h1 Nederland en indonesie 
Hoogkamp.N

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen 1.1 
  1. Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders.
  2. Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië.
  3. Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

1.1 Vorstdommen tot kolonie
Voor 1600: 
  1. Eilanden geen eenheid
  2. Sommige gebieden leefden nomaden andere gebieden leefden landbouwsamenlevingen.
  3. Culturele invloeden: Contact met vaste land zorgde voor schrift, handel en geloof

Slide 4 - Tekstslide

1.1 Vorsten en sultans
Eilanden bestuurd door Sultans/vorsten
Wat deden die?
  1. Schreven wetboeken
  2. Hieven belasting
  3. Voerden oorlog tegen elkaar
  4. voorbeeld: Islamitisch Atjeh


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

1.1 handelsroutes vinden
Handelroute 16de eeuw Portugal en Nederland:
  1. Alleen Portugezen wisten de handelsroutes naar Azië
  2. Brachten peper en nootmuskaat
  3. 1596: Nederlands vinden handelsroute en komen aan in Bantan
  4. Doel: winst maken in specerijenhandel

Slide 7 - Tekstslide

1.1 VOC
1602 oprichting VOC(Verenigde Oost-Indische compagnie)
Reden oprichting/rechten 
  1. Onderlinge concurrentie tegen gaan.
  2. Behoefte aan luxeproducten
  3. Grote winsten
  4. Verdragen sluiten/oorlog voeren/forten bouwen

Slide 8 - Tekstslide

1.1 VOC
Onderdrukking VOC in Nederlands-Idië
  1. 1621 Banda eilanden
  2. Oorlogen tegen Vorsten voor meer macht


Slide 9 - Tekstslide

1.1 Verandering naar kolonie
Faillissement VOC:
  1. 1798 failliet
  2. Bezittingen gingen naar de Nederlandse staat
  3. Gebieden kregen nieuwe naam: Nederlands-Indië
vanaf 1800: 
  1. Opkomst Modern Imperialisme
  2. Reden: Europese landen zochten grondstoffen, aanzien, Cultuur verspreiden
  3. KNIL werd opgericht. Officieren wit en soldaten inwoners
  4. Veel verzet denk aan Atjeh
  5. Brengen van vrede Pacificatie

Slide 10 - Tekstslide

1.1 vorsten tot kolonie
Veroverde gebieden na 1800
  1. indirect bestuur
  2. gouveneur-generaal(belangrijkste man Nederlands-indië

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

1.2 Een winstgevende kolonie
  1. Je kunt de positie van verschillende groepen in de koloniale samenleving beschrijven.
  2. Je kunt uitleggen waarom het cultuurstelsel werd ingevoerd en weer afgeschaft.
  3. Je kunt uitleggen wat de vrije economie betekende voor ondernemers en contractarbeiders.

Slide 13 - Tekstslide

1.2 Koloniale samenleving
Samenleving van grote ongelijkheid
  • Tot 1880: kleine groep witte mannen machtig bestaande uit soldaten, ambtenaren en ondernemers
  • na 1880: immigratie Europese vrouwen naar Indië
  • Indo's
  • Slaven: 500.000 naar Indië
  • racisme: het (onjuiste) idee dat er verschillende mensenrassen bestaan en dat het ene ras beter is dan het andere.

Slide 14 - Tekstslide

1.2 Cultuurstelsel
Cultuurstelsel op Java 1830/1870
Ramp voor Javaanse boeren:
  1. Beste stuk grond afstaan: Ontstaan hongersnood
  2. Soms meer dan 1/5 deel door bonussen van Nederlanders
  3. Geen geschikte grond: werken voor Nederlands bestuur.


Slide 15 - Tekstslide

1.2 Kritiek cultuurstelsel
2 punten van kritiek:
  1. Boek multatuli Max Havelaar: beschreef uitbuiting en onderdrukking in Indië en werd populair in Indië.
  2. Opkomst Liberalisme: Teveel bemoeienis met de economie van Indië.

Slide 16 - Tekstslide

1.2 Afschaffing Cultuurstelsel
Gevolgen Afschaffing Cultuurstelsel:
  1. Toename ondernemers landbouw, mijnbouw
  2. Ontstaan vrije markt(Economisch systeem waarbij Nederlandse ondernemers zelf bedrijven mochten oprichten en mensen in loondienst mochten nemen)
  3. contractarbeiders: ondernemers konden te weinig mensen vinden. Koelies




Voor boeren in Nederlands-Indië was de afschaffing van het cultuurstelsel amper een verbetering. Ze moesten nu voor weinig loon erg hard werken en werden vaak slecht behandeld door de Nederlandse ondernemers.
Op Sumatra konden de ondernemers niet genoeg arbeiders vinden. Daarom haalden zij honderdduizenden contractarbeiders van andere eilanden in Nederlands-Indië of uit andere landen, zoals China. Dit waren arbeiders die een contract tekenden om een bepaalde tijd te werken op een plantage. In ruil daarvoor kregen zij een voorschot op hun loon. Maar op een plantage verdienden zij zo weinig dat het bijna nooit lukte om het voorschot terug te betalen. Daardoor moesten ze heel lang op een plantage blijven werken. Nederlandse ondernemers noemden deze contractarbeiders koelies.
Lees voor
contractarbeiders
Arbeider die een contract had getekend waardoor hij gedwongen was om te werken op een plantage.
Lees voor
koelie
Naam die Nederlanders gebruikten voor een contractarbeider.
Lees voor
Het leven van contractarbeiders
Het leven van contractarbeiders was zwaar en eentonig. Ze moesten twaalf uur per dag werken, vaak in de brandende zon. Ze kregen weinig eten en woonden in eenvoudige huizen zonder wc of bad. Kinderarbeid kwam ook veel voor. Met geldboetes en lijfstraffen probeerden opzichters de ‘koelies’ onder de duim te houden. Ze werden streng gestraft voor kleine overtredingen. Contractarbeiders spraken meestal de lokale taal niet en kenden verder niemand in de omgeving. Bij de Nederlandse regering konden ze ook niet aankloppen voor hulp, want die voerde in 1880 de ‘koelieordonnantie’ in. Dit was een wet waarin stond dat contractarbeiders die zich niet aan hun contract hielden, gestraft mochten worden. Mensen die werk weigerden of vluchtten, werden gearresteerd en teruggebracht naar hun werkgever of kwamen in de gevangenis terecht. Contractarbeiders konden dus nergens heen en zaten in feite gevangen op de plantage.
Af en toe kwam er in Nederland kritiek op de situatie van de contractarbeiders. Er werden onderzoeken gedaan die aantoonden hoe slecht deze arbeiders werden behandeld. Maar toch veranderde er bijna niets.
Lees voor
Bron 5
Chinese contractarbeiders sorteren tabaksbladeren.
INHOUD














Slide 17 - Tekstslide

1.3 Nationalisme
  1. Je kunt uitleggen waarom de ethische politiek werd ingevoerd en wat deze inhield.
  2. Je kunt oorzaken noemen voor het ontstaan van nationalisme in Nederlands-Indië en beschrijven hoe Nederland daarop reageerde.
  3. Je kunt uitleggen welke gevolgen de Japanse bezetting had voor Indonesië.

Slide 18 - Tekstslide

1.3 Nationalisme
Nieuwe ideeën over Nederlands-Indië:
Rond 1900: 
  1. Iets terug doen voor Nederlands-Indië(Ethische politiek)
  2. Voelde zich beter dan ander Aziatische volkeren. Witte mensen zouden beter zijn dan Aziaten            Nationalisme en racisme
  3. oprichting Volksraad


Slide 19 - Tekstslide

1.3 Nationalisme
Oorzaken ontstaan Nationalisme:
  1. Trots eigen cultuur en volk
  2. Groot zelfvertrouwen gekregen door overwinning Japan op Europese landen.
  3. inheemse jongeren gingen studeren in Nederland. Ze zagen vrijheid, gelijkheid en democratie in NL wat niet in Indonesië gebeurden.



Slide 20 - Tekstslide

1.3 Nationalisme
Oprichting nationalistisch organisaties
  • Partai Nasional Indonesia(PNI
  • Oprichting 1927
  • leider Soekarno

Slide 21 - Tekstslide

1.3 Japanse invloed
Japanners in Nederlands-Indië:
  1. Januari 1942 start interneren
  2. Verbod nederlands taal
  3. Batavia naar Jakarta en Hatto/Soekarno vrij
  4. Japan toch niet zo gast vrij

Slide 22 - Tekstslide

1.4 Dekolonisatie Indonesie
  1. Je kunt verklaren waarom Nederland een oorlog in Indonesië begon en beschrijven hoe die verliep.
  2. Je kunt de directe oorzaken en gevolgen noemen van de onafhankelijkheid van Indonesië.
  3. Je kunt beschrijven hoe de relatie tussen Nederland en Indonesië was na 1949.

Slide 23 - Tekstslide

1.4 dekolonisatie
  • Soekarno roept onafhankelijkheid uit onder druk van Permoeda's
  • 1945/1949 Politionele acties
  • Guerillaoorlog
  • oorlogsmisdaden

Slide 24 - Tekstslide

1.4 Nederland erkent Indonesie
Redenen Erkenning:
  1. Internationale druk van de Verenigde Naties
  2. stopzetten Marshallhulp door Verenigde Staten
overdracht Soevereiniteit
27 december 1949 Dekolonisatie
Soekarno president Indonesië

Slide 25 - Tekstslide

1.4 Problemen Indonesie na 1949
Problemen na 1949 Indonesie:
  1. Schade WO2 en politionele acties
  2. sommige delen wilde niet bij indonesie horen
  3. veel wantrouwen Nederlanders en indo's die er nog woonden

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide