Weektaak 4 t/m 8 oktober

Weektaak 4 t/m 8 oktober
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Weektaak 4 t/m 8 oktober

Slide 1 - Tekstslide

Belangrijke data
- donderdag 7 oktober; SO Taalverzorging H1
  Bekijk/ leer de groene gedeelten goed.

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet je aan het eind van de week kennen en kunnen?

Deze week leer je de volgende zaken;

- werkwoorden in de tegenwoordige tijd
- werkwoorden in de verleden tijd

Slide 3 - Tekstslide

Spelling

van de persoonsvorm


in de

verleden tijd

Slide 4 - Tekstslide

Doel van de les

Je weet het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden


Je kunt sterke en zwakke werkwoorden correct spellen in de verleden tijd

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Persoonsvorm verleden tijd
• Sterke en zwakke werkwoorden.
• Sterke werkwoorden: je kunt de spelling horen.
• Zwakke werkwoorden: ex-kofschip.

Slide 7 - Tekstslide

Sterk of zwak werkwoord?

Jij fietste
A
sterk
B
zwak

Slide 8 - Quizvraag

Sterk of zwak werkwoord?

Het vliegtuig vloog
A
sterk
B
zwak

Slide 9 - Quizvraag

Sterk of zwak werkwoord?

De hond blafte
A
sterk
B
zwak

Slide 10 - Quizvraag

Sterk of zwak werkwoord?

ik sliep
A
zwak
B
sterk

Slide 11 - Quizvraag

Spelling werkwoorden verleden tijd 
(sterke en zwakke werkwoorden)
1. Ik (bakken) een pannenkoek.
2.Wij (verven) de kamer.
3.Jij (schrijven) een brief.
4.Jij (beantwoorden) die vraag. 

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf het werkwoord in de verleden tijd op:

Vannacht (dromen) hij over zijn vakantie.

Slide 13 - Open vraag

Schrijf het werkwoord in de verleden tijd op:

Het dier (verspreiden)
een onaangename geur.

Slide 14 - Open vraag

Schrijf het werkwoord in de verleden tijd op:

De huizen (branden)
totaal uit.

Slide 15 - Open vraag

Schrijf het werkwoord in de verleden tijd op:

De inbrekers (begraven)
de sieraden in het bos.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link

Maandag

Slide 19 - Tekstslide

Dinsdag

Slide 20 - Tekstslide

Woensdag

Slide 21 - Tekstslide

Namen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link