Hoofdstuk 5 Het strafrecht 7 okt 24

Hoofdstuk 5 
Het strafrecht 
5.1 uitgangspunten van het strafrecht 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5 
Het strafrecht 
5.1 uitgangspunten van het strafrecht 

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben we de vorige les geleerd?
Knelpunten in de rechtsstaat: 

  • Veiligheid vs. privacy 
  • Ongelijke behandeling: klassenjustitie
  • Botsende grondrechten; niet discrimineren vs. vrijheid van meningsuiting. 

Slide 2 - Tekstslide

Een land kan lid worden van de EU als het een rechtsstaat is.
Maar wat is een rechtsstaat?
A
Eén iemand heeft de macht in een land.
B
De burgers hebben grondrechten die in een grondwet staan.
C
De overheid en politie hoeft zich niet aan de regels te houden.
D
Een staat waar iedereen zich moet hou den aan de wetten en regels van het land

Slide 3 - Quizvraag

In Nederland bestaat de trias politica.
De trias politica betekent

A
de invloed van politieke partijen
B
de mensenrechten en plichten.
C
de scheiding van de politieke macht.
D
vrije en geheime verkiezingen.

Slide 4 - Quizvraag

Welke drie machten kennen wij in onze democratische rechtsstaat?
Uitleg
De macht in een rechtstaat is in 3 verdeeld.
De wetgevende macht (Tweede Kamer) maakt de wetten.
De uitvoerende macht (Regering) voert de wetten uit
De rechterlijke macht (Rechters) bepaalt wie er gelijk heeft bij ruzie.
Ongeveer 300 jaar geleden bedacht de Fransman Der Montesquie de scheiding der machten. Hij vond dat degene die de wetten maakt niet mag beoordelen of iemand zich daar ook aan houdt. Dan zou je bijvoorbeeld nooit de overheid kunnen aanklagen.
A
Landmacht, luchtmacht en politiemacht
B
Uitvoerende macht, wetgevende macht en rechterlijke macht
C
Uitvoerende macht, controlerende macht en instemmende macht

Slide 5 - Quizvraag

Lezen Hoofdstuk 5.1
kader blz 55
basis blz 33

Slide 6 - Tekstslide

Het strafrecht: Omvat alle regels en wetten over het straffen van mensen die de wet overtreden 

Slide 7 - Tekstslide

De 5 belangrijkste uitgangspunten van het strafrecht 

Slide 8 - Tekstslide

1. Je kunt alleen worden bestraft voor iets wat voor de wet strafbaar is. 
2.  Er wordt rekening gehouden met de ernst van het delict. # overtreding / misdrijf
3. Rechter kijkt naar de situatie .  # noodweer 
#overmacht 
4.  De rechter houdt rekening met achtergrond en persoonlijke eigenschappen

Ontoerekeningsvatbaar?
5.  rechter houdt rekening met leeftijd 

Slide 9 - Tekstslide

Noodweer 
- Als je geweld gebruikt om jezelf te verdedigen, ben je niet  strafbaar. Dit geweld moet dan wel "passend" zijn. 

Dit noemen ze noodweer
Noodweer= zelfverdediging 
bijvoorbeeld: inbreker neerslaan met een pan.  
Je mag niet buitensporig geweld gebruiken (bijvoorbeeld een wapen)



mag je geweld gebruiken tijdens een inbraak?
wist je dat?
er bestaat noodweer en noodweer exces Als je op de link klikt leg ik het je uit!

https://www.startpagina.nl/v/maatschappij/wetgeving/vraag/538756/verschil-tussen-noodweer-noodweerexces/

Slide 10 - Tekstslide

Overmacht
Door de situatie kun je er niets aan doen.

Hoogzwangere vrouw naar het ziekenhuis rijden en je rijdt door rood 

Slide 11 - Tekstslide

Rekening houden met de situatie 
Noodweer: zelfverdediging.
Overmacht: als je niet anders kan.

Slide 12 - Tekstslide

Het Jeugdstrafrecht
  • 0 tot 12 jaar - geen straf             
  • 12 tot 18 jaar- Jeugdstrafrecht --> jeugd detentie 
  • 16 tot 23 jaar - adolocentierecht (tussen jeugd en volwassenheid)  

Slide 13 - Tekstslide

Regels
1. De rechtszaak vindt achter gesloten deuren plaats.
Bij een normale rechtszaak mag iedereen komen kijken. Bij kinderen willen we dat niet. Dus niet iedereen is welkom.
2. De zaak wordt geleid door een kinderrechter.
Dit is één rechter en hij kan alleen het jeugdstrafrecht toepassen. Het is vaak ook een rechter die goed met kinderen om kan gaan.

Slide 14 - Tekstslide

Regels
3. Er gelden andere straffen.
Zo worden jongeren nooit in een gevangenis met volwassenen gezet, voor hen bestaan speciale jeugdinrichtingen. Kinderen tot 16 jaar kunnen maximaal één jaar gevangenisstraf in een jeugdinrichting krijgen en kinderen ouder dan 16 jaar maximaal twee jaar gevangenisstraf.

Slide 15 - Tekstslide

Regels
4. De rechter kan een gezinsvoogd als maatregel opleggen.
Dat betekent dat er een gezinsvoogd wordt aangewezen die voortaan op het kind moet letten en bepaalde beslissingen voor het kind kan nemen.

Slide 16 - Tekstslide

Jongeren in JJI. 
Justitiele jeugdinrichting. 

Ook wel: jeugd gevangenis.  

Slide 17 - Tekstslide

PIJ-maatregel
Een jongere met een gebrekkige ontwikkeling of stoornis kan een PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen) krijgen. Een PIJ-maatregel wordt ook wel jeugd-tbs genoemd. In de jeugdinrichting krijgt de jongere behandeling en begeleiding om herhaling van een misdrijf te voorkomen.

De PIJ-maatregel kan worden omgezet in tbs voor volwassenen.

Slide 18 - Tekstslide

Tekst

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Aan de slag. 
klassikaal opdracht 10 (kader) 
Kader : 1, 2, 3, 4, 12, 13 

Slide 21 - Tekstslide

Hoofdstuk 5 
Het strafrecht 
5.2 de rechten van een verdachte. 

Slide 22 - Tekstslide

In een strafproces heeft de verdachte een aantal rechten. De volgende rechten zijn in de wet vastgelegd; 

Slide 23 - Tekstslide

1: Je bent pas verdachte als er een redelijk vermoeden is voor het plegen van een strafbaar feit. 

2: Je hebt het recht te WETEN waar je van verdacht wordt

3: Je hebt recht op hulp van een advocaat ( Ook als je deze niet kunt betalen )

4: Verdachte heeft het recht om te zwijgen

Slide 24 - Tekstslide

5: Verdachte mag maar een BEPERKTE TIJD worden vastgehouden.
6: Verdachte mag in hoger beroep gaan na uitspraak rechter
7: Misdaden kunnen VERJAREN
8: Je mag niet twee keer voor hetzelfde voor de rechter worden gebracht
5: Verdachte mag maar een BEPERKTE TIJD worden vastgehouden.

6: Verdachte mag in hoger beroep gaan na uitspraak rechter

7: Misdaden kunnen VERJAREN

8: Je mag niet twee keer voor hetzelfde voor de rechter worden gebracht (Vroeger)

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Hoelang kun je worden vastgehouden?
Verlengde vaststelling
in het huis van bewaring. Max 14 dagen. Met 3x 30 dagen verlenging. 

Slide 27 - Tekstslide

Rechten en belangen 
Rechten van de verdachte  
Botst met de belangen van de slachtoffers

Slide 28 - Tekstslide

Plannen SE, wanneer?
basis - eigenlijk hoofdstuk 1 - 6
kader 1 - 5

Slide 29 - Tekstslide

Wat moet af - maandag 30-10
kader -> 6, 11, 12, 14 plus samenvatting
basis -> opdracht 5, 6, 7 plus samenvatting

Slide 30 - Tekstslide