les 1: bevolkingsdichtheid en -spreiding (2.1)
1 / 19
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke landen horen er op 1, 2 en 3?
1 = ....
2 = ....
3 = .....
Klaar? Weet je ook hoeveel mensen er wonen in elk land?
1 = ....
2 = ....
3 = .....
Klaar? Weet je ook hoeveel mensen er wonen in elk land?
Slide 2 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel mensen wonen er in totaal op de wereld?
A
rond de 80 miljoen
B
rond de 8 miljard
C
rond de 80 miljard
D
rond de 800 miljard
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Bekijk de afbeelding.
Is de stelling waar of niet waar?
Is de stelling waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Aantekening in aantekeningenschrift:
H2: bevolking en cultuur
2.1: Waar wonen de meeste mensen?
Bevolkingsspreiding = de beschrijving van waar veel en waar weinig mensen wonen.
Slide 10 - Tekstslide
Vervolg aantekening in schrift:
bevolkingsdichtheid = het gemiddeld aantal inwoners per km2 in een gebied.
Dat reken je uit door
inwoners : oppervlakte.
inwoners : oppervlakte.
Na het getal schrijf je altijd:
mensen per km2.
(antwoord voorbeeld 130,4 mensen per km2)
In Nederland wonen 18 000 000 inwoners
Het oppervlak is 41 500 km2.
Wat is de bevolkingsdichtheid van de wereld?
Rond af op 1 getal achter de komma.
Het oppervlak is 41 500 km2.
Wat is de bevolkingsdichtheid van de wereld?
Rond af op 1 getal achter de komma.
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Op de wereld wonen 8 000 000 000 inwoners
Het oppervlak is 510 000 000 km2.
Wat is de bevolkingsdichtheid van de wereld?
Rond af op 1 getal achter de komma.
Het oppervlak is 510 000 000 km2.
Wat is de bevolkingsdichtheid van de wereld?
Rond af op 1 getal achter de komma.
Slide 12 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe bereken je de bevolkingsdichtheid?
A
inwoners : oppervlakte
B
oppervlakte : inwoners
C
inwoners x oppervlakte
D
oppervlakte x inwoners
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat moet je altijd achter het getal schrijven als je de bevolkingsdichtheid uitgerekend hebt?
Slide 16 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar gaat deze uitspraak over?
'In IJsland wonen heel weinig mensen, in Nederland best wel veel'
'In IJsland wonen heel weinig mensen, in Nederland best wel veel'
A
bevolkingsdichtheid
B
bevolkingsspreiding
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar gaat deze uitspraak over?
'In Egypte wonen de meeste mensen langs de rivier de Nijl.'
'In Egypte wonen de meeste mensen langs de rivier de Nijl.'
A
bevolkingsdichtheid
B
bevolkingsspreiding
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar gaat deze uitspraak over?
'In IJsland wonen gemiddeld 2,8 mensen per km2'
'In IJsland wonen gemiddeld 2,8 mensen per km2'
A
bevolkingsdichtheid
B
bevolkingsspreiding
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
