Regenten en vorsten 6a

Regenten en vorsten 6a
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Regenten en vorsten 6a

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud les
Herhaling
Introductie
Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Ontdekkingsreizen

Slide 3 - Woordweb

Motieven reizen

Slide 4 - Woordweb

Gevolgen reizen

Slide 5 - Woordweb

Regenten
Vorsten

Slide 6 - Tekstslide

Amsterdam
Vanuit Amsterdam werd veel gehandeld met heel Europa. Ook buiten Europa  waren Amsterdamse schepen te vinden. De handel maakte van Amsterdam in de 17e eeuw één van de rijkste steden van de wereld. Voor kooplieden was het handig dat Nederland centraal lag. 

Er kwamen handelsroutes met de Oostzee, Noordzee en Middellandse zee. 
Via de Rijn, Schelde en Maas waren er goede verbindingen met het achterland: het gebied waarmee de haven aan de zee was verbonden. 

Nederland werd het grootste handelscentrum van Europa. 
Voor Nederland was de Oostzeehandel het belangrijkste - Moedernegotie.

Slide 7 - Tekstslide

Tol
Alle schepen die tussen Denemarken en Zweden voeren, voeren door de Sont. Hier moesten ze tol betalen aan de Deense koning. Iedere tolbetaling werd in een register opgeschreven. Verreweg de meeste schepen die dit deden waren Nederlands. 

Slide 8 - Tekstslide

Beurs Amsterdam
Om alle handel te organiseren werd in Amsterdam een koopmansbeurs opgericht. 

Deze beurs was een ontmoetingsplaats waar kooplieden contracten konden sluiten over de levering en prijs van goederen. De goederen lagen in pakhuizen aan de grachten - stapelmarkt.
Amsterdam had wereldwijde handelscontacten.

In Amsterdam was ook een wisselbank. Hier werden munten van over de hele wereld gewisseld. Via wisselbrieven werd gehandeld in geld, zonder munten. Dit was veiliger. 
De beur en wisselbank samen zorgden voor een goede financiële infrastructuur. 

Slide 9 - Tekstslide

Gouden Eeuw
De bloeiende handel was een voordeel voor ambachtslieden. Ze konden grondstoffen gebruikten die in Nederland niet te vinden waren, bijv. hout uit Scandinavië. 
Ook boeren hadden voordeel van de handel. Zij konden hun producten in een groter gebied verkopen. Velen specialiseerden zich in iets wat goed te verkopen was. Graan uit het Oostzeegebied was toch goedkoper. 
Het ging goed met de Nederlandse economie in de 17e eeuw. Nederland was het welvarendste land in de wereld - Gouden Eeuw.

Slide 10 - Tekstslide