Ik kan aangeven hoeveel decimalen er bij een uitkomst horen of hoeveel significante cijfers er bij een uitkomst horen
en de opgave met de rekenmachine uitrekenen.
LESDOEL
Slide 2 - Tekstslide
Rekenen met meekundige opgaven
2,65 m = 26,5 dm = 265 cm
2650 mm
Slide 3 - Tekstslide
Rekenen met meekundige opgaven
5 mm = 0,5 cm = 0,05 dm
etc.
Slide 4 - Tekstslide
Rekenen met meekundige opgaven
2,65 m + 5 mm =
265 cm + 0,5 cm =
265,5 cm =
266 cm
Slide 5 - Tekstslide
Rekenen met meekundige opgaven
Bij optellen en aftrekken bij meetkundige opgaven is het aantal decimalen van het eindantwoord gelijk aan het kleinste aantal decimalen in de opgave nadat je ze hebt omgerekend naar dezelfde eenheid.
Slide 6 - Tekstslide
Rekenen met meekundige opgaven
2,65 m + 5 mm =
265 cm + 0,5 cm =
265,5 cm =
266 cm
Slide 7 - Tekstslide
Rekenen met meekundige opgaven
2,65 m x 15 mm =
265 cm + 1,5 cm =
397,5 cm² =
400 cm² =
4,0 dm²
Slide 8 - Tekstslide
Rekenen met meekundige opgaven
Bij vermenigvuldigen en delen bij meetkundige opgaven is het aantal cijfers van het eindantwoord gelijk aan het kleinste aantal cijfers in de opgave nadat je ze hebt omgerekend naar dezelfde eenheid.