Voorkennis WK1


Welke bewering is op jou van toepassing?
A
Ik heb me serieus voorbereid en ik vind het lastig.
B
Ik heb me serieus voorbereid en ik vind het NIET lastig.
C
Ik heb me niet voorbereid, ik denk dat ik dit lastig vind.
D
Ik heb me niet voorbereid, maar denk NIET dat ik het lastig vind.
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
natuurkundeHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les


Welke bewering is op jou van toepassing?
A
Ik heb me serieus voorbereid en ik vind het lastig.
B
Ik heb me serieus voorbereid en ik vind het NIET lastig.
C
Ik heb me niet voorbereid, ik denk dat ik dit lastig vind.
D
Ik heb me niet voorbereid, maar denk NIET dat ik het lastig vind.

Slide 1 - Quizvraag

Slide 2 - Tekstslide

I De afgelegde weg is groter of gelijk aan de verplaatsing.
II Versnelling is de afgeleide van de snelheid.
A
Beide stellingen zijn juist
B
I is juist II is onjuist
C
I is onjuist II is juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 3 - Quizvraag

I Als de versnelling constant is, is de beweging eenparig rechtlijnig.
II De verplaatsing is het oppervlak onder de v(t)-grafiek.
A
Beide stellingen zijn juist
B
I is juist II is onjuist
C
I is onjuist II is juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 4 - Quizvraag

I De gemiddelde snelheid is te bepalen met de raaklijn in een x(t)-diagram.
II Een eenheid van versnelling kan zijn
h2km
A
Beide stellingen zijn juist
B
I is juist II is onjuist
C
I is onjuist II is juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 5 - Quizvraag



Op t=0 geldt voor de waarden van x(m), v(m/s) en a(m/s^2):
x(t)=21t43t2+27t
A
0, 0, 0
B
0, 27, 0
C
0, 0, -6
D
0, 27, -6

Slide 6 - Quizvraag



Deze beweging is:
x(t)=21t43t2+27t
A
eenparig versneld
B
vertraagd
C
versneld
D
dat hangt af van het tijdstip waarop je kijkt

Slide 7 - Quizvraag


A

Slide 8 - Quizvraag

x (m) en t(s). Bereken v(3) in km/h
x(t)=21t43t2+27t

Slide 9 - Open vraag

Bereken a(2) in m/s2
x(t)=21t43t2+27t

Slide 10 - Open vraag

Bereken de gemiddelde snelheid (m/s) tussen 4 en 10 seconden.
x(t)=21t43t2+12

Slide 11 - Open vraag