Feestdagen in Nederland NT2

Feestdagen in Nederland NT2
herhalen en produceren
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Feestdagen in Nederland NT2
herhalen en produceren

Slide 1 - Tekstslide

Hoe noem je dagen die we vieren in Nederland?
A
partydagen
B
feestdagen
C
kermisdagen
D
popcorndagen

Slide 2 - Quizvraag

Wat weet je nog van carnaval?

Slide 3 - Woordweb

Wie is dit?

Slide 4 - Open vraag

Waarom eten we eieren met Pasen?
A
we vieren nieuw leven
B
we houden van eieren
C
de kip is jarig

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noem je Pasen in jouw taal?

Slide 6 - Open vraag

Welk feest is dit?
A
Pasen
B
Kerstmis
C
Halloween
D
Sint Maarten

Slide 7 - Quizvraag

Wat krijgen kinderen met Halloween bij de deur?
A
ijs
B
appel
C
pizza
D
snoep

Slide 8 - Quizvraag

Wat vieren we met Sint Maarten?

Slide 9 - Open vraag

Sint Maarten en de start van carnaval vieren we op dezelfde dag. Welke dag is dat?
A
2 februari
B
4 april
C
9 september
D
11 november

Slide 10 - Quizvraag

Pasen
verjaardag
halloween
Sint Maarten

Slide 11 - Sleepvraag

Welke zin hoort hierbij?
A
Ik ga trouwen.
B
Ik ben jarig.
C
Ik ga naar een ander huis
D
Ik heb een hond

Slide 12 - Quizvraag

Wat eten mensen met een verjaardag?
A
komkommer
B
boterham
C
taart
D
eieren

Slide 13 - Quizvraag

Schrijf op wat je geleerd hebt over feestdagen.

Slide 14 - Open vraag

Opdracht
Teken of schrijf over jouw favoriete feestdag. 
Aan het einde van de les inleveren bij de docent. 

Slide 15 - Tekstslide