Samenstelling met tussen -s
Als je een -s hoort, schrijf je hem.
Voorbeeld: stationsklok
Als het tweede deel van de samenstelling met een s-klank begint, is de tussen-s lastig te horen. Vervang dan het tweede deel en schrijf de –s als je hem in een vergelijkbare samenstelling hoort.
Voorbeeld: dorpsstraat, want: dorpshuis