Unidad 7 segunda parte

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
spaansHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?
TB p.69 , ej.11
  • Het beklemtoonde bezittelijk voornaamwoord.
  • Aanwijzend voornaamwoord.
WB.pag.67 t/m 77
  • Ejercicios + Reglas y Sistemas.
TT 5/6/7

Slide 2 - Tekstslide

Het beklemtoonde bezittelijk voornaamwoord

Slide 3 - Tekstslide

bezittelijk voornaamwoord
( niet-zelfstandig)
beklemtoonde bezittelijk voornaamwoord ( zelfstandig)

Slide 4 - Tekstslide

(mijn) libro

Slide 5 - Open vraag

(ons) casa

Slide 6 - Open vraag

(jouw) padres

Slide 7 - Open vraag

(haar) abuela

Slide 8 - Open vraag

(hun) hijos

Slide 9 - Open vraag

(jullie) hermanas

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Het beklemtoonde bezittelijk voornaamwoord
(Pronombre posesivo)
  • Het wordt met een bepaald lidwoord gebruikt om een al genoemd zelfstandig naamwoord niet te herhalen.
Bijv. Mi ( mijn )hijo ya habla - El mío (de mijne) todavía no.
  • Zonder lidwoord en achter het werkwoord SER wordt het gebruikt om aan te geven wie de bezitter van iets is.
Bijv. ¿ Esa pelota es tuya ( van jou)?  - No la mía ( de mijne)  es la roja.
  • Met het onbepaald lidwoord als "een .....(+ zelfstandig naamwoord )van mij/ jou/ hem/ ons, ....." wordt bedoeld:  Martina es una amiga  nuestra
                                                                                       (Martina is een vriendin van ons)

Slide 12 - Tekstslide

No es mi sombrero es ....
A
la suya
B
el suyo

Slide 13 - Quizvraag

No encuentro mi falda, ¿ puedo ponerme......?
A
el tuyo
B
las vuestras
C
la tuya
D
los tuyos

Slide 14 - Quizvraag

Mis hermanos y ...........fueron a la misma escuela
A
los tuyos
B
las tuyas
C
la suya

Slide 15 - Quizvraag

yo ayudo a mi familia y vosotros ayudáis a........
A
los vuestros
B
los suyos
C
la de nosotros
D
la vuestra

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Link

Ejercicios WB. pag. 72, ej.14, 15
14. ¿ De quién es?
15.Tacha la forma falsa de los posesivos
oef.14
1.el mío
2.la suya
3.el tuyo
4.suyo   
5.las vuestras 
6.tuyo
7.los nuestros
8.míos
oef.15
Son falsas:
1.suyos/ mi/ su
2.tu / mío
3.el tuyo / tuyo
4.suyo / su / de mí  

Slide 18 - Tekstslide

Het aanwijzende voornaamwoord
  • Het wordt gebruikt voor zaken of personen die zich dicht bij de spreker bevinden:
      ( man.)Este - Estos/ ( vrouw.)Esta -  Estas -> AQUÍ ( ACÁ)
  • Verwijzen naar zaken of personen die iets verder weg zijn: 
      ( man.) Ese - Esos / ( vrouw.)Esa - Esas -> AHÍ
  •  Voor zaken of personen die zich ver van de spreker bevinden :
       ( man.) Aquel - Aquellos / ( vrouw.)  Aquella - Aquellas -> ALLÍ ( ALLÁ)
  • Esto - Eso- Aquello hebben betrekking  op iets wat niet nader bepaald wordt . Ze zijn onveranderlijk.

Slide 19 - Tekstslide

Ejercicios WB, p.72 ej.16
1.Este pájaro / Esta fuente
2. Esa flor / Esos bancos
3.Aquella planta / Aquellos caminos
4.Aquel paisaje de allí/ Aquellas dunas de allí
5.Esas estatuas de ahí / Ese quiosco de ahí
6. Estos animales de aquí /  Estas personas de aquí

Slide 20 - Tekstslide

Reglas y Sistemas
p.76 De aanwijzende voornaamwoorden: 


Dichtbij de spreker
Verder weg
Ver weg
Este banco
Ese banco
Aquel banco
Esta fuente
Esa fuente
Aquella fuente
Estos árboles
Esos árboles
Aquellos árboles
Estas flores
Esas flores
Aquellas flores

Slide 21 - Tekstslide

Reglas y Sistemas
p.76 De beklemtoonde bezittelijk voornaamwoord
enkelv. man.
vrouwelijk
merv. man.
vrouwelijk
yo
el mío
la mía
los míos
las mías 
el tuyo
la tuya
los tuyos
las tuyas
él/ella/
usted
el suyo
la suya
los suyos
las suyas
nosotros/nosotras
el nuestro
la nuestra
los nuestros
las nuestras
vosotros/
vosotras
el vuestro
la vuestra
los vuestros
las vuestras
ellos/-as
ustedes
el suyo
la suya
los suyos
las suyas

Slide 22 - Tekstslide

WB. Huiswerk  nakijken
  • p.67, 68, ejs. 1 t/m 4
  • p.71 t/m 74, ejs.12 bt/m 22 b
  • p.77, Test
  • Unidad 8 heeft ook interessante oefeningen:p.79, 80 ejs. 1 t/m 3

Slide 23 - Tekstslide

Viernes
19-06-2020
  • TT unidades 5,6,7:
Afmaken als niet afgemaakt is.
  • Proeftoets : maken

Slide 24 - Tekstslide