4Mavo Blz. 172 t/m 181 Voorbereiding SE2

Opdracht 11: De laatste alinea heeft twee functies. Welke functies zijn dit?
A
Een conclusie geven en een samenvatting geven.
B
Een nieuw gegeven bespreken en een conclusie geven.
C
Een samenvatting geven en een toekomstverwachting uiten.
D
Een toekomstverwachting uiten en een nieuw gegeven bespreken.
1 / 27
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Opdracht 11: De laatste alinea heeft twee functies. Welke functies zijn dit?
A
Een conclusie geven en een samenvatting geven.
B
Een nieuw gegeven bespreken en een conclusie geven.
C
Een samenvatting geven en een toekomstverwachting uiten.
D
Een toekomstverwachting uiten en een nieuw gegeven bespreken.

Slide 1 - Quizvraag

Opdracht 12: Wat is de functie van alinea 7? Alinea 7
A
geeft een gevolg van het gestelde in alinea 1.
B
vormt een tegenstelling met de alinea's 4 t/m 6.
C
vormt samen met de alinea's 4 t/m 6 een opsomming.
D
werkt een deel van het gestelde in alinea 1 verder uit.

Slide 2 - Quizvraag

Opdracht 13: Wat is de belangrijkste functie van alinea 10?
A
een aanbeveling doen
B
een toekomstverwachting geven
C
een voorbeeld geven
D
een waarschuwing geven

Slide 3 - Quizvraag

Opdracht 14 vraag 1: De tekst wil de lezer
A
ervan overtuigen dat pubers niets aan hun gedrag kunnen doen.
B
ervan overtuigen dat het impulsieve handelen van pubers tijdelijk is.
C
informeren over de hersenverandering bij pubers.
D
informeren over de persoonlijkheidsstructuur van pubers.

Slide 4 - Quizvraag

Opdracht 14 vraag 2: De tekst wil
A
de consument aansporen kennis te nemen van de reclameregels in vlogs.
B
de lezer informeren over de problemen van sluikreclame in vlogs.
C
de oudere lezer enthousiasmeren voor het volgen van vlogs.
D
jongeren waarschuwen voor verborgen boodschappen in vlogs.

Slide 5 - Quizvraag

Opdracht 15 vraag 1: Citeer een zin uit alinea 3 of 4 die aangeeft waarom de overheid geen strenge regels opstelt voor reclames in vlogs.

Slide 6 - Open vraag

Opdracht 15 vraag 2: Waarom mag er geen reclame worden gemaakt voor ongezond voedsel voor kinderen onder de 12? Gebruik alinea 4 voor je antwoord.

Slide 7 - Open vraag

Opdracht 15 vraag 3: Citeer het zinsgedeelte uit alinea 8 die aangeeft hoe het komt dat Milan Knol niet precies weet hoe oud zijn volgers zijn.

Slide 8 - Open vraag

Opdracht 15 vraag 4: Moet Milan Knol rekening houden met de afgesproken regels over reclame voor ongezond voedsel? Licht je antwoord toe met een argument uit alinea 4.

Slide 9 - Open vraag

Opdracht 15 vraag 5: Citeer uit alinea 9 de zin waaruit blijkt dat de interviewers enigszins kritisch staan tegenover de werkwijze van Jamin.

Slide 10 - Open vraag

Opdracht 15 vraag 6: Geef een voorbeeld uit alinea 10 waaruit blijkt dat Enzo Knol zich toch niet zo veel aantrekt van die invloed.

Slide 11 - Open vraag

Opdracht 16: Wat is het onderwerp van de tekst "Vlogger eet dát snoep meestal niet voor niks"?
A
aanprijzen van dure merkproducenten door vloggers.
B
bewust negeren van reclameregels door vloggers
C
geld van voedselfabrikanten voor vloggers
D
reclame voor ongezond voedsel door vloggers

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht 17 vraag 1: Leg uit wat er precies onderzocht werd in het onderzoek in Psychological Science en wat er eerder werd onderzocht. Gebruik niet meer dan 40 woorden.
Psychological Science onderzocht het verschil tussen aantekeningen maken met de hand en met de laptop.
Eerdere onderzoeken waren gericht op de afleiding die de laptop/computer biedt.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 17 vraag 2: Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
Om feiten op korte termijn goed te onthouden, kun je zowel je aantekeningen typen als met de hand opschrijven.
B
Omdat studenten tegenwoordig zo goed kunnen typen, hebben ze minder mentale verwerking bij het maken van aantekeningen.
C
Wanneer je met de hand schrijft, heb je meer mentale verwerkingen en laat je meer geheugensporen achter in je brein.
D
Wanneer je veel gebruikmaakt van internet en veel schrijft, is dat slecht voor je parate kennis.

Slide 14 - Quizvraag

Opdracht 18: Welke conclusie past het beste bij alinea 3?
A
De hersenen groeien na je kleutertijd niet meer, maar ontwikkelen zich nog wel.
B
De hersenwetenschap blijkt een onbekende, verrassende wetenschap te zijn.
C
De omvang van de hersenen groeit tot je tweeëntwintigste levensjaar.
D
De technieken in de hersenwetenschap zijn sinds 1990 hopeloos verouderd.

Slide 15 - Quizvraag

Opdracht 19 vraag 1: Welke functie of welke functies heeft alinea 1?
A
Alleen 1
B
Alleen 2
C
Alleen 3
D
1 en 2

Slide 16 - Quizvraag

Opdracht 19 vraag 2: Noem drie extra functies die Toon volgens de tekst heeft.
1. Het bedienen van de verlichting.
2. Op afstand/via de smartphone/onderweg de verwarming hoger of lager zetten.
3. Werken als rookmelder/waarschuwen bij rookontwikkeling.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 19 vraag 3: Wat is het belangrijkste doel van deze advertentie? De advertentie wil de lezer
A
aansporen om energie bij Eneco af te nemen.
B
aansporen om Toon bij Eneco aan te schaffen.
C
informeren over de toekomst van energielevering door Eneco.
D
informeren over wat Toon van Eneco allemaal kan.

Slide 18 - Quizvraag

Opdracht 19 vraag 4: Op welke doelgroep richt deze advertentie zich vooral?
A
op alle mensen die geïnteresseerd zijn in technologische ontwikkelingen
B
op alle mensen die geïnteresseerd zijn in Toon
C
op mensen die klant zijn van Eneco en geïnteresseerd zijn in Toon
D
op mensen die nog geen klant zijn van Eneco en geïnteresseerd zijn in Toon

Slide 19 - Quizvraag

Opdracht 19 vraag 5: Welke zin uit de tekst ondersteunt de afbeelding het best?
A
De thermostaat lager zetten vanuit uw luie stoel?
B
Haal ook Toon in huis.
C
Met uw smartphone de verwarming lager zetten?
D
Toon maakt uw huis nu ook veiliger.

Slide 20 - Quizvraag

Opdracht 20 vraag 1: Wat is het belangrijkste doel van deze advertentie? De advertentie wil de lezer
A
aansporen om een bedrijf in pure chocolade te steunen.
B
erop wijzen dat kinderen pure chocolade niet lekker vinden.
C
ervan overtuigen dat pure chocolade niet voor kinderen bestemd is.
D
laten zien dat er een startend bedrijf in pure chocolade is.

Slide 21 - Quizvraag

Opdracht 20 vraag 2: Welke functie of functies heeft deze advertentie vooral?
A
alleen 1
B
alleen 2
C
alleen 3
D
1 en 2

Slide 22 - Quizvraag

Opdracht 20 vraag 3: Kitty Smeeten en Thomas de Groen noemden hun chocoladereep 'de meest volwassen chocoladereep'. Leg in eigen woorden uit wat ze hiermee bedoelen. Gebruik niet meer dan 10 woorden.
Een chocoladereep die vooral voor volwassenen bestemd is. 
Een chocoladereep die vooral volwassenen lekker zullen vinden. 
Een chocoladereep die 85% cacao bevat.

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 20 vraag 4: Citeer de zin uit de tekst die het beste uitlegt wat er op de afbeelding te zien is.

Slide 24 - Open vraag

Opdracht 21 vraag 1: Wat zijn de twee belangrijkste doelen van de tekst? (zie blz. 180)
A
1 en 2
B
1 en 3
C
1 en 4
D
2 en 4

Slide 25 - Quizvraag

Opdracht 21 vraag 2: Wat is de belangrijkste functie van de afbeelding in deze advertentie? De afbeelding
A
is nodig om de tekst te kunnen begrijpen.
B
trekt de aandacht van de lezer.
C
verduidelijkt de inhoud van de tekst.
D
voegt inhoudelijk iets nieuws toe aan de tekst.

Slide 26 - Quizvraag

Opdracht 21 vraag 3: Welke bewering over het fluitsignaal is op basis van deze advertentie juist?
A
Als je instapt na het fluitsignaal, gaan de deuren niet meer dicht.
B
In de tijd tussen het fluitsignaal en het sluiten van de deuren mag je ook nog instappen.
C
Je moet voor het fluitsignaal instappen, want na het fluitsignaal gaan de deuren dicht.
D
Pas na het fluitsignaal mag je instappen, daarna gaan de deuren dicht.

Slide 27 - Quizvraag