Prends ton livre à la page 24 et prends ton livre d'exercices à la page 48
Exercice 4 - regarde le texte A dans ton livre. Essaie de répondre aux questions.
- Over wie gaat de tekst?
- Wat zijn zij van elkaar?
- Wat is het onderwerp?
- Welk probleem is er?
- Waar speelt de tekst zich af?
- Wat gaat er gebeuren?