Les 1 - Van stadstaat tot wereldrijk -

Het Romeinse Rijk

1. Van stadstaat tot wereldrijk

Planning

1. Gebed, gesprek, spullen
 0-10

2. Leerdoelen + uitleg 
 10-35

3.. Leerdoelen maken
35-40

4. Quiz
40-45

6. Toets bespreken
45-55

LEERDOELEN

A. Wat is een stadstaat?

B. Welke twee middelen hielpen de Romeinen hun rijk op te bouwen?

C. Wat is een monarchie en wat is een republiek?

D. Door welke twee machtige groepen werd het Romeinse Rijk bestuurd? Leg ook uit welke taak deze groepen hadden.

E. Waarom was het Romeinse Rijk geen echte democratie?

Leg uit hoe de vragen beantwoord moeten worden.
'Een stadstaat is ....'
'De Grieken stichtten koloniën omdat...'

H3. Romeinen 

Vraag A

Het Romeinse Rijk begon als een stadstaat.
Wat was een stadstaat ook alweer?

Hoe werden de Romeinen succesvol? (Vraag B)

• De Romeinen legden wegen aan. 
  Dit maakte het makkelijk om gebied te veroveren en handel te drijven.
• De Romeinen leerden andere volken hun geld te gebruiken. 
  Hierdoor konden mensen van verschillende achtergronden handel drijven.

Rome wordt machtig

• Rome was een stadstaat 
• Breidde zich uit tot een wereldrijk
• Dit noemen we het Romeinse Rijk ('Imperium Romanum')

Van koninkrijk naar republiek

• Rome had eerst een koning 
• Rond 500 v.Chr. wordt de koning weggejaagd
• De Romeinen krijgen een Republiek.
• Republiek = een land zonder koning

Vraag C

Je weet nu wat een republiek is.
Wat was een monarchie ook alweer?

Vraag D

Klassikaal lezen 3.1 leerboek

Alinea: 'van koninkrijk naar Republiek'
Op bladzijde 46

Door welke twee groepen werd het Romeinse Rijk bestuurd?
Wat was hun taak?

Vraag E

Waarom was het Romeinse Rijk geen echte democratie?

Maak je leerdoelen af

Uiteindelijk zou Rome uitgroeien tot een wereldrijk, hoe werd dit wereldrijk genoemd?

1. Het Romeinse Rijk
2. Het Romaanse Rijk
3. Europa
4. Het Imperium Romanum

Door wie werd Rome bestuurd toen het nog een stadstaat was?

1. Een keizer
2. Een koning
3. Een sultan
4. De paus

Wie zaten er in de senaat van de Romeinse Republiek?

1. Alle mannelijke Romeinse burgers
2. Rijke en belangrijke Romeinse mannen.
3. Alle Romeinse burgers
4. Consuls

Wie koos het volk van de Romeinse Republiek elk jaar?

1. Twee koningen
2. Een president
3. Twee consuls
4. Een burgemeester

Wat deden de consuls van de Romeinse Republiek?

1. Zij leidden de senaat en voerden de besluiten van de senatoren uit.
2. Zij voerden oorlog.
3. Zij bestuurden het Romeinse Rijk.
4. Zij leidden de senaat en lieten de senatoren besluiten uitvoeren.

Waarom was de Romeinse Republiek geen echte democratie?

1. Vrouwen, kinderen en slaven hadden geen invloed op het bestuur.
2. In de senaat zaten alleen mannen.
3. In de senaat zaten alleen rijke mannen.
4. De Romeinse Republiek werd door twee consuls bestuurd.

Toets bespreken

Je fouten staan in de kantlijn met streepjes aangegeven

Totale aantal fouten staat bovenaan je toets. Controleer dit.
Kijk de toets na. Heb je nog vragen? 
Schrijf op: waar heb je de meeste fouten gemaakt en waarom.