3.3 De strijd van de arbeiders

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

bekijk slide 4 - 8
- Lees 'Ongezond en gevaarlijk werk'
- Leg uit in je schrift hoe de werkomstadigheden waren in de fabrieken en verklaar de oprichting van vakbonden.

Slide 3 - Tekstslide

Kinderarbeid
  • Goedkope arbeidskrachten

  • Ze zijn nog jong: je hebt er nog lang wat aan

  • Ze zijn goedkoper

  • Hun kleine handen kunnen beter op plekken tussen machines

Slide 4 - Tekstslide

Arbeidsomstandigheden
  • Saaaaaaaai (door arbeidsdeling/lopende band)

  • Lange werkdagen (14 uur per dag)
  • Gevaarlijk

  • Geen enkel recht

  • Lage lonen (bij fouten: loon inhouden)

Slide 5 - Tekstslide

Vakbonden
  • Arbeiders gaan zich verenigen
  • Kortere werkdage
  • Hogere lonen
  • Betere werkomstandigheden

Slide 6 - Tekstslide

1. Vakbonden
  • Arbeiders werken samen om sterk te staan.

  • Vakbond = een verzekering

  • Eisen stellen en staken

Slide 7 - Tekstslide

Oprichting van vakbonden
  • Arbeider machteloos, je kon zomaar ontslagen worden
  • Ze gingen vakbonden oprichten om voor hun belangen op te komen (meer loon, kortere werkdagen, betere arbeidsomstandigheden)
  • Vakbonden gingen voor werknemers onderhandelen (ze konden dreigen met staken)

Slide 8 - Tekstslide

Bekijk slide 10 - 13
- Lees 'Liberalen'
- Leg uit hoe de liberalen tegen de samenleving aankeken, wat was volgens hen de taak van de overheid?

Slide 9 - Tekstslide

De liberalen

Aanhangers van het liberalisme geloofden in de denkbeelden uit de Franse Revolutie. Liberalen staan voor:

1. Grondrechten (bijv. vrijheid van meningsuiting) 

2. Vrijheid op het gebied van de economie: zonder regeltjes zou de handel en de industrie sneller groeien.

De liberalen vertegenwoordigden vooral de gegoede burgerij. De leider van de liberalen was Thorbecke.

Slide 10 - Tekstslide

Liberalen in Nederland aan de macht (1848)

  • Liberalen willen economische vrijheid en niet dat de overheid zich bemoeit met de economie.

  • Ze willen dat óók particuliere ondernemers een bedrijf op Java kunnen starten

Slide 11 - Tekstslide

Liberalen

  • Nachtwakersstaat: overheid zorgt alleen voor orde en veiligheid

  • Economie helemaal vrij laten

  • Sociale wetten kosten teveel geld

  • Rechts in de politiek

Slide 12 - Tekstslide


Liberalen aan de macht
De liberalen streefden naar vrijheid:
  • Mensen moeten zoveel mogelijk zelf doen.
  • Iedereen moet voor zich zelf zorgen.
  • De overheid is er niet voor om problemen op te lossen.



Slide 13 - Tekstslide

Bekijk slide 15 - 18
Lees 'Socialisten'
- Leg uit hoe de socialisten tegen de samenleving aankeken en wat zij vonden van de rol van de overheid.

Slide 14 - Tekstslide

Eind 19de eeuw  ontstaan emancipatiebewegingen:
  • Socialisten komen op voor de arbeiders
  • Feministen komen op voor de vrouwen

Slide 15 - Tekstslide

Socialisten
  • SDAP
  • Pieter Jelles Troelstra
  • Opkomen voor fabrieksarbeiders.
  • Gelijkheid

Slide 16 - Tekstslide

Socialisten

Socialisten vonden gelijkheid belangrijk. Zij wilden het verschil tussen arm en rijk kleiner maken:

  • algemeen kiesrecht
  • betere werkomstandigheden
  • hogere lonen
  • inkomen voor oude mensen
  • S.D.A.P

Slide 17 - Tekstslide

Sociale wetgeving

De sociale kwestie maakt de noodzaak van sociale wetgeving duidelijk. Armenzorg moest geen liefdadigheid zijn, maar een recht.

In de Armenwet van 1854 werd geregeld dat voor hulpbehoevenden die niets van de kerk kregen, de gemeente kon bijspringen.

Twintig jaar later kwam Samuel van Houten met het Kinderwetje van Van Houten (1874) Deze wet verbood kinderarbeid in fabrieken en werkplaatsen voor kinderen onder de 12 jaar.

Rond 1900 kwamen er meer sociale wetten, zoals de Leerplichtwet, Ongevallenwet, Woningwet (1901).


Slide 18 - Tekstslide

Socialist vs liberaal
socialist
liberaal
Iedereen moet kunnen doen wat hij wil.
Niet iedereen kan doen wat hij wil, want armen hebben minder mogelijkheden.
De overheid moet zorgen dat arme mensen een een beter leven krijgen.
Politiek is een zaak voor goed opgeleiden.

Slide 19 - Sleepvraag

Slide 21 - 25
Lees 'Wie was Aletta Jakobs?'
- Vertel wat feministen zijn en leg uit waarom dat woord past bij Aletta Jakobs.

Slide 20 - Tekstslide


Feminisme


Eerste golf
  • Vrouwen die opkomen voor de (gelijke) rechten van de vrouw
  • Zoals kiesrecht en het worden toegelaten op universiteiten

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Wat hoort bij socialisme?
A
Gelijkheid, algemeen kiesrecht, verdeling rijkdom
B
Gelijkheid, geloof, ieder voor zich, algemeen kiesrecht
C
Arbeiders, geloof, armoede, sociale kwestie
D
Arbeiders, vereniging, schoolstrijd, overheid

Slide 23 - Quizvraag

wie was de eerste vrouwelijke huisarts
A
Mirjam Pasveer
B
Wilhelmina Drucker
C
Anne Frank
D
Aletta Jacobs

Slide 24 - Quizvraag

Wie is deze vrouw?
A
Aletta Jacobs
B
Willhelmina Drucker
C
Koningin Wilhelmina

Slide 25 - Quizvraag