Jagers & Boeren en Grieken & Romeinen

Jagers & Boeren 

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Jagers & Boeren 

Slide 1 - Tekstslide

Leefwijze jagers
  • Nomadisch
  • Jagen en vissen
  • Verzamelen: noten, zaden, vruchten en planten
  • Kleine groepen
  • Geen sociale verschillen
  • Tenten, hutten en grotten
  • Carrying capacity = meer mensen, minder voedsel --> wegtrekken

Slide 2 - Tekstslide

Verandering leefwijze
Combinatie factoren:
- kennis wilde granen
- groei bevolking
- verandering klimaat

Gevolg:
- voldoende voedsel
- reden tot blijven = sedentair
- ontstaan van dorpen

Slide 3 - Tekstslide

Mesopotamië
  • Rivieren zorgen voor vruchtbaar land
  • Landbouw en veeteelt
  • Sedentair
  • Sociale verschillen
  • Voedselvoorraad
  • Ambachten & handelaren
  • Natuurreligie 
  • Hierdoor ontstaat stedelijke gemeenschap

Slide 4 - Tekstslide

Stadsmuur --> verdedigen
Tempel --> vereren god + offers brengen
Schepen --> handel
Landbouw 

Slide 5 - Tekstslide

Schrift 
Mesopotamië
- spijkerschrift (kleitabletten)

Egypte
- hiërogliefenschrift 

Reden --> wetten, regels, afspraken, overeenkomsten opschrijven

Slide 6 - Tekstslide

Mesopotamië

Stadstaat = kleine staat
Vorst --> macht van god gekregen
             Ambtenaren --> schreven wetten en regels + controleren
             Soldaten --> vechten om staat te verdedigen + macht vorst handhaven
             Priesters --> werken in tempels

Slide 7 - Tekstslide

Hammurabi
  • Babylonische koning
  • Codex (wetten) op steen
  •  Rechtspraak  en bestuur in wetten geregeld.

Slide 8 - Tekstslide

Rijk in Mesopotamië
  • = meerdere stadstaten veroverd 
  • Koning Sargon is voorbeeld 

Slide 9 - Tekstslide

Babyloniërs
  • Rond 1900 v.Chr. Babyloniërs 300 jaar lang de baas in Mesopotamië 
  • Vorst Hammoerabi: monument met wetten
  • 600 v.Chr. opnieuw groot rijk gesticht: Mesopotamië + Syrië + Palestina
  • Babylon opnieuw opbouwen: tempeltoren, paleizen en stadspoorten

Slide 10 - Tekstslide

Babyloniërs
  • Nebukadnezar
  • Verovering Jeruzalem: hoofdstad van de Joden 
  • Joden als gevangene naar Babylon --> Babylonische ballingschap

Slide 11 - Tekstslide

Induscultuur
  • Weten weinig van de bewoners langs de Indus --> schrift is nooit ontcijferd
  • Landbouw en handel (ruilhandel)
  • Weinig oorlog --> geen verdedigingsmuren

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Noem drie dingen die je geleerd hebt tijden deze les.

Slide 14 - Open vraag

Grieken & Romeinen
3000 v. Chr. tot 500 na Chr.

Slide 15 - Tekstslide

Griekenland
  • Stadstaten (stad met gebied eromheen)
  • Door bergen, het ruige landschap en de zee waren steden van elkaar gescheiden. Hierdoor ontstonden onafhankelijke stadstaten.
  • Belangrijke stadstaten waren: Attica (Athene en omgeving), Thebe en Sparta.

Slide 16 - Tekstslide

Athene
  • Ligging aan zee.
  • Op een heuvel met muur eromheen --> Goed te verdedigen
  • Bergen om Athene (vanuit land niet aan te vallen)

Slide 17 - Tekstslide

Griekenland

Slide 18 - Tekstslide

Gemeenschappelijke cultuur
Verschillende stadstaten, maar ook gemeenschappelijke cultuur:
  •  Spraken dezelfde taal (hetzelfde schrift)
  • Vereerden dezelfde goden
  • Dezelfde mythen (Odyssee en de Ilias van Homerus)
  • Samen sporten (Olympische Spelen)

Slide 19 - Tekstslide

Politiek bij de Grieken: staatsvormen
Macht was niet afkomstig van de goden volgens de Grieken.
Wel dankte men de goden voor voorspoed.
Verschillende staatsvormen:
Democratie ( Regering door het volk)
Tirannie (alleenheerser)
Aristocratie (regering door edelen)
Monarchie (Regering door vorst/koning)

Slide 20 - Tekstslide

Athene democratie
Athene kennen we van de democratie
Mannen met burgerrecht mochten stemmen
Vreemdelingen, vrouwen en slaven niet.

Volksvergadering waarin door stemmen werd beslist.
Directe democratie (meerderheid v.d. burgers bepalen door stemmen).

Slide 21 - Tekstslide

Nederland democratie
In Nederland hebben kunnen wij niet stemmen over besluiten van de regering.
We zijn met teveel mensen om samen te beslissen.
Nederland is een indirecte democratie.
In Nederland kiezen we de Tweede Kamer.
Deze Kamerleden zijn volksvertegenwoordigers, zij mogen namens het Nederlandse volk stemmen over belangrijke besluiten.

Slide 22 - Tekstslide

Tweede Kamer, volksvertegenwoordiging

Slide 23 - Tekstslide

Perikles politicus in democratie

Slide 24 - Tekstslide

Damocles Tiran

Slide 25 - Tekstslide

Zoek met Google "Zwaard van Damocles" op.
Maak duidelijk dat macht kwetsbaar is

Slide 26 - Open vraag

Gebruik de begrippenlijst Forum
Blz. 25 Begrippenlijst en betekenis van de begrippen kennen (de omschrijvingen).
Namen kennen.
Kijk ook naar de keerpunten.

Slide 27 - Tekstslide

Noem drie dingen die je geleerd hebt tijdens deze les.

Slide 28 - Open vraag

Romeinen
  • 146 V. Chr. Werd Griekenland veroverd door de Romeinen
  •  Griekenland werd een Romeinse provincie

Slide 29 - Tekstslide

Romeinse rijk
  • Tot 500 v. Chr. koninkrijk. De koning werd verjaagd.
  •  Daarna republiek  met senatoren
  • 27 v. Chr. Romeinse rijk wordt een keizerrijk onder leiding van keizer Augustus (keerpunt)

Slide 30 - Tekstslide

Romeinse rijk een republiek
Rome een republiek
Belangrijk beslissingen werden in de senaat genomen.
Senatoren kwamen voort uit de aristocratie
Er was een volksvergadering, maar die had weinig macht.
Rome was daarom meer een aristocratie dan een democratie

Slide 31 - Tekstslide

Romeinse rechtspraak
  • Bij de Romeinen was er tijdens de rechtszaak een aanklager en verdediger.
  •  De aanklager probeerde de schuld te bewijzen.
  • De verdediger kwam op voor de verdachte.
  • Rechter bepaalde schuld/onschuld.
  • Romeinse rechtspraak lijkt veel op Nederlandse rechtspraak.

Slide 32 - Tekstslide

Groei Romeinse rijk
  • Door gewonnen oorlogen groeide het Romeinse rijk.
  • Generaals populair door de oorlogen.
  • Soldaten meer trouw aan de generaal, dan aan het rijk. Dit is een oorzaak voor de burgeroorlogen.
  • Generaals stonden in de burgeroorlogen tegenover de senaat.
  • Julius Caesar populair bij zijn manschappen, hij had Gallië (Frankrijk) veroverd.
  • Het lukte hem dictator te worden.
  • Senaat kwaad en vermoorde Julius Caesar

Slide 33 - Tekstslide

Moord op Julius Caesar

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Romeinse rijk een keizerrijk
  • Na de moord op Caesar opnieuw burgeroorlog.
  •  Octavianus (Augustus) won en werd keizer.
  • Keerpunt: Republiek wordt monarchie
  • De eeuwen daarna keizers.
  • Twee eeuwen voorspoed in het Romeinse rijk (Pax Romana)
  • Door volksverhuizingen ging het bergafwaarts met het Romeinse rijk.
  • In 476 ging het Romeinse rijk ten onder.
  • Einde tijdvak Grieken en Romeinen.

Slide 36 - Tekstslide

Ondergang Rome

Slide 37 - Tekstslide

Gebruik de begrippenlijst Forum
Blz. 35 Begrippenlijst en betekenis van de begrippen kennen (de omschrijvingen).
Namen kennen.
Kijk ook naar de keerpunten.

Slide 38 - Tekstslide

Noem drie dingen die je geleerd hebt tijdens deze les.

Slide 39 - Open vraag