present continuous

Classroom Rules:
Mobile phones should be in the telephone holder
No eating in the classroom
No screaming and raise your hand if you have questions
Don't disturb others while working (zelfstandig werken)
Treat each other with RESPECT!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Classroom Rules:
Mobile phones should be in the telephone holder
No eating in the classroom
No screaming and raise your hand if you have questions
Don't disturb others while working (zelfstandig werken)
Treat each other with RESPECT!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Our Goal of  the day
Review : Vocabulary
                   Spelling
New lesson: Present continuous
Quiz
Activity (Zelfstandig werken)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous
Wat is de present continuous?
De present continuous gebruik je om aan te tonen dat iets bezig of gaande is. In het Nederlands praten we van de progressieve vorm.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vorm je de present continuous?
De progressieve vorm bestaat uit het hulpwerkwoord to be (am/are/is) + het onvoltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord(gevormd door aan de stam -ing toe te voegen):
Am / is / are werkwoord + -ing

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgelet: wanneer je een werkwoord hebt dat eindigt op een –e, laat je de –e weg alvorens –ing toe te voegen.

Bijvoorbeeld:
To play------------------------------- I am playing
To write------------------------------- I am writing

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous(duurvorm):
Which sentence is in the present continuous?
A
He was working late.
B
He is working late.
C
He worked late.
D
He has worked late.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous:

Wat is de regel van de present continuous?
A
ww+ - ed
B
shit = ww+-s
C
vorm van to be + ww+-ing

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous:

Wat geef je aan met de present continuous?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt
B
Iets dat NU aan de gang is.
C
Iets dat is gebeurd in het verleden.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous(duurvorm):
Which sentence is in the present continuous?
A
I love my bedroom.
B
He lost his cat.
C
I have loved breakfast.
D
He is leaving now.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous(duurvorm):
Which sentence is in the present continuous?
A
David works every day.
B
David is taking a shower at the moment.
C
David has lost his keys
D
David lost his keys.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous:
Pick the example of the present continuous.
A
He is works late.
B
He is working late.
C
He works late.
D
He working late.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous

We ... (to learn) about the present continuous.
A
are learning
B
learn
C
am learning
D
learns

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous:
Pick the present continuous.
A
I am going to be waiting at the crossroads.
B
I was waiting at the crossroads.
C
I am waiting at the crossroads.
D
I will be waiting at the crossroads.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous:
Pick the present continuous.
A
We are eating lunch at the cafeteria.
B
They have eaten lunch at the cafeteria before.
C
She ate lunch at the cafeteria.
D
He has eaten lunch at the cafeteria.

Slide 18 - Quizvraag

Present continuous
1. aan te geven dat iets NU aan de gang is. Signaalwoorden zijn o.a: "now, at the moment, listen..." enz.
2. aan te geven dat je iets van plan bent. Meestal staat er bij wanneer je in de toekomst dat van plan bent.
3. irritatie aan te geven
Maak de present continuous door: vorm van 'to be' (am/is/are) + ww+ ing
Susanne is singing right now
Present Continuous:
Pick the present continuous.
A
She walks from the car park to the shopping centre.
B
She had been walking from the car park to the shopping centre.
C
She was walking from the car park to the shopping centre.
D
She is walking from the car park to the shopping centre.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous

Wanneer gebruik je de Present Continuous?
A
iets gebeurd op dit moment
B
iets gebeurd vaak, altijd, nooit
C
iets gebeurd in het verleden

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de present continuous?
A
calls
B
is calling

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous:

Welke zin staat in de Present Continuous?
A
David takes a shower at the moment.
B
David is taking a shower at the moment.
C
David has taken a shower at the moment.
D
David took a shower at the moment.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous
A
David works every day.
B
David is taking a shower at the moment.
C
David has lost his keys
D
David lost his keys.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Go to Magister-leermiddelen-EN- 2 VMBO-t/HAVO/VWO
Click- Cities- reading- exercises
Click- Grammar
Click- Pactice more- vocabulary and grammar

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies