Les 2

Sociale vaardigheden 
Les 2 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenPedagogisch werkMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 140 min

Onderdelen in deze les

Sociale vaardigheden 
Les 2 

Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag 
11.15 - 12.45 uur > sociale vaardigheden 
12.45 tot 13.00 uur > pauze 
13.00 tot 14.15 uur > plan van aanpak 

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud
  • Terugblik vorige les 
  • Sociale vaardigheden training voorbeelden 
  • empathie 
  • Werken aan de opdracht  

Slide 3 - Tekstslide

De module opdracht: 
  • Logboek: Je maakt een logboek van alle activiteiten en opdrachten uit de les. Zorg dat je logboek duidelijk is. 
  • Maak in tweetallen een training voor een van de aangeboden sociale vaardigheden. Maak hiervan een handleiding 
  • Maak een individueel evaluatie verslag (starr-methode) 

Slide 4 - Tekstslide

Kijkje in teams! 
Hier kan je alles vinden! 

Inschrijven presentaties 

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn de sociale vaardigheden? 
  • vragen stellen 
  • Hulp vragen 
  • gedag zeggen 
  • op je beurt wachten 
  • stil zijn als een ander praat  
  • attent zijn
  • oogcontact maken 
  • voor jezelf opkomen 
  • vragen of je mee mag doen 
  • 'nee' zeggen 
  • je aan (spel-) regels houden 
  • Overleggen 
  • Omgaan met teleurstellingen 
  • etc.... 

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld les 
'Nee' zeggen. 

Les van kriebels in je buik 

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld les 
Emoties 
Reageren we allemaal op de zelfde manier?

Situatie 1:
Je band is lek en nu kom je te laat op school. Wat voel je?
Situatie 2:
Een klasgenoot die je nog niet zo goed kent vraagt of je na school mee gaat naar het winkelcentrum om een donut te kopen.
Situatie 3:
Je bent op school, maar komt er dan pas achter dat het 1e uur uitvalt.
Situatie 4:
Een klasgenoot die je nog niet zo goed kent vraagt of je na school mee naa rhuis gaat om huiswerk te maken.
Situatie 5:
De klas moet groepjes maken om samen te werken.












Slide 8 - Tekstslide

Empathie 
Omgaan met anderen vraagt om empathisch vermogen. Zowel in het professioneel omgaan met kinderen als met je vrienden, je klasgenoten of je baas.

Wat is empathie?
Empathie is het vermogen van iemand om zich in de gedachten- en belevingswereld van anderen te kunnen inleven. Iemand die over veel empathie beschikt wordt empathisch genoemd. Hij of zij is invoelend en begrijpend en kan zich verplaatsen in de situatie van de ander

Slide 9 - Tekstslide

Door empathie te tonen voelt de ander zich begrepen en gezien.
Wanneer een ander zich begrepen voelt, heb je de sleutel tot een goede relatie te pakken!

Slide 10 - Tekstslide

Gedrag... 
… is alle waarneembare handelingen van een mens of dier (bewegen, zitten, liggen, blozen, schoppen etc.)
… komt tot stand door werking van spieren of klieren
… is meestal een reactie op prikkels

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Gedrag wordt aangeleerd 

Gedrag wordt aangeleerd door (regelmatig) belonen.
(Denk ook aan bijvoorbeeld gokverslaving!)

Negatief gedrag wordt ook aangeleerd.
Voorbeeld:
Wanneer Tim (5) gaat schreeuwen in de supermarkt, krijgt hij een koekje van zijn moeder zodat hij dan stil is. Tim koppelt nu de volgende punten aan elkaar: Supermarkt – Schreeuwen – Koekje.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is 'straf'? 
Straffen is een methode die gebruikt wordt om gedrag te beïnvloeden. Een kind wordt voor een ‘stoute’ daad bestraft met de verwachting dat het in de toekomst zijn gedrag zal veranderen. Een autorijder die een bekeuring krijgt, moet zich voortaan aan de verkeersregels houden. Een misdadiger die de gevangenis in moet, dient berouw over zijn daad te hebben; hij zal zich aan de maatschappelijke normen moeten leren aanpassen.
Gedragspsychologen onderscheiden een ‘positieve’ en een ‘negatieve’ straf. In het eerste geval wordt ‘actief’ gestraft, bijvoorbeeld door berisping of lichamelijke tuchtiging; in het tweede geval wordt passief gestraft, door het ontnemen van dingen die door de gestrafte als positief ervaren worden. Bijvoorbeeld kan men het kind verbieden televisie te kijken of het kind minder aandacht geven.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat vind jij van straf? 

Slide 18 - Tekstslide

Werken aan de module opdracht 

Slide 19 - Tekstslide