HV2 week 23-2 les 9 betoog met differentiëren

Vandaag

Lezen
PO: betoog (keuze moeilijkheidsgraad)

Vorige les: pitch uitgelegd en leesvaardigheid afgerond
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vandaag

Lezen
PO: betoog (keuze moeilijkheidsgraad)

Vorige les: pitch uitgelegd en leesvaardigheid afgerond

Slide 1 - Tekstslide

Betoog inleveren


2G: 19 juni
2F/2H: 21 juni


Slide 2 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Je ontwikkelt je vermogen om effectief samen te werken en je schrijfvaardigheid door het produceren van een overtuigend betoog. Je leert de structuur kennen van een betoog.

Na deze les heb je met je duo een onderwerp en ten minste een artikel. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een betoog?
  • Een betoog is een artikel waarin jullie anderen proberen te overtuigen van jullie mening over een bepaald onderwerp. 


    Slide 5 - Tekstslide

    Waar maak je gebruik van om overtuigend over te komen?


    • argumenten, feiten en meningen

    Slide 6 - Tekstslide

    Voorbeeld betoog
    Tegenargument 
    Stelling verdedigen
    Stelling verdedigen
    Inleiding 
    Slot
    Nadelen
    Concentratie
    Voordelen
    Deelonderwerp
    Deelonderwerp
    Deelonderwerp
    Titel

    Slide 7 - Tekstslide

    Doel
    Het doel  van jullie tekst is om mensen te overtuigen van jullie mening over het onderwerp dat jullie gekozen hebben. 

    Met argumenten uit de gelezen teksten proberen jullie de lezers van jullie mening te overtuigen. 


    Slide 8 - Tekstslide

    De opdracht
    • In tweetallen 

    • minimaal 400 woorden over een onderwerp dat jullie interesseert.

    • Informatie verzamelen: aanmaken van een artikelenmap met drie artikelen over het onderwerp waar jullie het betoog over gaan schrijven. 



    Slide 9 - Tekstslide

    Tekststructuur 
    De tekststructuur van een betoog is altijd:

    Inleiding
    Kern (3 alinea's)
    Slot (geen nieuwe informatie!)

    Slide 10 - Tekstslide

    Inleiding
    • een leuke binnenkomer, bijvoorbeeld een anekdote
    • maak de lezer nieuwsgierig
    • onderwerp noemen
    • aanleiding noemen
    • vraag stellen (kan, hoeft niet)
    • stelling/standpunt geven

    Slide 11 - Tekstslide

    Samenvatting betoog

    • Schrijf een artikel van ten minste 400 woorden (Arial 12).
    • Zorg voor een passende titel. 
    • Zorg voor een inleiding - kern - slot.
    • In de inleiding vermeld je je stelling. 
    • Gebruik 2 argumenten die de stelling verdedigen. 
    • Gebruik 1 tegenargument.

    • Sluit je artikel af en noem hierin nogmaals je mening.

    Slide 12 - Tekstslide

    Tegenargument 

    • Gebruik 1 tegenargument (laten zien dat het argument zwak is). 
    • Alinea 3 van de kern.

    Voorbeeld:
    Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dat kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen). 


    Slide 13 - Tekstslide

    Inleiding: voorbeeld met stelling
    Het is bekend dat vuurwerk elk jaar opnieuw zorgt voor overlast, verwondingen en vervuiling. Zo was er afgelopen oud en nieuw een tragische gebeurtenis in Den Haag waarbij een 12-jarig meisje om het leven kwam door vuurwerk. Maar tegelijkertijd is het een eeuwenoude traditie die dan ook maar eenmaal per jaar plaatsvindt. Lees verder waarom ik tegen een vuurwerkverbod tijdens de jaarwisseling ben.





    [08:34] Ina van der Werff


    De laatste zin geeft de stelling van de schrijver aan.






    stelling

    Slide 14 - Tekstslide

    Middenstuk/kern
    • 2 argumenten die de stelling verdedigen
    • 1 tegenargument 
    • toelichtingen en voorbeelden

    • gebruik passende signaalwoorden, bijvoorbeeld:
           ten eerste, ten tweede, daardoor, zodat, dat wil zeggen

    Slide 15 - Tekstslide

    Slot
    • conclusie of samenvatting geven
    • advies of waarschuwing geven
    • een pakkende uitsmijter
    • in het slot staat nog een keer het belangrijkste van de tekst
           in het kort herhaald
    • gebruik passende signaal-/functiewoorden, bijvoorbeeld:
           dus, concluderend, tot slot, samenvattend 

    Slide 16 - Tekstslide

    Hoe gaan jullie te werk? 
    1. Jullie zoeken een onderwerp uit waar jullie je betoog over willen schrijven. 
    2. Jullie zoeken naar minstens drie artikelen die te maken hebben met dit onderwerp. Onderstreep hierin de argumenten en feiten. Deze artikelen bewaren jullie in een mapje. 
    3. Jullie lezen alle artikelen zorgvuldig door, onderstrepen per artikel drie moeilijke woorden en zoeken daarvan de betekenis op (woordraadstrategieën). Ook geven jullie een korte samenvatting van het artikel. Hiervoor krijgen jullie een verwerkingsopdracht
    4. Maak een schrijfplan voor jullie betoog.
    5. Schrijf jullie betoog, 400 woorden Arial 12.

    Slide 17 - Tekstslide

    Vul deze verwerkingsopdrachten in 3x

    Slide 18 - Tekstslide

    Vul dit schrijfplan in

    Slide 19 - Tekstslide

    Eventuele onderwerpen
    1) De ideale school
    2) Klimaat
    3) Olympische Spelen
    4) De oorlog in Oekraïne
    5) Elektrische auto’s
    6) Vapen
    7) Plasticsoep
    8) Uitstervende diersoorten
    9) Duurzaamheid: hoe leef je zo duurzaam mogelijk?
    10) Gezonde leefstijl? Hoe?
    11) Plantaardig eten
    12) Dierproeven
    13) Thema naar eigen keuze. 

    Slide 20 - Tekstslide

    Theorie uit je lesboek
    HV2
    • Grammatica: H. 5, 6, 20, 21, 36,
    • Taalverzorging: H. 12, 13, 28, 42
    • Schrijfvaardigheid: H. 9, 10, 11, 24, 25, 26, 41
    • Leesvaardigheid: H. 2, 3, 4, 17, 18, 19, 32, 33, 34


    Slide 21 - Tekstslide

    Beoordeling
    De rubric ligt klaar!

    Slide 22 - Tekstslide

    Huiswerk


    Concept inleiding geschreven

    Slide 23 - Tekstslide

    Aan de slag met je duo
    eerst even oefenen (gemakkelijker)
    meteen aan de slag (moeilijker)
    Maak een keuze:
       Ik vind het wel lastig hoe de tekststructuur van een betoog is: ik kies de opdracht om hiermee te oefenen. Eerst lees ik de blog door over het schrijven van een betoog. Daarna zoek ik een onderwerp en een artikel daarover. 


          Ik begrijp de tekststructuur van een betoog, dus zoek meteen een onderwerp en artikel(en) daarover. Vervolgens maak ik de verwerkingsopdracht(en). Ben ik hiermee klaar? Dan maak ik het schrijfplan. Ik pas de theorie toe uit de hoofdstukken Kern.
    Pak ook de uitleg erbij 'Hoe schrijf ik een betoog?'

    Slide 24 - Tekstslide

    Lesdoelen behaald


    Ik heb een onderwerp en ten minste een artikel. Ik ken de structuur van een betoog.

    Slide 25 - Tekstslide

    Volgende les


    We gaan verder met de PO

    Slide 26 - Tekstslide


    Fijne dag en tot de volgende les.
    tot de volgende keer!

    Slide 27 - Tekstslide