M2 P1 poezie en LV wk 42-1 (7) uitleg Eflje

Welkom bij Nederlands :)
Binnen = beginnen!
  • Tas op de grond
  • Boek, schrift en pen op tafel
  • Pak je leesboek erbij

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands :)
Binnen = beginnen!
  • Tas op de grond
  • Boek, schrift en pen op tafel
  • Pak je leesboek erbij

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Lezen

  • Inleveren PO
  • Uitleg Elfje

  • Keuzebord

Aan het einde van deze les...
... weet ik hoe je een Elfje moet schrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Stil lezen
  • Zelfstandig en in stil lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Vorige week

  • Limerick
  • H3 hoofd- en bijzaken

Hoe zat het ook alweer?



Slide 4 - Tekstslide

Gedichten

Haiku 
Beeldgedicht
Stiftgedicht
Limerick

Vandaag: uitleg Elfje

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld Elfje
Vlinder
Zo mooi
Al die kleuren
Fladderen in het rond
Blij

Slide 6 - Tekstslide

Elfje
Het is de naam van een gedicht dat bestaat uit precies 5 regels en 11 woorden. 

  1. De eerste regel bestaat uit 1 woord.
  2. De tweede regel bestaat uit 2 woorden die een aanvulling zijn op de eerste regel. 
  3. De derde regel bestaat uit 3 woorden die weer met regel 1 te maken hebben. 
  4. Op de vierde regel komen 4 woorden waar een werkwoord in zit. Er moet een vraagteken of een uitroepteken achter de zin kunnen staan. 
  5. Op de laatste regel komt 1 sterk slotwoord. 

Een Elfje hoeft niet te rijmen. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Oefening Elfje
Schrijf een Elf voor iemand die heel speciaal voor je is. Bijvoorbeeld je oma, je beste vriend(in) of je vader of moeder. 
Maak de volgende stappen:
  • Bedenk over wie je een gedicht wilt maken. 
  • Maak een mindmap over die persoon. Wat komt er bij je op als je aan deze persoon denkt. 
  • Schrijf als eerste woord de naam van degene over wie je een Elf schrijft. Schrijf op de tweede regel 2 woorden over wat die persoon van jou is (bijv. mijn vriend).
  • Op de derde regel komen drie woorden over wat jou opvalt in iemands gezicht of iemands gedrag.
  • Op de vierde regel: vier woorden waarom die persoon belangrijk voor je is + werkwoord.
  • Eindig op de laatste regel met een sterk woord als slot.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
1. Kijk je huiswerk na: H3 opdr. 5 t/m 10
2. Ga aan de slag met je PO: schrijf je 5e gedicht, het Elfje. 
Ben je klaar? Keuze:
3. Ga op zoek naar bestaande gedichten en vertel daar in 100 woorden iets over. Hiervoor gebruik je de theorie uit de LessonUp's die ik met je gedeeld heb. 
Bekijk het inkijkexemplaar als de opdracht je niet duidelijk is. 
of
4. Je mag lezen.



Huiswerk: 
Elfje

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting
Aan het einde van deze les...
... weet ik hoe je een Elfje moet schrijven. 

Volgende les...
We gaan verder met de PO en we gaan verder met spelling en grammatica.

Hoe ging deze les?
Wat heb je geleerd vandaag?
Wat vond je leuk aan deze les? 
Heeft iemand vragen?




    Fijne dag & tot de volgende keer!

    Slide 11 - Tekstslide