Les 5 - Realisme/impressionisme/postimpressionisme/japonisme - 6VWO

Schilderkunst
c.a. vanaf 1830
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Schilderkunst
c.a. vanaf 1830

Slide 1 - Tekstslide

Realisme
- naast romantiek tegenbeweging: realisme vanaf 1830
- werkelijkheid weergeven 
- beeld van het rauwe bestaan
- gewone mens centraal
- 'je moet in je eigen tijd leven'

Jean-Francois Millet - De Arenleesters (1857)

Slide 2 - Tekstslide

- zonder idealisme = naturalistische manier van weergave
-onderwerpen: moderne werkende lagere klasse
- uitbeelden alledaags leven
- opkomend socialisme
- Mensen worden nu ook rijk door handel, ipv adel

Slide 3 - Tekstslide

- realistische schilderkunst 
- gaat tegen de normen van de kustelite in (salon) 
- Salon wilt historische thema's en gladde schilderstijl

Honoré Daumier -derde klas treinwagon 1864 olieverf 65,4 x 90,2 cm

Slide 4 - Tekstslide

Afro-Amerikaans realisme
Hendry Ossawa Tanner
komt vanuit de VS naar Frankrijk
- schildert Bijbelse taferelen

- keert vanwege gezondheidsredenen terug naar VS
- armoede in VS onder afro-amerikanen is groots, ook nog na de afschaffing slavernij in 1865
- schildert bewoners van Amerikaanse platteland

Tanner toont realistische weergave van arme zwarte mensen met waardigheid die zelden werd vertoont
Henry Ossawa Tanner - The Thankful Poor -  1894

Slide 5 - Tekstslide

Courbet, de steenkloppers, 1849
John Brett, De steenbreker, 1857 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Beschrijf 3 aspecten van het schilderij die het bourgeois-publiek destijds als confronterend kan hebben opgevat. Laat de kleding buiten beschouwing.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Volkenkundige musea
- begin 19e eeuw geeft koning Willem 1 handelaren en wetenschappers de opdracht om collecties aan te leggen van kunst en gebruiksvoorwerpen uit Nederlandse koloniën en handelsposten

- Museum Volkenkunde in Leiden
- Tropenmuseum Amsterdam 

Slide 10 - Tekstslide

Fotografie
- sommige kunstenaars zetten zich ook in voor de nieuwe tijd
- experimenteren met nieuwe materialen en technieken
- 19e eeuw eerste foto's 
- handwerk van ambachtsman of kunstenaar wordt hoger gezien dan productie van apparaten en machines

Slide 11 - Tekstslide

- 1826 wordt de eerste foto gemaakt
- belichtingstijd meer dan 8 uur 

Slide 12 - Tekstslide

Daguerreotypie
- wordt op geprepareerde zilverplaten vastgelegd
- kan maar 1 keer gebruikt worden 
 
- sluimer tijd 10 minuten
Louis Daquerre - Boulevard du Temple Parijs (1838)

Slide 13 - Tekstslide

- Fotografie wordt vooral gezien als objectief hulpmiddel voor reisverslagen, etnografisch onderzoek etc. 
- vanaf 1950 fotografie krijgt steeds kortere belichtingstijd en handzamere camera's 
fotostudio's komen op
- gewone burgers laten zich massaal portretteren 
- fotografie wordt steeds meer erkend als zelfstandige kunstvorm
Een daglichtstudio, ca 1875
Fotocamera ca. 1859

Slide 14 - Tekstslide

Schilders gebruiken foto's als hulpmiddel voor schilderijen

- Afsnijdingen in schilderijen
-  Momentopname
- foto's werden gebruikt om te schilderen
- Schilderijen werden gebruikt voor creativiteit van fotografie

Slide 15 - Tekstslide

Breitner, Dam bij avond, 1890

momentopname
Afsnijdingen 
bewustwording 
kader

Slide 16 - Tekstslide

Edgar Degas, Balletles, ca. 1890

Slide 17 - Tekstslide

Welke kenmerken uit het schilderij zijn beïnvloed door de fotografie?

Slide 18 - Open vraag

Bewegende foto's
- voorloper filmprojector
- zoöpraxiscoop = schijf met daarop foto's van verschillende fases van een dier of mens in beweging 

- voorloper: techniek renpaard in galop fotograferen
- paard komt met alle benen van de grond
Eadweard Muybridge - Ruiter op  galopperend paard (1878)

Slide 19 - Tekstslide

Impressionisme
- onder invloed van fotografie en Japanse prentkunst
- waarneming van het moment registreren 
- vlekken en kleuren 
- willekeurige onderwerpen 

Claude Monet - vrouw met parasol - 1886

Slide 20 - Tekstslide

Claude Monet
- Geïnspireerd door fotografie
- Objectieve benadering van kleur en licht

- Uitvinding verftube (buiten werken)
- snel werken door het veranderen van licht en en kleur door weersomstandigheden 
Claude Monet - Kathedraal Rouen, Westgevel, zonlicht', 1894, - 1872

Slide 21 - Tekstslide

Claude Monet
- spottend 'impressionistisch'
- kunstcritici vonden werken slordig en onafgewerkt

- 'schilderijen zijn verslagen hoe het oog het interpreteert'
Claude Monet - zonsondergang - 1872

Slide 22 - Tekstslide

Japanse kleurenhoutsnede
- inspiratiebron voor impressionisten
- in 19e eeuw, Japan handelsrelaties met Europa en & Amerika
- mislukte afdrukken werden gebruikt als pak en vulmateriaal
- voor weinig geld zijn de prenten op Europese markten en theewinkels te koop 

Henri Rivière, - Wasplaats in het bos van Loguivy - 1894

Slide 23 - Tekstslide

Katsushika Hokusai -  onder de golf voor de kust van Kanagawa (ca. 1830-1831)

Slide 24 - Tekstslide

Wat was er vernieuwend voor de impressionisten als je kijkt naar de houtsnede?

Slide 25 - Open vraag

Japonisme
- compositie dynamisch door laag standpunt
- abrupt afgesneden kader
- scherpe contourlijnen
- sierlijke tekenstijl
- helderheid versterkt door beperkt aantal frisse kleuren
Katsushika Hokusai -  onder de golf voor de kust van Kanagawa (ca. 1830-1831)

Slide 26 - Tekstslide

Mary Cassatt
- sluit zich aan bij de impressionisten
- eerste beweging met meerdere vrouwelijke kunstenaars
- voorvechter gelijke rechten vrouwen
- Vrouwen de hoofdrol in de werken (welgestelde vrouwen)
- haar stijl word sterk beïnvloed door Japanse prentkunst
Mary Cassatt - jonge moeder naaiend - 1900

Slide 27 - Tekstslide

- compositie met abrupte afsnijdingen
- grote gele en blauwe kleurvlakken
-offert dieptewerking op
Mary Cassatt - boottochtje (1893-1894)

Slide 28 - Tekstslide

Postimpressionisme
- eind 19e eeuw, groep kunstenaars neemt afstand van impressionisme
direct waarneembare neemt plaats voor: interesse in gevoelens en symboliek
- moeilijk in hokje te plaatsen, vernieuwingen belangrijk voor kunst uit de 20e eeuw

Slide 29 - Tekstslide

Paul Cézanne
 
Cézanne vind dat kijken niet alleen maar een 'registratie van het oog is'
- Bij kijken spelen kennis en herinneringen een rol. 
bekende uitspraak: 'een dichte koekjestrommel moet je anders schilderen als een lege, ook al is in beide gevallen de deksel dicht'

- zoekt visuele ordening in schilderijen:
door zichtbare werkelijkheid aan te passen, geeft hij het schilderij evenwicht
- schilderij wordt structuur met vlakken van ongeveer dezelfde grootte

- combineren van standpunten en opdelen van vlakken, wordt in kubisme verder uitgewerkt

Slide 30 - Tekstslide

Paul Cézanne – Mont Saint Victoire, 1888-1890

Paul Cézanne - Gardanne - 1885-1886

Slide 31 - Tekstslide

Vincent van Gogh
- Penseelstreek kenmerkend voor zijn stijl
- werkelijkheid maakt plaats voor poëtische en symbolische herschepping van de werkelijkheid
- Combineert getekende lijnen met schilderachtige vlakken (Japonisme)
- legt gevoelens vast
- Sterrennacht is een collage van indrukken van verschillende plekken en momenten, zoals cipressen, het dorp en de sterren

- Van Gogh verkoopt maar 1 werk, maar wordt grote inspiratiebron voor expressionisten

Slide 32 - Tekstslide

Sterrennacht
Sterrennacht is een collage van indrukken van verschillende plekken en momenten, zoals cipressen, het dorp en de sterren

Van Gogh - Korenveld met Kraaien - 1890
Van Gogh - De sterrennacht - 1889

Slide 33 - Tekstslide

Camille Claudel
- kunst uitdrukking aan gevoel en gedachten
Symbolisme: gevoelens en symboliek staan voorop
- beelden zagen eruit alsof ze snel waren gemaakt

- oppervlakte ruw, ogen niet af, afdrukken van gereedschap goed zichtbaar

Slide 34 - Tekstslide

Camille Claudel - de rijpe leeftijd - 1902
Symboliek: oudere man wordt dringend meegenomen door oude vrouw, jonge vrouw wordt smekend achtergelaten

- betekenis onbekend.

Slide 35 - Tekstslide

Vragen?

Slide 36 - Tekstslide